Geen sondevoeding bij pancreatitis
Plaats een reactieVroeg starten met sondevoeding bij acute pancreatitis verlaagt de kans op infecties en overlijden niet. Het is minstens even effectief als pas op sondevoeding wordt overgegaan als orale voeding niet meer wordt verdragen. Dat concluderen Olaf Bakker en zijn Nederlandse collega’s in NEJM.
Voor hun gerandomiseerde onderzoek includeerden de auteurs in totaal 208 patiënten uit 19 Nederlandse ziekenhuizen met een eerste episode van acute pancreatitis. Deze patiënten hadden op basis van bepaalde scores en ontstekingsparameters een hoog risico op complicaties. Zij kregen ofwel voeding via een neus-jejenumsonde (binnen 24 uur na randomisatie) ofwel orale voeding die werd gestart na 72 uur met de eerste drie dagen intraveneus vocht. Deze laatste groep kreeg sondevoeding als de orale voeding na 96 uur niet werd verdragen, wat voorkwam in 31 procent van de gevallen.
Ongeveer evenveel patiënten met sondevoeding als met orale voeding (25% vs 26%) kregen binnen de eerste 6 maanden na opname een ernstige infectie (pneumonie, pancreasnecrose of bacteriemie). Ook de sterftecijfers waren vergelijkbaar (11% vs 7%). Tot nu toe is er veelal observationeel onderzoek verricht dat vroege versus late enterale voeding met elkaar vergelijkt. Dit gerandomiseerde onderzoek is helaas te klein om superioriteit van orale voeding – en dus relatief late voeding – te kunnen aantonen. Volgens de auteurs vermindert het pas overgaan op sondevoeding als orale voeding niet wordt verdragen, in ieder geval ongemak voor de patiënt en voorkomt het complicaties zoals oesofagitis en obstructie.
Esmay Bresser
Lees ook:
- Meer pancreatitis bij moderne antidiabetica
- Probiotica- doden door Darmischemie
- Probiotica volgens UMC oorzaak overlijden
- Onderzoek probiotica roept vragen op
- 24 Doden bij Nederlands wetenschappelijk onderzoek
- Er zijn nog geen reacties
