Laatste nieuws
Wetenschap

Kinderen met ADHD hebben kleiner brein

2 reacties

Sommige structuren in de hersenen van kinderen met ADHD zijn iets kleiner dan die van hun leeftijdsgenoten zonder de diagnose. Bij volwassenen met ADHD is dat verschil niet significant. Tot die conclusie komen Martine Hoogman (Radboudumc) e.a. op basis van MRI-scans bij ruim drieduizend mensen. Zij schrijven erover in The Lancet Psychiatry.

De onderzoekers voerden een meta-analyse uit van gegevens die een internationale werkgroep had verzameld. Het ging om MRI-scans, in 23 cohorten, bij  1713 mensen met en 1529 mensen zonder ADHD. Het ging om kinderen en volwassenen. Zij gingen na of er tussen casus en gematchte controles verschillen waren in subcorticale structuren waarvan eerder een verband was gevonden met ADHD. Ook gingen zij na wat de invloed van medicamenteuze behandeling was.

Vijf gebieden waren kleiner bij kinderen met ADHD (nucleus accumbens, nucleus caudatus, hippocampus, amygdala en putamen), net als het intracraniële volume. Deze verschillen waren niet meer significant bij volwassenen. Het gebruik van stimulantia zoals methylfenidaat veranderde de resultaten niet.

De verschillen zijn klein, maar desondanks stellen de onderzoekers op basis van de uitkomsten dat ADHD moet worden gezien als een hersenaandoening, waarbij er aanwijzingen zijn voor een vertraagde ontwikkeling. Over de oorzaak daarvan zegt de studie niets. Het feit dat er geen verschillen werden gevonden in de volwassen groep kan allerlei redenen hebben: het was een kleinere onderzoeksgroep, en een diverse. Bij sommige volwassenen was de diagnose al in de kindertijd gesteld, bij andere pas als volwassene. De vraag is in hoeverre deze twee diagnoses overeenkomen.

Verder interessant: het verschil in volume was het grootst in de amygdala, die een belangrijke rol speelt bij de regulatie van emotie. Dat zal bevestigd moeten worden in andere studies, maar zoals commentatoren Claudia Lugo-Candelas en Jonathan Posner zeggen: als emotionele dysregulatie een kenmerk van ADHD is, verandert dat de kijk op de aandoening.

Lancet Psychiatry, 2017. Doi: 10.1016/S2215-0366(17)30049-4 en 10.1016/S2215-0366(17)30056-1

Lees ook:

Wetenschap adhd methylfenidaat
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Els van Veen

    huisarts

    Jammer dat er zoveel media-aandacht is voor deze uitkomsten. Deze opmerking vind ik ook jammer en stigmatiserend: "De verschillen zijn klein, maar desondanks stellen de onderzoekers op basis van de uitkomsten dat ADHD moet worden gezien als een herse...naandoening, ..." Waarom "deze kleine afwijking in alleen de jeugd" meteen relateren aan ADHD-gedrag? Ik ben nu zo'n 15 jaar aan het werk als huisarts en zie steeds meer diagnoses als ADHD en ASS, volgens mij kun je ADHD gedrag en autistisch gedrag niet los zien van andere ontwikkelingen in de maatschappij, zoals grotere klassen, minder structuur (o.a. op school) en veel meer prikkels, alleen al via de social media. Verder fascineert het mij welke ouders hun kinderen beschikbaar stellen voor MRI-scans. Kennelijk zijn er ook kinderen "zonder afwijking" door de MRI-scan gegaan? Of lees ik dat verkeerd?

  • Anton Loonen

    Hoogleraar farmacotherapie bij psychiatrische patiënten, Roosendaal

    Wees a.u.b. terughoudend met het trekken van conclusies (en het zoeken van veel publiciteit). De kans op artefacten door natuurlijke volumefluctuaties, maar ook door methodologische problemen zijn groot. Op het terrein van angst (PTSS)- en stemmingss...toornissen (depressie) zijn vele onderzoekrs hierin voorgegaan. De meeste volumeveranderingen hangen samen met een shift in vloeistof o.a. op basis van activiteit. Zie o.a. Czéh, B., and Lucassen, P.J.(2007). What causes the hippocampal volume decrease in depression? Are neurogenesis, glial changes and apoptosis implicated? Eur. Arch. Psychiatry Clin. Neurosci. 257, 250–260. (doi:10.1007/s00406-007-0728-0).

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.