Laatste nieuws
Julia Franken
2 minuten leestijd
Column

Hardnekkig aanbeden

Plaats een reactie

Snijders blijven mannen. De laatste jaren schijnen vrouwen de macht over te nemen binnen de geneeskunde, maar alles waar een scalpel aan te pas komt is nog steeds mannenwerk. Heel langzaam feminiseert de gezondheidszorg, zoals dat wordt genoemd. Toch gebeurt dat vooral in specialismen die zich richten op kinderen, oudjes en voortplanting, concludeerde het Nivel in oktober. Dat vind ik dan weer jammer. Ook blijven de allerhoogsten – hoogleraren en afdelingshoofden bijvoorbeeld – toch mannen. Vrouwen hebben gewoon andere interesses en ambities dan mannen, en daar is niets mis mee. Maar het doet voor mij wel iets af aan de baanbrekendheid van het nieuws dat er steeds meer vrouwelijke artsen zijn.
Stiekem trekken de mannenspecialismen me ook veel meer. Vrouwen zijn onmisbaar als vriendin, zus en moeder, maar soms is wat mannelijke inbreng essentieel. De afgelopen zeven jaar heb ik in een gemengd studentenhuis gewoond. Natuurlijk geniet ik van vrouwenavonden gevuld met chocola en romantische komedies, maar wat is het een verademing als de jongens daarna thuiskomen en de brandslang trekken. Of een scalpel.

Als mannelijke artsen schaarser worden, kan ik me voorstellen dat ze nog meer dan nu gaan samenklonteren. Dat in een overwegend vrouwelijk ziekenhuis een paar testosteronbolwerken ontstaan, omdat het steeds minder aantrekkelijk wordt om als man kinderarts te worden als daar alleen maar vrouwen werken. Als dat ooit gebeurt, wil ik met de mannen samenklonteren en geen theekransjes houden op de afdeling Geriatrie.


Ik ben dan ook ontzettend benieuwd naar het coschap heelkunde. Want hoe erg is het nou echt, die mannenwereld? Lompe mannen­humor? Haantjesgedrag? Veilig geparkeerd bij dermatologie durf ik nu te zeggen dat zo’n mannenwereld mij eigenlijk wel interessant lijkt. Jongensachtig keten in de operatiekamer, dat is wat ik wil.


De jonge vrouwen van 2025 zullen het vast jammer vinden dat er dan minder mannelijke artsen zijn. Die worden namelijk buiten proportioneel hardnekkig aanbeden. Zelfs bij mijn jaarclub – allen zelfstandige, net afgestudeerde 24-jarigen – wordt goedkeurend geknikt als een nieuw vriendje een arts blijkt te zijn. Een dokter in je bed geldt gewoon nog steeds als een goede vangst. Maar wat als je een vrouwelijke arts bent? Ik kan me niet voorstellen dat mannen al week in de benen worden als ze horen dat een vrouw arts is. Ze beseffen hoogstens dat de kans dat vrouwlief haar baan opzegt voor het kroost klein is na vijftien jaar studeren.

In mijn cogroepje hebben we twee jongens op tien meisjes. Weer heb ik gemerkt dat de meesten – met name de meisjes – het menselijk contact het allerbelangrijkst vinden van het arts worden. Bij het oefenen van de anamnese staat voor het gesprek een kwartier. Iedereen vindt dat te krap, maar ik ben na tien minuten eigenlijk wel uitgepraat. Na afloop was het voornaamste commentaar op mijn anamnese dat ik meer de sociale kant had moeten uitvragen. Hoe doet die vrouw dat thuis? Heeft ze wel genoeg hulp bij het huishouden? Dát had ik moeten vragen. Maar mijn simulatiepatiënt had overduidelijk een longembolie, dus of ze het op dit moment thuis redt, is niet belangrijk. Ik wil haar behandelen, en daarna maak ik me graag druk om wie haar boodschappen doet. Misschien begint iemand zoals ik door de feminisering van de geneeskunde wel bij de minderheid te horen. Ik wil later in elk geval zo weinig mogelijk met kinderen, oudjes of voortplanting te maken hebben. MC

Jongensachtig keten in de operatiekamer,dat is wat ik wil

Julia Franken is coassistent

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.