Laatste nieuws
Johan Legemaate
2 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: Heroïek en verguizing

Plaats een reactie

De laatste tijd blijkt weer met grote regelmaat dat er in de samenleving sprake is van een grote ambivalentie tegenover artsen. Het ene moment worden artsen bejubeld voor hun inzet en (levensreddende) creativiteit, en geven patiënten aan ziekenhuizen en beroepsbeoefenaren hoge rapportcijfers voor kwaliteit. Het andere moment schreeuwen de krantenkoppen het uit over medische missers en het niet aanpakken van falende artsen. Soms zelfs in dezelfde krant op dezelfde dag.



Op dat soort momenten ben ik wel eens blij ik geen arts ben. Je moet er maar tegen kunnen dat heroïek en verguizing zo dicht bij elkaar kunnen liggen. Ik vermoed overigens dat voor veruit de meeste artsen geldt dat negatieve reacties van patiënten doorgaans sterk outnumbered worden door blijken van waardering en tevredenheid over de resultaten van het medisch handelen. Maar toch.



Vanuit een juridisch perspectief gezien trekt vooral de berichtgeving over het om­-gaan door artsen met klachten en fouten mijn aandacht. In de media blijkt voort­durend dat dat kan leiden tot heftige emoties bij patiënten en hun naasten. Het is van belang dat alle medewerkers in de zorg zich afvragen hoe dat mechanisme werkt, nog los van de vraag of al die klachten en verwijten van of namens patiënten terecht zijn. In veel gevallen blijken problemen in de communicatie tussen arts en patiënt, of tussen patiënt en instelling, negatieve emoties flink te hebben aangejaagd, soms zodanig dat aan beide kanten een reële kijk op wat er nu echt gebeurde, wordt vertroebeld. Opstellingen en standpunten verharden zich en voor je het weet belanden arts en patiënt (of familie) in een toch relatief formele tuchtrechtprocedure die veel tijd en energie kost. Om aan het eind te ontdekken dat de kern van het geschil in de bejegenings- of communicatiesfeer ligt en de tuchtrechter anderhalf jaar na dato ook niet meer kan vaststellen wie nu het (meeste) gelijk aan zijn zijde had. Soms profiteert de klager daarvan, soms de aangeklaagde.



Dergelijke ervaringsverhalen zijn en blijven relevant. Niet alleen omdat eruit blijkt dat klachten van patiënten ook wel degelijk terecht kunnen zijn, maar vooral omdat ze doorgaans heel goed duidelijk maken welke houdingen en handelingen, indien in een vroeg stadium gepraktiseerd, escalatie hadden kunnen voorkomen.



Een analyse van deze problematiek vanuit het patiëntenperspectief roept nog wel andere vragen op. Bijvoorbeeld of het huidige stelsel van klachtmogelijkheden, dat historisch is gegroeid en niet is gebaseerd op een masterplan, nog wel aansluit bij de behoeften van klagers en bij de huidige beleidsaccenten in de gezondheidszorg. Zijn de bestaande mogelijkheden wel voldoende afgestemd op wat we uit onderzoek weten over de motieven van patiënten om te klagen? En hebben die mogelijkheden wel voldoende potentie om bij te dragen aan de verbetering van kwaliteit en veiligheid? Zo zijn er nog wel meer vragen te stellen bij de hele context die nu zo vaak leidt tot schreeuwende krantenkoppen over missers en falende dokters.



Ik denk dat zowel artsen als patiënten baat kunnen hebben bij een grondige analyse en mogelijk een heroverweging van het huidige stelsel van klachtmogelijkheden.



Johan Legemaate, beleidscoördinator gezondheidsrecht en juridisch adviseur KNMG



Correspondentieadres:

j.legemaate@fed.knmg.nl

Federatienieuws KNMG medische fouten
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.