Laatste nieuws
Achter het nieuws

Hoofdlijnenakkoord zet in op samenhang bij zorgverandering

1 reactie

Het eerste hoofdlijnenakkoord onder de nieuwe VWS-bewindslieden ligt op tafel. Voor medisch-specialistische zorg is afgesproken dat de uitgavengroei over vier jaar tot stilstand komt.

Een proloog. Zo kun je het rapport van de taskforce ‘De juiste zorg op de juiste plek’, dat begin april naar de Tweede Kamer werd gestuurd, omschrijven. Het is de opmaat naar de bestuurlijke hoofdlijnenakkoorden voor medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsenzorg en wijkverpleging die minister voor Medische Zorg Bruno Bruins hoopt te sluiten. Dit als voortzetting van de traditie die onder zijn voorganger Edith Schippers werd ingezet als manier om de groeiende zorguitgaven te beteugelen.

Het taskforcerapport moet helpen om samenhang te krijgen tussen de diverse akkoorden. In ruim honderd bladzijden bundelde een groep deskundigen, onder wie hoogleraar huisartsgeneeskunde Patrick Bindels, chirurg niet-praktiserend en emeritus hoogleraar zorgkwaliteit Job Kievit, psychiater Elnathan Prinsen en neuroloog Selma Tromp, hun gedachten over transformatie van de zorg. Gedachten die op zich niet nieuw zijn. In het toekomstbeeld van de taskforce bestaan er wijknetwerken waarin niet alleen de huisarts een poortwachtersfunctie heeft. Wordt chronische zorg rond bijvoorbeeld COPD/astma dicht bij huis geleverd. Gaan patiënten voor laagcomplexe, electieve zorg naar lokale zorgcentra dicht bij huis en ontwikkelen traditionele ziekenhuizen zich tot centra voor hoogcomplexe zorg. Komen er geschikte plekken om kwetsbare ouderen op te vangen. En wordt ggz-zorg meer ambulant geleverd in plaats van binnen instellingsmuren.

Als er geen dokter aan tafel zit, dan loop je het risico dat het minder gaat over kwaliteit’

Om dat te bereiken is commitment van iedere arts, verpleegkundige, bestuuder, verzekeraar, maar ook van elke patiënt nodig, aldus de taskforce, om op elk moment na te denken of de zorg beter kan, en zo ja hoe. Het rapport moet brandstof bieden aan een brede beweging om de zorg anders in te richten, breder dan de huidige lokale en regionale uitprobeersels.

Onrekbare cijfers

Die inbreng is terug te zien in het onderhandelaarsakkoord dat er nu ligt voor de medisch-specialistische zorg. Bij vorige akkoorden stond de financiële paragraaf met harde cijfers over de maximaal toegestane uitgavengroei vrij prominent vooraan. Nu staan die onrekbare cijfers ver achterin, bijna tussen neus en lippen door, na een berg ambities die reppen over zorg verplaatsen, inzicht krijgen in zorguitkomsten, ICT verbeteren, administratiedruk verminderen, samen beslissen bevorderen, grip krijgen op dure geneesmiddelen, innovatie aanslingeren en werkomstandigheden verbeteren.

Maar de feiten zijn daardoor niet minder hard. In kleine stappen moet de uitgavengroei in 2022 immers tot stilstand zijn gebracht. In 2019 mag er 22,8 miljard euro aan medisch-specialistische zorg worden besteed, in 2022 23,1 miljard euro. Terwijl er in het vorige akkoord, voor de periode 2014-2017, nog ruimte was voor jaarlijks 1 procent groei (waardoor de uitgaven van 20,4 miljard naar 20,7 miljard konden oplopen). Voor het tussenjaar 2018 werd een groeigrens tot 21,9 miljard euro afgesproken, een plus van 1,6 procent. Met de meest recente begrenzing neemt medisch-specialistische zorg zo’n 1,5 miljard euro voor zijn rekening van de 1,9 miljard euro die het kabinet in zijn regeerakkoord noemde als gewenste rem op de zorguitgaven. Zonder ingrijpen zouden de uitgaven voor de Zorgverzekeringswet deze kabinetsperiode met 10 miljard toenemen, de akkoorden moeten die groei op 8 miljard euro aftoppen.

‘En dan noemen we het toch een hoofdlijnenakkoord. Kun je nagaan hoeveel hoofdlijnen er zijn’, merkt voorzitter Marcel Daniëls van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) op naar aanleiding van de constatering dat er veel wordt nagestreefd met het stuk. Hij moet met het onderhandelaarsresultaat de boer op naar de 32 wetenschappelijke verenigingen, met het verzoek ermee in te stemmen.

