Laatste nieuws
Anton Maes
7 minuten leestijd
kosten & baten

Geld voor de huisarts ligt op de plank

Een analyse van de uitgaven aan huisartsenzorg in de periode 2015-2018

19 reacties
Getty images
Getty images

Het geld dat voor huisartsenzorg is begroot, wordt niet allemaal besteed. Intussen krijgen huisartsen wel steeds meer werk. Een oproep aan álle partijen – inclusief huisartsen zelf – om er via onderhandelingen voor te zorgen dat er in de huisartsenzorg wordt geïnvesteerd.

Niet al het geld dat voor huisartsenzorg beschikbaar is, komt ook bij de huisartsen terecht. Hoe kan dat? Bestuurders blijken niet te beschikken over actuele cijfers om te beoordelen of het budget – vastgesteld in het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord – ook echt op de beoogde plaats belandt. En ook huisartsen ontberen die cijfers, wat hun onderhandelingspositie verzwakt. Voor dit artikel hebben we de cijfers uit de hoofdlijnenakkoorden bekeken, vanaf het moment waarop de nieuwe financieringsstructuur inging, 2015, tot en met het laatste voltooide boekjaar: 2018. Dat leidt tot drie conclusies.

  • De uitgaven aan huisartsenzorg blijven steeds verder achter bij de toenemende productie.
  • Het is in ieders belang om het beschikbare budget beter te benutten.
  • De cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) moeten op landelijk en regionaal niveau het onderhandelproces faciliteren.

Moreel recht

Tussen 2015 en 2018 zijn de uitgaven aan huisartsenzorg met 416 miljoen euro toegenomen. Dat lijkt veel, maar meer dan de helft van die groei is een compensatie voor stijgende lonen en prijzen van goederen – de zogeheten indexering. De nettotoename van de uitgaven is dus beperkt; er is in totaal zelfs 128,8 miljoen euro minder uitgegeven dan was begroot (zie kader 1). Het budget uit de bestuurlijke akkoorden geldt als een uitgavenplafond. Voor dit budget geldt dat huisartsen geen aanspraak kunnen maken op het geld dat voor hun zorg is gereserveerd maar dat door verzekeraars niet wordt uitgegeven. Juridisch gezien is er geen recht op het afgesproken budget. Maar misschien is er wel een moreel recht. Want er zijn de afgelopen jaren veel extra taken op het bordje van de huisarts beland. Die extra taken vragen extra tijd en dus geld. Hier zijn enkele voorbeelden van die extra taken: - Zorg die zonder formele afspraken door de tweede lijn wordt teruggegeven aan de huisarts: bijvoorbeeld controle van stabiele ADHD-patiënten. - Extra werk door nieuwe en door herzieningen van oude richtlijnen: bijvoorbeeld richtlijn voor huidtumoren. - Door stelselwijziging van AWBZ naar de Wet langdurige zorg hebben huisartsen meer zorgtaken voor meer thuiswonende kwetsbare ouderen. - Er is meer behoefte aan coördinatie van zorg in een complexer zorglandschap. Niet alleen is de ervaren werkdruk toegenomen, ook de feitelijke werklast voor de huisarts is significant gestegen.

Werklast

In de laatste vier jaar is het aantal patiëntcontacten sterk gegroeid (zie kader 2). Er zijn vooral flink meer contacten in segment 1 (consulten en POH-ggz), maar het budget voor dat segment is slechts weinig toegenomen. Gecorrigeerd voor indexering zijn de uitgaven aan huisartsenzorg (HAZ) in vier jaar netto slechts 4,3 procent gestegen terwijl het aantal consulten met 13 procent is toegenomen.

Het consulttarief is niet kostendekkend

De vergoeding voor de basishuisartsenzorg bestaat uit een combinatie van consultvergoeding en inschrijfvergoeding. Als de werklast van een huisarts toeneemt omdat het aantal consulten stijgt, worden huisartsen daarvoor slechts beperkt gecompenseerd; het consulttarief – minder dan 10 euro – is niet kostendekkend. Anders gezegd: in de akkoorden is weliswaar meer geld voor huisartsenzorg gereserveerd, maar dat is slechts ten dele gebruikt om huisartsen te compenseren voor het extra werk en de toegenomen werklast.

