Generieken weg uit Nederland

Een patiënt gebruikt pantoprazol, maar de apotheek kan het preferente middel van fabrikant Ranbaxy niet leveren. De partijen pantoprazol liggen klaar bij Ranbaxy, maar zijn nog niet vrijgegeven.

Apotheekhoudend huisarts Henk Stelma krijgt van verzekeraar CZ te horen dat hij dan maar pantoprazol van een andere fabrikant moet meegeven. De patiënt belt ook met CZ en krijgt de boodschap dat het onwil is van de huisarts, omdat hij er te weinig aan zou verdienen.

Frank Bongers hoort deze geluiden vaker, als voorzitter van de Bond van generieke geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin). Het preferentiebeleid heeft weliswaar gezorgd voor lagere taxeprijzen (adviesprijzen), maar ook voor leverings- en communicatieproblemen met de zorgverzekeraar. ‘Een geneesmiddel wordt binnen een maand aangewezen als preferent, maar dat is vaak logistiek niet uitvoerbaar bij grote hoeveelheden, omdat de doorlooptijd een halfjaar kan zijn.’

Gevolg is dat continuïteitsproblemen kunnen ontstaan in de levering van preferente middelen. Bij leveranciers die misgrepen bij het contract ontstaan grote voorraden, die bij naderen van de houdbaarheidsdatum worden weggegooid of tegen zeer lage prijzen op de markt komen. Bongers ziet dat zijn leden steeds minder investeren in Nederland. Drie leden hebben hun aanbod voor de Nederlandse markt ingeperkt vanwege het preferentiebeleid.

Bongers: ‘Door het preferentiebeleid ontstaat het gevaar dat er nog maar enkele generieke leveranciers overblijven op de Nederlandse markt. Dat kan leiden tot een monopolie, in plaats van marktwerking en dat kan niet de bedoeling zijn van het preferentiebeleid. Wij pleiten voor marktwerking zonder uitsluiting.’ HC

Lees ook:

• Generiek is niet identiek
• Het goede behouden
• Meer nieuws