Laatste nieuws
Joost Visser
2 minuten leestijd
Nieuws

Incident zet ic-samenwerking VUmc op scherp

Plaats een reactie

Het VUmc gaat de samenwerking tussen de afdeling Intensive Care en enkele medisch specialisten verbeteren. De aanleiding is een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over het overlijden van een ic-patiënt.

Een patiënt met COPD, in maart geopereerd vanwege een carcinoom, raakte kort na de operatie kortademig en kreeg moeite met het ophoesten van slijm. Een röntgenfoto liet een atelectase van een belangrijk deel van de long zien. De artsen reageerden verdeeld: de longarts en de longchirurg adviseerden een bronchoscopie, de intensivist besloot tot CPAP-beademing. De situatie van de patiënt verslechterde, hij werd geïntubeerd en overleed binnen 48 uur.

Nadat de longchirurg het incident had gemeld, kwam een interne onderzoekscommissie tot de conclusie dat hier geen sprake was van een calamiteit, een commissie van externe deskundigen bevestigde dat. De IGZ, door dezelfde longarts ingeseind, oordeelde echter anders en gaf het ziekenhuis op basis van een vertrouwelijk rapport het advies om de communicatie en samenwerking rond de ic te verbeteren. Ook moeten er betere afspraken komen over de rolverdeling tussen de intensivist en de medisch specialisten. De raad van bestuur van het ziekenhuis heeft een externe begeleider aangezocht om het proces te begeleiden.

Volgens hoogleraar Piet Postmus, hoofd van de afdeling Longziekten, is de betrokken patiënt door het besluit van de intensivist de best mogelijke zorg onthouden: ‘Tot tien jaar geleden was de ic een tuin waar iedereen tuinman was. Dat was niet goed. Sindsdien wordt de zorg gecoördineerd door de intensivist. De inbreng van andere specialisten loopt via hem. Prima, maar dan moet hij daar wél voor open staan. En dat was hier niet het geval.’ Hij juicht de voorgestelde verbeteringen toe, maar gaat er niet direct vanuit dat ze zullen slagen: ‘Alles is beter dan niets doen, maar zoals Einstein al zei: “Je kunt een probleem niet oplossen binnen het referentiekader waarin het ontstaan is.” Of het werkt zal moeten blijken, er zal in ieder geval veel inspanning voor nodig zijn.’
 
Hoogleraar Jaap Bonjer, hoofd van de afdeling Heelkunde, vindt dat de betrokken medisch specialisten in deze casus ‘frequenter fysiek aanwezig’ hadden moeten zijn bij het overleg. Hij heeft er wél vertrouwen in dat de voorgestelde acties zullen helpen: ‘De aanwezigheid van de specialisten zal verbeteren, iets dat trouwens in álle ziekenhuizen moet gebeuren. Het zal ons ook lukken om het overleg beter te structureren en te documenteren.’

De longchirurg die het incident meldde, is binnen het VUmc voorlopig niet meer klinisch actief, zegt Bonjer: ‘De ic-staf voelde zich niet meer veilig bij hem, had geen vertrouwen meer in de communicatie.’ De betrokken arts laat via de afdeling Voorlichting van het ziekenhuis weten dit slechts een deel van het probleem te vinden. Hij wacht ‘de aanpak van de aanbevelingen af.’

Inmiddels onderzoekt het VUmc een tweede mogelijke calamiteit op de ic, op 20 oktober. Deze zaak werd direct intern gemeld door dezelfde longchirurg; professor Postmus informeerde later de IGZ. 

Joost Visser

Lees ook:

Beeld: Thinkstock
Beeld: Thinkstock
Nieuws VUmc
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.