Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
8 minuten leestijd
geschiedenis

Geschiedenis van het drukke spreekuur

1 reactie

De werkdruk van artsen is hoog en wordt alsmaar hoger. Het spreekuur wordt steeds drukker, de huisartsenpost barst sowieso uit zijn voegen. Maar had de dokter vroeger wél tijd voor de patiënt? Uit oude kranten – digitaal nageslagen in Delpher, de krantendatabank van de Koninklijke Bibliotheek – blijkt dat vroeger niet álles beter was.

Jonge arts in zijn praktijk. Getty Images
Jonge arts in zijn praktijk. Getty Images

1890 Nooit zeker van een uur slapen

Al in de 19de eeuw is het werkschema van dokters pittig, zo blijkt uit een artikel over nachtdiensten in de Haagsche Courant in 1890, waarin uitgebreid verslag wordt gedaan van de overvolle werkdag en -nacht van de dokter.

‘De dokter evenwel verkeert in de buitengewone positie, dat hij nooit zeker is van een uur slapen, en dan bovendien, wanneer hem de nachtelijke rusturen worden geroofd, den volgenden dag geen tijd heeft om dien achterstand in te halen, maar, of hij wil of niet, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds weer frisch en opgewekt moet zijn.’
11-08-1890, Haagsche Courant

The doctor and the poor (olieverf). J.Leonard (1827-1879)
The doctor and the poor (olieverf). J.Leonard (1827-1879)

1900 Twintig patiënten in twintig minuten

In de 19de eeuw waren ziekenfondsen in opkomst, waar ‘buspatiënten’ – zoals fondspatiënten toen genoemd werden – bij aangesloten waren. Voor wie dat niet kon betalen, waren er de gemeentelijke ‘armendokters’. Zij hadden grote aantallen patiënten en geen beste reputatie, zo blijkt uit een verslag in Het Volk in 1900.

‘Buspatiënten hebben het vaak al erg genoeg, maar de behandeling van de gemeentelijke armen is soms hemel­t­ergend. De wethouder sprak van doktoren die geregeld anderhalf uur te laat op hun spreekuur komen, die twintig patiënten in twintig minuten behandelen, die weigeren bij de zieken aan huis te komen.’
30-10-1900, Het Volk

Dokter: ‘t Duurt een heelen tijd meneer, vóór u de rekening betaalt.
Ex-patiënt: ‘t Heeft ook een heelen tijd geduurd vóór u me genezen hebt dokter.
19 mei 1919, Haagsche Courant

1913 Zonder enorme praktijk te gering inkomen

Bijna tegelijkertijd met de opkomst van de ziekenfondsen, ontstaan er zorgen over overconsumptie door patiënten en de geringe beloning van artsen. In 1913 wordt in de Leeuwarder Courant gepleit tégen de uitbreiding van het ziekenfondswezen. Er is sprake van artsen die zes- tot tienduizend patiënten op hun naam hebben staan.

‘Om tot een redelijke verdienste te komen, moeten de fondsdokters een aantal patiënten behandelen, zoo groot, dat het hun niet mogelijk is, hun taak goed te vervullen. De arbeidsdag dezer medici is veel te lang, hun inkomen is, als zij geen enorme praktijk hebben, te gering en zij zijn niet in de gelegenheid, zooveel aandacht aan hun patiënten te wijden, als dezen noodig hebben.’

1922 65 à 70 personen in de wachtkamer

Niet alleen de fondsartsen, ook de fonds­patiënten krijgen het hoe langer hoe moeilijker met de volle spreekuren. ‘Een busklant’ (ziekenfondspatiënt, red.) beklaagt zich in 1922 in Het Volk over de lange wachttijden voor het spreekuur.

‘Het is nu kwart vóór negen, het wordt nog voller en de dokter nog altijd niet aanwezig. (…) Sjonge, sjonge, denk ik, dat brengt een lelijke hap in mijn ochtend. Zooveel later op ’t werk komen, kost zeker mijn geld. Ik blijf nu maar buiten staan, ondanks regen en wind, want binnen, waar minstens 65 à 70 personen opgepakt zitten en staan, is het absoluut onhoudbaar. Eindelijk, het is precies
negen uur, daar komt de dokter op een holletje aanzetten.’

Liedtekst, Wouters/Moormann, Meertens Instituut, Amsterdam. Koninklijke Bibliotheek

1932 Een werk, dat onmenschelijk is

In de geneeskundige armenzorg is de toestand nog altijd niet verbeterd, blijkt uit een verslag van de Amsterdamse gemeenteraad in Het Volk in 1932.

‘Het aantal armlastige patiënten is sterk toegenomen, ja verdubbeld. Maar het aantal artsen is niet evenredig uitgebreid. Het gevolg daarvan is, dat iedere dokter reeds 8000 à 9000 patiënten moet behandelen. (…) Men vraagt van de doktoren een werk, dat onmenschelijk is. (…) Op ieder spreekuur komen niet minder dan 200 personen. Onder deze omstandigheden benijdt spreker deze doctoren niet. Zij verrichten een werk, dat hun gezondheid bedreigt.’
01-12-1932, Het Volk, pagina 3

Getty Images
Getty Images

Huisarts bezoekt een ziek kind 1944

1944 Krankzinnig druk is het

Tijdens de bezetting van Nederland blijft de dokter druk. Patiënten worden al in mei 1940 opgeroepen naar het spreekuur te komen. Het Volk interviewt in maart 1944 een huisdokter over de drukte, die ongekend is.

‘Krankzinnig druk is het, zegt ons de dokter. En niet alleen op het spreekuur, maar vooral met huisbezoeken. Veel drukker dan het ooit geweest is. (…)

- Maar zijn al die huisbezoeken nu strikt noodzakelijk, dokter?