Praktijkopvolging

Elke vier jaar onderzoekt de NZa de kosten van de huisartsenzorg. Op basis hiervan worden de tarieven opnieuw vastgesteld. Tussen dit onderzoek en het aanpassen van de tarieven zit drie jaar. Zo is het laatste kostenonderzoek gehouden over het boekjaar 2015; in juli 2017 zijn de cijfers gepubliceerd; de consequenties hiervan zijn pas vanaf 2018 in het huisartsentarief verdisconteerd. De nieuwe tarieven worden níét met terugwerkende kracht gecompenseerd. Bovendien gaat het kostenonderzoek uit van een vast norminkomen voor alle dagzorg. Er is geen extra beloning voor extra werklast, werkuren en verantwoordelijkheden, omdat de NZa uitgaat van een werkweek van maximaal 40 uur, ongeacht hoeveel uur er werkelijk gewerkt is. Dit is één van de redenen waarom het moeilijk is om praktijkopvolgers te vinden.

Juiste zorg

Een reële investering in de basishuisartsenzorg conform de bestuurlijke akkoorden is alleszins terecht omdat de huisarts meer taken heeft gekregen. Zo’n investering is ook in het belang van zorginkopers en beleidsmakers die – conform het VWSprogramma ‘De Juiste Zorg op de Juiste Plek’ – de zorg doelmatiger willen maken. Huisartsen spelen in dit programma een belangrijke rol. De huidige toename van hun werklast komt deels ook door het verplaatsen van zorg vanuit de tweede lijn. Door het aantal ziekenhuisbedden en ggz-bedden te verminderen en de ligduur te beperken, is de werklast van de huisarts toegenomen. Steeds meer stabiele patiënten worden nu voor poliklinische followup terugverwezen naar de huisarts. De precieze omvang van deze substitutie is moeilijk in kaart te brengen. Maar het is evident dat de groeiende kloof tussen de begrote huisartsenkosten en de productiegroei op langere termijn niet houdbaar is. Bovendien is – volgens de VWS-jaarverslagen – het kader van de medisch-specialistische zorg in 2015-2018 met 1668,6 miljoen euro overschreden.1-4 Dus terwijl het beleid erop is gericht om zorg van de tweede naar de eerste lijn te verplaatsen, gaat de tweede lijn met ruime cijfers over haar begroting heen en wordt het voor de eerste lijn beschikbare geld niet uitgegeven. Om de transitie naar doelmatige eerstelijnszorg te stimuleren en waarnemers aan te moedigen om de stap naar praktijkhouderschap te zetten, is het belangrijk dat de beschikbare budgettaire ruimte beter wordt benut.

Onderhandelingspositie

Het is ook aan de huisartsen zelf om de beschikbare middelen naar zich toe te trekken. Daarvoor zijn nodig: kennis van de kostprijs en een gelijkwaardige onderhandelingspositie bij de jaarlijkse contractbesprekingen met de zorgverzekeraars. Aan beide ontbreekt het nu. Het nieuwe hoofdlijnenakkoord 2019-2022 biedt een helder overzicht van afgesproken taken en investeringsafspraken. Zolang er in het hoofdlijnenakkoord geen productieafspraken staan over met name de basiszorg, zijn er ook niet veel mogelijkheden om concrete consequenties te verbinden aan een sterke productiestijging (zie kader 3). Productieafspraken zouden dus een explicietere plaats moeten krijgen in de onderhandelingen voor een bestuurlijk akkoord. Professionalisering van regionale huisartsenorganisaties, inclusief kennis van kostprijzen, is van belang om de afspraken in het hoofdlijnenakkoord te verwezenlijken. Er zijn gelden voor organisatie & infrastructuur (O&I) beschikbaar gesteld om lokale en regionale huisartsenorganisaties te helpen ontwikkelen. Het is nu aan de huisartsen om te laten zien waarom, hoe en wanneer een (re)organisatie noodzakelijk is en welke middelen daarvoor nodig zijn. Huisartsenorganisaties met een sterke en professionele organisatie hebben meer kans om door constructief onderhandelen het beschikbare budget zinvol te besteden.


