Inspectie tikt regionale tuchtcolleges op de vingers
Plaats een reactieIn het stukje Inspectie tikt regionale tuchtcolleges op de vingers (MC 20/2002: 769) in de rubriek NieuwsReflex wordt de kritiek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg besproken op de samenstelling van regionale tuchtcolleges. Deze zouden niet altijd conform de wettelijke bepalingen zijn en daardoor soms onvoldoende zijn afgestemd op de te behandelen zaak. In dit artikel wordt mijn verbazing over deze kritiek geciteerd: Hoezo niet-conform wettelijke vereisten? De criteria voor een al dan niet beperkte samenstelling zijn niet wettelijk vastgelegd, doch ter beoordeling aan de voorzitter van het college.
Deze kwestie wordt aan een woordvoerder van de inspectie voorgelegd. Hij reageert verbaasd: Of het regionaal tuchtcollege Zwolle zit ernaast, of wij hebben een fout gemaakt. Na enig zoekwerk komt het antwoord: De Wet Big schrijft voor dat het regionale tuchtcollege bestaat uit vijf personen: twee juristen en drie beroepsgenoten. Hiervan mag alleen in bijzondere gevallen worden afgeweken. De samenstelling ligt dus wel degelijk vast. Dat is blijkbaar de pragmatische vertaling van de inspectie van artikel 55 lid 2 van de Wet BIG waarin (samengevat) staat dat in afwijking van de behandeling van de zaak door vijf personen de voorzitter kan bepalen dat aan de behandeling van een zaak die hem daartoe geschikt voorkomt, wordt deelgenomen door de voorzitter en twee leden-beroepsgenoten, tenzij deze leden van oordeel zijn dat de zaak daarvoor ongeschikt is. Blijft staan dat de criteria voor het bepalen van de samenstelling van het College op zichzelf niet wettelijk zijn vastgelegd. En dat was nu juist waar het om ging.
Zwolle, mei 2002
- Er zijn nog geen reacties