Goede toegang eerste lijn voorkomt SEH-bezoek
Plaats een reactieHoe beter toegankelijk de eerste lijn in een land, hoe minder mensen direct naar de duurdere Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis gaan. Een groot Europees onderzoek laat dat zien.
Onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Radboudumc komen tot deze conclusies na ondervragen van meer dan 60 duizend patiënten. De onderzoekers enquêteerden patiënten uit 31 Europese landen plus Australië, Nieuw-Zeeland en Canada. Van de ondervraagde patiënten had 30 procent het afgelopen jaar de SEH bezocht. Gemiddeld, want in landen als Griekenland, Spanje en Portugal was het percentage hoog met zeker 40 procent en in Nederland, Denemarken en Bulgarije was het niet meer dan 18 procent. De resultaten zijn gepubliceerd in Family Practice 2015.
Een op de vier ondervraagde patiënten ging naar de SEH omdat de huisarts, of andere eerstelijnsdokter, niet beschikbaar was. In Slowakije ging het zelfs om bijna drie op de vier patiënten. Wanneer patiënten een vaste huisarts hebben, bezoeken ze minder vaak de SEH. ‘Een substantieel deel van het SEH-gebruik kan dus worden voorkomen door een sterke en toegankelijke eerste lijn’, zegt onderzoeker Michael van den Berg. ‘Veel patiënten kunnen door de huisarts namelijk sneller en goedkoper worden geholpen.’
Nu bestaat de generalistische ‘huisarts’, zoals wij die kennen in Nederland, niet in alle onderzochte landen. ‘In sommige landen werken ook specialisten in de eerste lijn, zoals kinderartsen’, volgens onderzoeker Van den Berg. ‘Maar in elk land zijn er artsen die de eerstelijnszorg doen, en daar hebben we naar gekeken.’
Dit onderzoek is gedaan in het kader van het grotere Europese onderzoek Qualicopc naar de eerste lijn. De Nederlandse onderzoekers werken hierbij samen met vijf andere instituten binnen Europa. Het wordt betaald door de Europese Commissie.
Heleen Croonen
Family Practice 2015, doi:10.1093/fampra/cmv082
- Er zijn nog geen reacties