Kaders

1. Macrocijfers

Van 2015 tot en met 2018 stegen de uitgaven aan huisartsenzorg (HAZ) en multidisciplinaire zorg (MDZ) gezamenlijk van 3057 miljoen euro naar 3473 miljoen euro (+13,6%) zie tabel 1. Uit de suppletoire VWSbegroting blijkt dat over deze vier jaar 217 miljoen euro is toegevoegd aan de begroting voor loon- en prijsbijstelling (indexering). Dat betekent dat slechts 48 procent van de groei van de huisartsenzorg nettogroei is, de rest is compensatie voor hogere lonen en prijzen. Voor HAZ alleen is de groei in vier jaar geen 11 procent maar netto 4,32 procent. De netto totale groei was 1,88 procent per jaar.

Echter, in de beide bestuurlijke akkoorden is afgesproken dat er ruimte is voor een nettogroei van 2,5 procent. Opvallend is ook de overschrijding van MDZ die is gecompenseerd door een substantiële onderschrijding van HAZ, zie ook tabel 1 (op blz. 30). En dat terwijl de MDZ-groei ook ten goede komt aan andere disciplines. Er is 467,6 miljoen euro bespaard op basiszorg (HAZ) en 338,8 miljoen euro meer uitgegeven in de ketenzorg (MDZ).5 Voor beide kaders samen is in de afgelopen vier jaar 128,8 miljoen euro minder uitgegeven dan beschikbaar was

2. Productiegroei

We hebben de toename van het aantal patiëntcontacten berekend op basis van de Vektismonitor kostenontwikkeling over 2014 t/m 2018 (zie tabel 2) .6-9 Het toegenomen aantal contacten in de ketenzorg verklaart ook de grote kostengroei in MDZ en dus de overschrijding.

Huisartsen zijn meer ketenzorg gaan leveren dan was begroot. Het aantal consulten – dat verreweg het grootste deel uitmaakt van het aantal contacten – groeide met 13 procent. Het aantal contacten met de POH-ggz groeide met 26 procent terwijl het aantal contacten bij de POHs (somatiek) met 16 procent daalde.

3. Onderhandelingen en transparantie

Een belangrijke voorwaarde voor constructieve onderhandelingen is de beschikbaarheid van betrouwbare gegevens. Wij hebben in dit artikel de gegevens van afgelopen jaren gebaseerd op niet-openbare Vektisgegevens. Voor de toekomst moeten alle onderhandelaars over actuele gegevens kunnen beschikken. Wij sluiten ons daarom aan bij de oproep van de LHV en InEen aan het adres van de NZa om de Monitor Contract-afspraken uit te breiden met duidelijke cijfers inclusief een subanalyse per regio. De belangrijke thema’s waarop dit van toepassing moet zijn, staan in het bestuurlijk akkoord en in de genoemde LHV/InEen-brief.


Voetnoten

1. Ministerie VWS. Jaarverslag van het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport (XVI) 2015. 2016.

2. Ministerie VWS. Jaarverslag van het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport (XVI) 2016. 2017.

3. Ministerie VWS. Jaarverslag van het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport (XVI) 2017. 2018.

4. Ministerie VWS. Jaarverslag van het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport (XVI) 2018. 2019.

5. Maes A. Stringente sturing basiszorgtarief huisarts biedt beperkte financiele ruimte. Zorgenstelsel.nl. [Online] 24 Oktober 2018. http://zorgenstelsel.nl/stringente-sturing-basiszorgtarief-huisarts-biedt-beperkte-financiele-ruimte/.

6. Vektis. Monitor kostenontwikkeling huisartsenzorg 2015 Q4. 2016.

7. Vektis. Monitor kostenontwikkeling huisartsenzorg 2016 Q4. 2017.

8. Vektis. Monitor kostenontwikkeling huisartsenzorg 2017 Q4. 2018.

9. Vektis. Monitor kostenontwikkeling huisartsenzorg 2018 Q4. 2019.

Auteurs

Erik Verschuren huisarts en master gezondheidseconomie
Anton Maes voormalig huisarts