- Oh neen, in, laat ik zeggen, zes van de tien gevallen helemaal niet. Maar mensen zijn net gek. In gevalletjes waarin ze er vroeger niet aan dachten den dokter in huis te laten komen, krijg ik nu drie, vier keer op een morgen een telefoontje of ik alsjeblieft wil komen. En als ik dan kom is het verkoudheid, een licht griepje. De mensen zijn doodzenuwachtig, denken allemaal direct aan roodvonk, diphtherie, ik weet niet hoe dat komt. Wij hebben het in deze tijd toch al veel drukker dan normaal met de werkelijk zieken, en nu komen er al die kwart-zieken nog bij. Ik kom er bijna niet meer doorheen.’
07-03-1944, Het Volk

Bordje bij praktijk
Bordje bij praktijk

1961 Genoegen voor de een, last voor de ander

In de jaren zestig komt de discussie over de werkdruk van artsen goed op stoom. Ook wordt het zaterdagspreekuur op veel plaatsen afgeschaft, zo is te lezen in Het Vrije Volk in maart 1961.

‘De artsen zijn tot deze maatregel overgegaan omdat juist door het in werking treden van de vijfdaagse werkweek per 1 januari, het zaterdagochtendspreekuur enorm is overbelast. De artsen zijn van oordeel dat het onjuist is om, hetgeen voor de één een genoegen is geworden, het voor de ander tot een last te maken.’
14-03-1961, Het Vrije Volk, pagina 4

1963 Het gezin niet zuinig verwaarloosd

De drukke huisartsenpreekuren trekken een zware wissel op het gezin, zo lucht een doktersvrouw haar hart in De Telegraaf in 1963.

‘Mijn man heeft een huisartsenpraktijk. “Een drieploegenbedrijf door één man bediend”, zegt hij vaak uit de grap. Hij werkt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, zes dagen per week, en vaak nog een groot gedeelte van de zondag erbij. Het gevolg is natuurlijk, dat zijn gezin door hem niet zuinig wordt verwaarloosd. De kinderen weten nauwelijks wat een vader in het gezin is. Alles gebeurt in ijltempo, of helemaal niet. Eten in 5 minuten, te weinig tijd voor vakliteratuur, geen tijd voor ontspanning, jachten maar om al degenen, die hem willen zien, tevreden te stellen.’
16-07-1963, De Telegraaf, pagina 4

1970 Afspraakspreekuur

Al in de jaren zestig werd er geëxperimenteerd met het afspraakspreekuur. Na het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) schaart in 1970 ook de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) zich hierachter, bericht De Waarheid in februari.

‘Als op een klassiek spreekuur de wachtkamer overvol is wordt de arts gedwongen tot een hoger tempo om toch op een redelijke tijd klaar te komen maar bij consulten volgens afspraak zit hij vast aan de afgesproken tijden. Dit tijdverlies zo bleek uit de ervaring van huisartsen die thans een afspraakspreekuur hebben, wordt echter ruimschoots goedgemaakt doordat er veel minder visites nodig zijn.’
24-02-1970, De Waarheid, pagina 2

Je weet de dag tevoren nooit wat je allemaal boven het hoofd zal hangen
Het Vrije Volk, 1962
Het Vrije Volk, 1962

1979 Kleinere normpraktijken, meer tijd

Was er eerder nog sprake van grote huisartsentekorten, eind jaren zeventig speelde een huisartsenoverschot. Huisartsen pleiten in De Waarheid mede daarom voor een verkleining van het praktijkgemiddelde van 2600 naar 2000 patiënten.

‘De kwaliteit van de hulpverlening van de huisarts zal natuurlijk wel op de een of andere manier zichtbaar moeten worden gemaakt. De patiënten zullen ook moeten merken dat de dokter meer tijd en aandacht voor hen heeft nadat hij minder patiënten te helpen heeft.’
14-02-1979 De Waarheid, pagina 8

1995 Een onrustig beroep

In de jaren negentig zouden huisartsen het vanwege de drukte steeds vaker voor gezien houden. In april 1995 vertelt een huisarts in Het Parool over de werkdruk.

‘Een ongezond beroep? “Ik zou liever willen spreken over een onrustig beroep. In de dagelijkse praktijksituatie is, hoe je het ook organiseert, elke dag veel onrust. Je weet de dag tevoren nooit wat je allemaal boven het hoofd zal hangen. (…) Dat van de hak op de tak leven, altijd het gevoel hebben niet te mogen en ook niet te kunnen verslappen, dat zou je een stressfactor kunnen noemen.”’

29-04-1995 Het Parool, pagina 31


Heden

De spreekuren van huisartsen zitten vol en na een lange dag werken, wachten er vaak nog een nacht- of weekenddienst en bergen administratie in de avonduren. Patiënten die met kleinigheden naar de huisartsenpost komen, slokken daar de tijd op. Zonder ophouden wordt in de media en in Medisch Contact aandacht gevraagd voor de hoge werkdruk. En de dokter? Die blijft nog wel een tijdje voortjakkeren.

Dit artikel in tijdschriftopmaak (pdf)

geschiedenis huisartsen werkdruk Tijd
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Eric oelrich

    Huisarts 30 jaar praktijk, Krimpen aan den ijssel

    Natuurlijk was en is en zal het druk zijn
    Dit is ook niet erg
    De burucratie en juridificiering in de huidige maatschappij maakt de acceptatie bij de patiënt verzekeraar en overheid echter veel minder dan ooit
    Dan wordt druk moeilijker te dragen ni...et ondersteund door vertrouwen in vakman/vrouwschap door de maatschappij en angst bij de professional afgerekend te worden door comissies met veel meer tijd dan je zelf ooit zal krijgen tijdens een consult soms op leven en dood wordt zo een duivels dilemma

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.