‘Contra-intuïtief’ noemt hij het financiële deel van de afspraken. ‘Is het haalbaar om op nulgroei te gaan zitten als je de hele dag in het ziekenhuis merkt dat er veel op je afkomt?’ Van dit deel ‘kun je van alles vinden’, merkt hij meermaals op. Maar die politieke keuze stelt de FMS niet ter discussie. Zijn insteek is pragmatisch geweest: zorg dat de dokter in ieder geval aan de onderhandelingstafel zit. ‘De FMS wil borgen dat er geen kwaliteitsverlies optreedt door die financiële grenzen. Als er geen dokter aan tafel zit, dan loop je het risico dat het minder gaat over kwaliteit, waar wij denken verstand van te hebben op basis van wat we dagelijks meemaken.’

Kleine relativering

Het eindresultaat heeft volgens Daniëls zowel oog voor de kosten als voor de kwaliteit. Hij maakt een kleine relativering bij de strakke financiële teugels. ‘We moeten ons realiseren dat er de komende jaren nog steeds méér wordt uitgegeven aan de zorg. Het is minder meer.’ Bovendien zijn de cijfers nog exclusief loon- en prijsontwikkelingen, die nog eens tot 4 miljard euro extra optellen aan het totale budget.

Ja, er moet ‘veel gebeuren wil je dit alles kunnen bereiken’, merkt hij op. Maar voor onverwachte wendingen zal het niet zorgen, verwacht hij. Veel van de ambities in het akkoord die moeten leiden tot juiste zorg op de juiste plek, zijn volgens hem een ‘voortzetting’ of ‘vertaling’ van het FMS-visiedocument ‘Medisch Specialist 2025’. ‘Daarin hebben we als medisch specialisten al die ontwikkelingsrichting aangeven. Wat staat te gebeuren, lag al in de lijn der verwachting.’ En dat geldt eigenlijk ook voor de andere partijen in de tweedelijnszorg, aldus Daniëls, ‘die al langere tijd een convergerende visie hebben.’ In die zin is het volgens hem niet verwonderlijk dat dit akkoord het eerste resultaat is dat Bruins aan de buitenwereld kan presenteren.

Over de steun van zijn achterban voor het resultaat is Daniëls hoopvol. Hij is tevreden dat in het akkoord is opgenomen dat medisch specialisten buiten de Wet normering topinkomens (WNT) blijven en het kabinet niet op loondienst zal aandringen. ‘Dit akkoord vraagt de nodige inspanning. Wil je focus dan moet er geen gedoe zijn met discussies over de positie van specialisten in ziekenhuizen.’ Daniëls is nu vooral nieuwsgierig hoe het taskforcerapport zijn weerslag zal vinden in de akkoorden van de overige sectoren.

De financiële grenzen uit het akkoord worden niet altijd gehaald. In de jaren 2012 tot en met 2015 bleven de medisch specialisten onder de vastgestelde miljardengrenzen, met bedragen variërend van ruim dertig tot ruim driehonderd miljoen euro per jaar. Iets wat ziekenhuizen, die in eerste instantie eigen groeigrenzen hadden, in 2012 en 2013 niet lukte. Maar over 2016 en 2017 lijkt sprake van een overschrijding in de gehele medisch-specialistische sector. De preciezere omvang daarvan wordt later deze maand bekend.

‘Het maakt duidelijk hoe moeilijk het is om de groei om te buigen’, constateert Daniëls. Zijn blik op het resultaat onder de streep zal zich in 2022 vooral richten op het eindresultaat voor de kwaliteit. ‘Ik ben blij als die overeind blijft. En als medisch specialisten kunnen laten zien dat ze energie hebben gestoken in de zaken waar ze invloed op hebben kunnen uitoefenen, zoals samen beslissen en zorgevaluatie. Dan ben ik tevreden.’

Lees ook:

Achter het nieuws Bruno Bruins
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Anton Maes

    huisarts, Dieren

    De precieze omvang van de overschrijding is inmiddels bekend: 418 miljoen. Heeft dit consequenties voor een nog af te sluiten hoofdlijnenakkoord met bvb. de huisartsenzorg?
    Daarover schreef ik dit: http://zorgenstelsel.nl/hoe-hard-is-het-zorgbudge...t-huisartsenzorg-2/

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.