Contact

huisarts.erik.verschuren@gmail.com
cc: redactie@medischcontact.nl

download dit artikel (pdf)

kosten & baten
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Anton Maes

    huisarts niet-praktiserend, Dieren

    Beste Els, Erik en ik hebben het hier niet over gehad. Reactie mijnerzijds vind ik lastig als voormalig huisarts. Wel heb ik de laatste jaren 20 blogs geschreven over de ANW, zie m.n. 23.6.2017 en 2.5.2018. Verder was er de Toekomstvisie (21-1-2019),... met kernwaarde continue, maar ook gezamenlijk (!) en met als kerntaak spoedzorg. Het huidige ANW-standpunt hebben de huisartsen zelf begin deze eeuw (of nog eerder) vastgesteld. En kan langs de bekende verenigingsroute (inmiddels 4 verenigingen) via de Ledenraden als "SMART/PDCA/IMRW/ZINVOL"- motie ANW richting bestuur ook weer anders worden. Gebruik de verenigingsdemocratie zou ik zeggen, daar laat ik het bij. Succes met weer de juiste spirit.

  • Els van Veen

    , huisarts

    PS; ik bedoel; met alle praktijkhoudend huisartsen samen het 'contract' 2020/2021 met de zorgverzekeraar weigeren omdat we via dit 'çontract' gedwongen zijn avond-nacht- en weekenddienst te verrichten?

    Ik schrijf dat de LHV ons niet helpt, omdat i...k hun oplossing, strengere triage, niet reëel vind. Dat zal alleen maar leiden tot inflatie van de urgentie bij de triagistes op de huisartsenposten omdat zij eventueel bedreigd worden door mensen, en bij weigering tot spoedhulp een klacht kunnen krijgen. En de dienstdoend huisarts eveneens.

  • Els van Veen

    , huisarts

    Beste Erik en Anton, en wat is jullie advies ten aanzien van (landelijk, want tarieven via NZa en verplichting 7x24 uur via ZN,) avond-nacht- en weekenddiensten?
    Dat is namelijk ook veel te zwaar. We kunnen onze diensten, vooral nacht voor 76 euro/u...ur, niet meer verkopen aan waarnemers. Maar dit loopt niet via de regio.
    En de LHV helpt ons hier niet in.
    Ik voel me eerlijk gezegd moedeloos.

  • Erik Verschuren

    huisarts, Nijmegen

    Beste lezers,
    Dank voor jullie reacties. Goed om te lezen dat het spanningsveld herkent wordt. Het artikel was bedoeld inzichtelijk te maken wat in de onderbuik van vele huisartsen al een tijdje speelt, de balans tussen werklast en beschikbare midde...len loopt uit de pas. Inzicht en cijfers zijn een eerste aanzet om het probleem helderder te krijgen, maar ik hoop dat dat ons niet lam slaat van moedeloosheid. Veel collega's vroegen mij 'wat kan ik hier nu mee'. Ik zal hieronder enkele suggesties doen.
    In het artikel riepen we huisartsen op beter te onderhandelen, deze oproep was gericht aan huisartsenorganisaties op landelijk en regionaal niveau. Wat kunnen individuele huisartsen(praktijken):
    1. regionale huisartsenorganisaties mandaat geven om te onderhandelen. Te vaak hoor terughoudendheid door de angst van verlies van autonomie. Alleen samen kun je een vuist maken.
    2. Inventariseer en deel met elkaar waar de werklast is toegenomen. Bijna dagelijks zie ik voorbeelden van werk op het bordje van de huisarts dat door andere zorgverleners gedaan kan/moet worden. Bv vandaag: een specialist vergeet iemand over te dragen aan ander ziekenhuis en patiënt die vervolgens voor specialistische controle op mijn spreekuur komt. Geef die verantwoordelijkheid ook weer terug. Pak een keer die telefoon op of inventariseer en stuur iemand namens de hagro.
    3. Met het laatste punt samenhangend, durf ook nee te zeggen tegen zorg die niet onze verantwoordelijkheid is. Huisartsen zijn een vangnet en coördinator van zorg voor onze populatie, dat betekent niet dat wij altijd zorg zelf hoeven uit te voeren.
    Kortom, we zullen toch wat vaker uit de spreekkamer moeten komen, om de druk in de spreekkamer te verminderen.
    Laatste opmerking: in een nog niet gepubliceerd artikel laat ik zien dat meer geld vaak gepaard gaat met weer werk. Meer middelen/inkomen is gezien deze trend en de nijpende arbeidsmarkt niet de oplossing om de werklast de verlagen.

