IGZ onderzoekt tweede calamiteit VUmc

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoekt een tweede calamiteit op de ic van het VUmc. Evenals bij het eerdere incident botsten behandelende artsen met een intensivist.

Het incident betreft een patiënt die na een zware longoperatie moest worden beademd. De betrokken longartsen adviseerden een kleine ingreep, om de patiënt zo snel mogelijk van de beademing te kunnen laten komen. De aanwezige intensivist wees dat van de hand. Toen het advies een dag later alsnog werd opgevolgd, was de situatie van de patiënt al te slecht; deze overleed korte tijd later.
 
Ook in dit geval werd – net als in maart, bij de casus die vorige week in de publiciteit kwam – het advies van de behandelende artsen dus niet door de aanwezige intensivist gevolgd. Dat is opvallend omdat het conceptrapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over deze eerste casus toen al bekend was. Daarin werden, zoals bekend, harde noten gekraakt over de samenwerking tussen behandelend artsen en de ic. Het werd, zo bleek later, door het hoofd van de afdeling ic en de raad van bestuur als ‘onaanvaardbaar’ van de hand gewezen.
 
Over de nieuwe melding aan de IGZ lopen de meningen uiteen. Volgens een anonieme bron zou het ziekenhuis, net als bij de eerste casus, na intern onderzoek door onder meer het hoofd van de ic hebben besloten om het incident niet aan de IGZ te melden omdat het niet om een calamiteit zou gaan. Als reactie daarop zou een van de artsen hebben besloten dan zelf het overlijden van de patiënt te melden. Volgens de woordvoerder van het ziekenhuis bestond onder de artsen onenigheid over de vraag of het wel of niet om een calamiteit ging, en besloot het ziekenhuis de zaak desondanks aan de IGZ te melden. Een woordvoerder van de IGZ kan geen uitsluitsel geven.
 
Het rapport van de IGZ over de eerste casus maakt duidelijk dat een aantal artsen van het VUmc de leiding van de intensive en medium care ervaart als ‘strak en straf en in geval van kritiek niet uitnodigend voor dialoog, maar eerder leidend tot conflicten’. Volgens de Volkskrant ervaren zij een ‘angstcultuur’ en zou een aantal van hen niet meer op de ‘eigen’ ic geholpen willen worden.
 
In een brief aan onder meer Medisch Contact melden ‘vele verontruste artsen van het VUmc’ dat de afgelopen jaren zeker drie intensivisten ‘uit onvrede’ naar andere ziekenhuizen vertrokken. Eén van hen wil niets zeggen over het waarom van de overstap, maar zegt tevreden te zijn over de nieuwe werkplek: ‘Wij gebruiken hier de term ‘hoofdbehandelaar’ zoals passend bij het closed format-systeem. De intensivist is dus eindverantwoordelijk voor de zorg. Ik heb in mijn nieuwe ziekenhuis geen enkele reden om te twijfelen aan de goede samenwerking met de behandelend specialisten.'
 
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Schippers dat de IGZ nu geen aanleiding ziet voor aanvullende maatregelen naar aanleiding van het rapport. In januari zal ze in gesprekken met de raad van bestuur en de direct betrokkenen de stand van zaken opnieuw beoordelen. De IGZ heeft de tweede melding inmiddels in onderzoek. Wanneer het onderzoek naar de tweede casus zal zijn afgerond, is onbekend.
 
Joost Visser

Zie ook:

• Hoofd ic van VUmc stopt bestuurswerk
• IGZ: VUmc reageerde slecht op calamiteit
• Incident zet ic-samenwerking VUmc op scherp
• Brief minister Schippers aan Tweede Kamer

Overig nieuws