Laatste nieuws
Karin Spaink
2 minuten leestijd
De andere kant

Gekwakkel

Plaats een reactie

Soms voel ik me zo’n zeur, maar na twee maanden kwakkelen, was ik het zat. Ik ging van griep naar verkoudheid naar sinusitis naar verkoudheid naar tussendoor twee kilo afvallen (in mijn geval bijna 5 procent van mijn gewicht) naar diarree naar lusteloosheid naar pijnlijke keelklieren en had zowat elke middag verhoging. Al met al was ik in de afgelopen maanden maar één week vrij geweest van gedoe.



Ik ging langs bij de oncologiepoli: of ik een afspraak mocht. Ik kwam net van cardiologie vandaan: mijn hart moet onder de loep want sinds de Herceptin bonkt het te veel. Bij de hartpoli ging alles op de lange baan: echo plus een kastje dat ik over een maand een dag op het hart moet dragen, uitslagen over twee maanden. Nu lijkt er niets acuuts gaande, maar dit riekt naar nonsens: tegen de tijd dat ik de uitslagen krijg, ben ik godlof klaar met Herceptin, de vermoedelijke boosdoener.



Bij de oncologiepoli ging het anders. De verpleegkundige aan de balie hoorde me aan, keek in de agenda en zei dat ze me er wel tussen kon duwen. Binnen tien minuten zat ik bij mijn oncoloog. Hij luisterde naar mijn verhaal en bevoelde klieren, ex-borst en beklopte me. Het klonk niet naar metastasen, zei hij. Nu was dat niet mijn eerste gedachte maar toch was het fijn dat te horen. Voor de zekerheid bloedonderzoek en een thoraxfoto.



‘Kan het zijn dat mijn immuunsysteem een opdonder heeft gehad en dat ik nu bevattelijk ben voor zowat alles?’ De oncoloog keek even naar me. ‘Hoeveel werk je nu?’ Dat suggereerde dat het antwoord op mijn oorspronkelijke vraag nee was. ‘Ruim veertig uur per week, soms veel meer’, antwoordde ik. ‘Hm. De ervaring leert dat dat te veel kan zijn zo kort na zo’n zware chemo.’



Ik was even beduusd. Dat het aan mezelf kon liggen, dat ik wellicht te veel van mezelf vergde gezien de recente geschiedenis, daaraan had ik niet gedacht. Ik denk namelijk altijd dat ik te weinig doe en zit mezelf daarmee mateloos op de huid. ‘Da’s een nieuwe invalshoek’, zei ik naar waarheid. ‘Het duurt minstens een jaar voor je weer op je oude niveau bent’, zei hij. Hij kent me inmiddels een beetje en weet van mijn eeuwige moeten en willen. ‘De laatste chemo was eind augustus vorig jaar’, zei ik. Hij herstelde zich fideel: ‘Dan kun je gevoeglijk vergeten wat ik zojuist zei.’ Ik mag mijn oncoloog graag, juist om zulke opmerkingen.



Twee dagen later belde hij met de uitslagen. Alles was in orde. ‘Dan zal het toch mijn immuunsysteem zijn’, zei ik. ‘En dan moet ik me maar bij dat gekwakkel neerleggen’. ‘Er is een kans dat het van de Herceptin komt,’ zei de oncoloog. ‘Hou het in de gaten, en meld je je als het erger wordt?’



Nog twee keer Herceptin, dan ben ik ervan af. En dan moet het nog mijn systeem uit. Het spul heeft een halfwaardetijd van een half jaar, dat duurt nog even.


’s Avonds zat ik te piekeren. Ik voelde me al weken lusteloos, zo opgesloten in mezelf dat ik ineens weer helemaal niet tot werken kwam. Ja, er was van alles gaande dat niet prettig was: een doodzieke vriendin, gedoe in de familie, te veel dingen die me niet lukten - maar toch, dat rare opgesloten gevoel stamde al van daarvoor. Mijn hart deed weer een rare roffel. Da’s de Herceptin, zei ik tegen mezelf.



De Herceptin? En ineens wist ik waar dat opgesloten gevoel vandaan kwam. Ik raak weer depressief van dat spul. Nog maar twee keer.



Karin Spaink



Klik hier voor het PDF van dit artikel

cardiologie verkoudheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.