  • Anton Maes

    huisarts niet-praktiserend, Dieren

    Beste Arjen, goed te lezen dat het vuur nog niet gedoofd is. Als wordt nagestreefd "dit moet stoppen", zo eindig je, dan zal eerst de beroepsgroep zelf een aantal fundamentele wijzigingen moeten doorvoeren. Op mijn weblog, heb ik als poging een voorz...etje gegeven met een uitgebreide toelichting op dit artikel.

  • Arjen Göbel

    huisarts, Amstelveen

    L'histoire se repète. Al een jaar of 15 wordt ons takenpakket uitgebreid onder het motto: 'u wordt infrastructureel en financieel ondersteund!'. Het begon met ketenzorg. Eenmaal opgetuigd met personeel met contracten voor onbepaalde tijd, investering...en in tijd, ruimte en scholing en 200 vergaderingen later, wordt deze zorg als een Trojaans paard ingelijfd bij het 'vaste takenpakket van de huisarts'. En zo wordt alles waarvan de overheid wil dat wij het goedkoper doen dan een ander, als 'innovatief' bij ons ondergebracht. Ooit begon ik met één assistente. Nu heb ik 8 man personeel, 4 spreekkamers en een ingewikkelde financiële administratie voor hetzelfde beroep als 20 jaar geleden. Mijn omzet is gegroeid van 2,5 naar 4,3 ton, waarbij meer dan 3 ton opgaat aan kosten, waarvan mijn accountant zegt: 'hoe komt het toch dat de mééromzet volledig opgaat aan kosten, willen jullie aan al die omzet niets verdienen soms? Dit is geen gezonde bedrijfsvoering'. Antwoord: alle Trojaanse paarden die wij de afgelopen 15 jaar binnenlaten worden tegen kostprijs door de verzekeraars als patiëntgebonden 'modules' uitbetaald met als landelijke betaaltitel 'kosten huisartsenzorg'. Terwijl het substitutionele handelingen betreft waarvan de beoogde bezuiniging in de tweede lijn helaas niet zichtbaar is en ik er weinig tot niets aan overhoud. Ik fungeer als financieel doorgeefluik, wat ik helemaal niet wil. Ik krijg er personeelsbeleid bij, wekelijkse besprekingen, honderden vergaderingen. Het erge is dat op Prinsjesdag steeds weer gezegd wordt: 'de huisartsen krijgen er weer 200 miljoen bij', terwijl dat potverkoffie geld is dat via ons rechtstreeks aan nieuwe naar ons overgehevelde zorgtaken (lees personeel, ruimte etc.) wordt uitgegeven, op verzoek van de minister.
    Het grote probleem is: ik heb het veel te druk. Ik wil er helemaal geen taken bij. Ook niet als dat 'infrastructureel en financieel ondersteund wordt'. Ik wil al mijn tijd aan mijn patiënten besteden! Dit moet stoppen!

  • Nico Terpstra

    huisarts, Hoorn

    Zeg naieve jonge dokter, beetje geniepig anoniem reageren getuigt niet erg van klasse. Of ben je soms een trol?

  • Naïeve jonge dokter

    , Basisarts

    Beste collega's,

    Wellicht een punt dat niet helemaal aansluit op het artikel, maar wel raakvlakken heeft met het besproken onderwerp: worden wij als artsen niet al jarenlang overbetaald? Jonge artsen (en ik als telg in het artsengilde) werken gemi...ddeld een 10 à 20 uur per week over en verdienen ongeveer €3400 bruto FTE. Ik ben overigens dik tevreden met het salaris. Waar ik minder tevreden over ben, is de werkdruk, die mij soms beperkt in het leveren van de best mogelijke zorg (en die best mogelijke zorg wil ik dan toch bieden, waardoor ik de overuren maak). Is het niet beter om de grotere zorgvraag op te vangen met meer mensen, ten koste van ons eigen salaris, in plaats van te pleiten voor een hogere beloning?

