Hospicezorg botst met wens islamitische migrant

Palliatieve zorg zoals die in Nederland via hospices wordt aangeboden, sluit niet aan bij de behoeftes van de eerste generatie Turkse en Marokkaanse arbeidsmigranten. Dat concludeert een groep huisartsen uit Maastricht, die met het plan speelde om een islamitisch hospice op te richten.

Noodsituaties bij migrantengezinnen met een terminaal gezinslid thuis bracht de Heerlense huisarts Paul van Aubel – die het hospice de Mantelhof in Heerlen oprichtte – op het idee van een islamitisch hospice. Met huisartsen van de vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Maastricht vroeg hij een Arabisch sprekende student gezondheidswetenschappen met Irakese roots om de behoefte aan palliatieve zorg in de Heerlense migrantenwijk Molenberg in kaart te brengen.

De student benaderde twee huisartsen, twee verpleegkundigen, vier buurtbewoners en een imam, allen met een islamitische achtergrond. Ook sprak hij met de wethouder welzijn van Heerlen en met een niet-islamitische verpleegkundige. Hij vroeg of ze zich konden voorstellen behoefte te hebben aan professionele steun bij de verzorging van een ernstig ziek familielid, of ze hospicezorg kenden en of ze daarvan gebruik zouden willen maken.

Het huidige concept van een hospice slaat niet aan bij de islamitische gemeenschap, zo bleek uit de interviews. ‘Deels betreft dat onbekendheid, deels is het contraire met de eigen normen: de verzorging is een taak van de familie’, stelt Van Aubel. Het laten opnemen van een familielid waarbij de verzorging wordt overgenomen van de familie kan tot schuldgevoelens leiden wegens verloochening van deze zorgplicht. Daarbij speelt de taalbarrière een rol en bestaat soms de wens om in het thuisland te sterven.

Van Aubel en zijn collega’s vinden dat er meer gedaan moet worden om palliatieve zorg voor de eerste generatie migranten te organiseren. Ze pleiten voor de inzet van islamitische verpleegkundigen met deskundigheid in palliatieve teams en voeren hierover verkennende gesprekken met zorgopleidingen in de regio.