Huisarts berispt na euthanasie op comateuze patiënt

Het Zwolse tuchtcollege heeft een huisarts die bij een comateuze patiënt euthanasie toepaste, berispt. Hij ging over tot euthanasie ondanks een negatief advies van de SCEN-arts. Of de huisarts ook strafrechterlijk wordt vervolgd, is nog onzeker.

De patiënt was in het laatste stadium van kanker en had een euthanasieverklaring ondertekend. In zijn laatste levensdagen vroeg hij om euthanasie, maar de huisarts wilde hierover nadenken en paste eerst andere medicatie toe. Hij startte met een morfinepomp op een stand van 0,5 ml/uur met een dosering van 100 mg morfine, 30 mg dormicum en 2,5 mg haldol per dag. De volgende dag herhaalde de patiënt zijn euthanasiewens en de huisarts zei een SCEN-arts te zullen raadplegen. De familie voerde de dosering - tegen de instructies van de huisarts in - op tot 1,5 ml/uur.

Toen de SCEN-arts die avond arriveerde, was de patiënt in coma, waardoor er, aldus deze arts, geen sprake is van ondraaglijk lijden. De familie reageerde teleurgesteld en boos op deze conclusie, later ook  tegenover de huisarts. Twee dagen later gaf deze de patiënt een injectie thiopental. De patiënt stierf voordat hij pancuronium kon toedienen.

Het Regionaal Tuchtcollege Zwolle vindt dat de huisarts zich te veel door de familie onder druk heeft laten zetten. Hij had moeten uitleggen dat de situatie van de patiënt zo was veranderd dat euthanasie niet meer geoorloofd en noodzakelijk was. Ook rekent het college hem aan dat hij het advies van de SCEN-arts ‘in de wind heeft geslagen’.

De huisarts gaat in beroep tegen de opgelegde berisping, zegt advocate Anita de Ruijter: ‘Mijn cliënt heeft zich niet onder druk laten zetten door de familie. De patiënt zelf had om euthanasie verzocht en voldeed vóór het coma aan alle eisen. De weg van palliatieve sedatie had hij afgesloten. De arts die daaraan geen gehoor geeft, hecht geen waarde aan de keuzevrijheid van de patiënt.’

Er loopt een strafrechterlijk onderzoek tegen de huisarts. De Ruijter: ‘Deze uitspraak kan invloed hebben op de beslissing van de officier van justitie om hem te vervolgen. Maar juridisch gezien is het niet duidelijk of er kan worden gesproken over euthanasie aangezien het dodelijke middel uiteindelijk niet is toegediend.’ << MM