    Hartelijke groet,

    Een naïeve jonge dokter

  • Huub van Haasteren

    huisarts, Leiderdorp

    Beste Anton en Erik, dank voor jullie artikel! Volgens mij gaat de discussie (waarbij ik het aantal reacties overigens opvallend veel minder vind dan ik had verwacht) echter niet zozeer over ons inkomen, maar vooral over de terechte frustraties m.b.t.... het ontbreken van transparantie en (daardoor) het ontbreken van een goede onderhandelingspositie. De gemiddelde huisarts kan het hele proces al jaren niet meer volgen, snapt het niet, interesseert het niet of heeft er gewoon geen tijd voor (misschien dáárom dat er beneden verwachting op het artikel gereageerd wordt?). Waar het over ons inkomen gaat, heeft het niet zozeer te maken met de hoeveelheid die we overhouden onder aan de streep (al is dat óók belangrijk) maar vooral de manier waarop het is opgebouwd. Ik ben het helemaal eens met collega Geert Slock dat het consulttarief belachelijk laag is. Ik denk dat de meeste huisartsen (incl. toekomstige praktijkhouders!) zich meer gewaardeerd voelen als dit tarief substantieel omhoog zou gaan. Ook jullie schrijven dat het consulttarief niet kostendekkend is en dat de financiering van segment 1 erg achterblijft bij de groei. Wat mij betreft moet het geld dat op de plank ligt hieraan besteed worden, desnoods wordt een deel van het geld voor de MDZ (de multidisciplinaire zorg heeft het budget ruim overschreden) teruggehaald en gebruikt om segment 1 te versterken, het is immers huisartsengeld. Net als collega Slock ben ik de laatste tijd vooral bezig met GGZ- en ouderenproblematiek en is het aantal thuiszorgmedewerkers, fysio's en andere eerstelijns zorgverleners dat aan de balie staat of onze praktijk belt om hun zorgen te uiten schrikbarend toegenomen (dat gaat nog wat worden met wijksamenwerking, het is toch de huisarts die het telkens weer op mag lossen!). Problematiek waarvan ik me steeds vaker afvraag of het op ons bordje hoort, zeker als de verzekeraar ook nog eens eist dat mijn POH-S verpleegkundig opgeleid is om complexe ouderenzorg te kunnen declareren!

  • Anton Maes

    huisarts niet-praktiserend, Dieren

    @Ruud Gebel. Even over de "40 uur". In het laatste kostenonderzoek (hfst.3.2, pg.26), staat dat de gemiddelde fte per huisarts-eigenaar de uitkomst is door de fte factor per week ("40 uren of meer per week") te vermenigvuldigen met de fte factor per ...jaar ("46 weken of meer per jaar"). Deze uitkomst is maximaal 1. En deze 1 staat ook voor het arbeidskostenbestanddeel en is gekoppeld aan andere normeringen zoals praktijkgrootte (2095) en aantal consulten (8966 p/jr). De overuren problematiek is nadien bij de rechter aangekaart (ECLI NL:CBB:2015:370), uitspraak 1-12-2015: bezwaar afgewezen omdat de overuren "niet als excessief kan worden bestempeld bij een fulltime invulling van de functie". Overigens had ons artikel helemaal niet als doel een inkomensdiscussie aan te zwengelen, maar dat terzijde.

  • Nico Terpstra

    huisarts, HOORN NH

    De maat is meer dan vol wat mij betreft, ik lanceer hier in West-Friesland een protestactie. Ik wens daarom helemaal nergens en nooit meer door bestuurders met knikkende knieën van LHV noch de ambtenaren van InEen (passanten) vertegenwoordigd te word...en als praktijkhoudend huisarts.

    De tijd is nu: metafoor: wij zijn inwoners van Hong Kong en de republiek China lijkt onze vrijheid af te pakken, stand up and be counted.

  • Ruud Gebel

    huisartts, Alphen aan den Rijn

    Beste Anton en Erik, goed stuk. Wel een opmerking: ik heb nergens in de NZa beleidsregels c.q. kostenonderzoek kunnen vinden dat de NZa uitgaat van een werkweek van MAXIMAAL 40 uur. Volgens mij valt te lezen dat men uitgaat van een rekeninkomen gebas...eerd op 40 uur, maar dat dat rekeninkomen dus omhoog gaat naar mate je meer werkt.
    Zo kom je ook op een uurtarief van ruim 73 euro bruto per uur in de dagsituatie, hetgeen ons tarief in de ANW uren belachelijk laag doet voorkomen, als je het bijvoorbeeld vergelijkt met de ORT in de ziekenhuiswereld.
    Dat er geen level playing field is, is mij een doorn in het oog. Ik maak deel uit van een overlegteam huisartsen. Wij mogen niet onderhandelen namens de groep, de zorgverzekeraar hoeft niet met individuele huisartsen te onderhandelen. Zorgverzekeraars zijn niet verplicht transparant te zijn in hoeveel middelen zij aan huisartsenzorg besteden, zodat wij niet kunnen achterhalen of de budgetruimte die er is wordt benut. De afspraken uit het HLA zijn plafondafspraken, maar zorgverzekeraars zijn niet verplicht dat uit te geven, ook als huisartsen daar goede plannen voor hebben. Eerlijk? Hoe bedoelt u?

  • Ruud Gebel

    huisartts, Alphen aan den Rijn

    Beste Anton en Erik, goed stuk. Wel een opmerking: ik heb nergens in de NZa beleidsregels c.q. kostenonderzoek kunnen vinden dat de NZa uitgaat van een werkweek van MAXIMAAL 40 uur. Volgens mij valt te elzen dat men uitgaat van een rekeninkomen gevba...seerd op 40 uur, maar dat dat rekeninkomen dus omhoog gata naar met je meer werkt.
    Zo kom je ook op een uurtarief van ruim 73 euro bruto per uur in de dagsituatie, hetgeen ons tarief in de ANW uren belachelijk laag doet voorkomen, als je het bijvoorbeeld vergelijkt met de ORT in de ziekenhuiswereld.
    dat er geen level playing field is, is mij een doorn in het oog. Ik maak deel uit van een overlegteam huisartsen. Wij mogen niet onderhandelen namens de groep, de zorgverzekeraar hoeft niet met individuele huisartsen te onderhandelen. Zorgverzekeraars zijn niet verplicht transparant te zijn in hoeveel middelen zij aan huisartsenzorg besteden, zodat wij niet kunnen achterhalen of de budgetruimte die er is wordt benut. De afspraken uit het HLA zijn plafondafspraken, maar zorgverzekeraars zijn niet verplicht dat uit te geven, ook als huisartsen daar goede plannen voor hebben. Eerlijk? Hoe bedoelt u?

  • geert slock

    huisarts, sluis

    Weer een zeer duidelijke analyse van Anton en Erik.
    Ik heb NZA gevraagd om alle geld dat op de plank blijft liggen bij de zorgverzekeraar het jaar erop automatisch toe te voegen aan de (ridicuul lage) consulttarieven, helaas nog geen reactie gekr...egen.
    Het is al jaren consequent VWS beleid om de huisartsenfinanciering enerzijds via NZA af te knijpen en anderzijds voor elke vraag naar extra geld naar ZN te sturen, waarbij de ACM (voorheen NMA) ervoor zorg dat er niet onderhandeld wordt en de huisarts bij het kruisje moet tekenen.
    Daarnaast is het hele substitutieverhaal erg intransparant, ook dit is VWS beleid want zo kan je bezuinigingen camoufleren. Slecht een minderheid van de gesubsitutueerde zorg krijg ik mooi overgedragen en vergoed, nl de diabetes/cvrm en asthma/copd. De meeste extra zorg van de laatste jaren bestaat uit psychiatrie en complexe ouderenzorg, over de schutting bij de huisarts gedumpt wegend draconische besparingen in deze sectoren. Psychiatrische consulten van een uur en visites complexe ouderenzorg van anderhalf uur met eindeloos overleg zijn geen uitzondering, nu mag ik hier respectievelijk 18 en 25 euro voor declareren dankzij NZA, dus dat moet dringend beter.

  • Kimberly Cox-Limpens

    Huisarts, Gulpen

    Complimenten Erik en Anton voor dit heldere en essentiële artikel!
    Voor mij zijn sommige feiten nieuw. Toch schrikt het mij niet af om een praktijk over te nemen.
    Eerlijk gezegd geeft dit artikel mij juist goede hoop voor de toekomst. Met dit soor...t heldere uiteenzettingen hoop ik dat het bewustzijn groeit en uiteindelijk ook onze daadkracht toeneemt. Dat er geld op de plank blijft liggen bied mogelijkheden.
    Als individuele huisarts zie ik mij inderdaad niet veel mogelijkheden om iets te veranderen. Echter, samen staan we sterk zolang we met de neus dezelfde kant op kijken.

  • K.V Maltha

    Huisarta, Nijmegen

    Wat een goed stuk zeg! Complimenten aan Erik en Anton! Kost wat tijd om te lezen maar dan heb je ook wat :) Ik vind het een schokkend verhaal. Onze onderhandelaars beschikken niet over betrouwbare gegevens. Het hoofdlijnenakkoord is nu al op meerdere... vlakken geschonken en onze reactie is een brief (ipv een leger advocaten). Het aantal consulten is gestegen terwijl dit niet eens kostendekkend is! We kiezen er dus voor om meer verlies te draaien. Ondertussen maken we het budget niet eens op terwijl de specialisten elk jaar erboven zitten ondanks meer en meer substitutie. Er is geen extra beloning voor de extra werklast en we blijven toch meer werk doen. Het VWS /NZ moet zich ieder jaar weer kapot lachen. En wat gek dat niemand meer praktijkhouder wil worden... irritante millennials zeg. Eerlijk is eerlijk, we kunnen niemand anders de schuld geven dan onszelf. Het resultaat van jaren lang geitenwollen sokken politiek zonder slagkracht. Maar laten we vanuit de opleiding vooral goed zorgen dat we kunnen reflecteren! Waar is de weerbaarheid en hoe kunnen we zo over ons heen laten lopen? De Nederlandse huisarts hoort bij de top van de wereld en toch zie ik als jonge huisarts de toekomst somber in.

  • W.J.Duits

    Bedrijfsarts, Houten

    Als iemand meer werk doet, dan kan het effect zijn dat er eindelijk eens efficiënt wordt gewerkt, waardoor het logisch is dat er niet meer geld nodig is. Het kan ook zijn dat er gewoon in de prijs wordt afgeknepen. En door er voor te zorgen dat de p...rijs en vergoedingsstructuur zo onoverzichtelijk mogelijk is, waardoor het voor een gemiddelde huisarts niet meer te snappen is. Een gefundeerd protest is dan moeilijk te geven.
    Welke optie is het?

  • Gemma Olislagers-Lemmens

    Huisarts, Den Bosch

    Duidelijk artikel, vol met feiten. Feiten die bij allen uitgebreid bekend zijn. Feiten waaraan niemand iets lijkt te willen doen. Voor een dubbeltje op de eerste rang zitten is wat VWS, ZN en NZA het liefst zouden kunnen blijven doen. En het dan vree...md vinden dat de substitutie niet van de grond komt? Wij willen niet langer fungeren als het afvoerputje van de zorg in Nederland. Zorg is niet gratis, zélfs huisartsenzorg niet. Begint dit langzaam door te dringen ergens??? Ik vrees van niet, en langzaam gaat ons zorgsysteem keihard ten gronde....

  • E.B. van Veen

    huisarts, Kampen

    Een heel goed inzichtgevend artikel. Twee opmerkingen. 1e: Onze praktijk heeft in 2015 -verplicht- meegedaan met het NZa kostenonderzoek. Het viel me toen op dat de antwoorden niet goed ingevuld konden worden omdat de NZa bij veel vragen geen mogeli...jkheid gaf het reële antwoord kwijt te kunnen. Bijvoorbeeld bij het aantal uur dat een huisarts per week werkte was een maximum aantal uur, ik meen 44 uur per week.
    Verder kan ik als individuele huisarts niet in gelijkwaardig gesprek met de ziektekostenverzekeraar (Zilveren Kruis Achmea) over het contract voor 2020. Het contract wordt een 'overeenkomst' genoemd maar ook dat is een eufemisme. Het is namelijk een uitgebreide vragenlijst (hoeveel patiënten ingeschreven, welke leeftijd, welke diagnoses enz.) waar ik opnieuw geen proza kwijt kan (net als het kostenonderzoek van de NZa). Dus ik vind dit een goed artikel, maar zie niet goed hoe een individuele huisarts iets aan deze situatie kan veranderen. Ik ben ook bang dat het vijf over twaalf is wat dit betreft. In grote delen van Nederland worden praktijken niet meer opgevolgd. En ook dit probleem komt terug op het bordje van de praktijkhouder. VWS, ZN en NZa doen niets en kijken toe.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.