Laatste nieuws
Wetenschap

Geen bewijs dat levend vaccin breder beschermt

Plaats een reactie

Kinderen die een bof-mazelen-rubella(BMR)-vaccin hebben gekregen, zouden volgens sommige onderzoekers daarna ook beter beschermd zijn tegen andere infecties. Nederlands onderzoek van onder meer het RIVM kan deze resultaten niet reproduceren. Het laat zien hoe moeilijk het is om dergelijke effecten op basis van observationele gegevens vast te stellen.

Deense onderzoekers baarden de afgelopen jaren opzien met hun studies naar aspecifieke effecten van vaccins. Levende vaccins, zoals die voor BMR, zouden kinderen ook tegen andere infecties beschermen. Voor geïnactiveerde vaccins (alle andere vaccins uit het rijksvaccinatieprogramma – RVP) zou het omgekeerde gelden: kinderen die deze vaccins het meest recentelijk kregen, zouden juist vaker ziek worden. Dat zou belangrijke informatie zijn, zegt Mirjam Knol, epidemioloog bij het RIVM: ‘Als we bijvoorbeeld de volgorde van het RVP zouden willen aanpassen, dan is het belangrijk om te weten of die volgorde ertoe doet, en op welke manier.’

Knol heeft samen met anderen de studie van de Denen in de Nederlandse situatie herhaald. Van ruim een miljoen kinderen geboren in de periode 2005-2011 is nagegaan hoe vaak ze voor andere infecties in het ziekenhuis werden opgenomen (tot eind 2012). In die periode kregen kinderen volgens schema bij 2, 3, 4 en 11 maanden DKTP-vaccinaties (samen met H.influenzae- en pneumokokkenprik) en bij 14 maanden BMR (samen met meningokokken-C-prik). Vervolgens gingen de onderzoekers na welk vaccin de opgenomen kinderen als laatste hadden gekregen. Kinderen van dezelfde leeftijd werden met elkaar vergeleken. Aangezien de meeste kinderen redelijk volgens schema worden gevaccineerd, kon de vergelijking vooral in de leeftijd van 13 tot 16 maanden worden gemaakt. Rond die leeftijd had een deel als laatste de BMR gekregen, een deel de DKTP.

En jawel: de kinderen die als laatste een BMR hadden gekregen, belandden een stuk minder vaak in het ziekenhuis vanwege infecties dan de kinderen die de DKTP als laatste hadden gekregen. Bevestiging van de Deense studie? ‘Nee’, zegt Knol, ‘Want waarom hebben kinderen van rond de 15 maanden bijvoorbeeld nog geen BMR gehad? In Nederland krijgen ouders gewoon een oproep voor de vaccinatie, ze moeten die actief afzeggen. Voor een deel zal dat zijn omdat de kinderen ziek zijn. Dat kinderen die de BMR op tijd hebben gekregen later minder vaak in het ziekenhuis liggen, komt misschien omdat ze sowieso gezonder zijn, dat noemen we het healthy vaccinee-effect.’ Andere analyses die zij op hun data loslieten, wezen daar ook op. Zo vergeleken ze ook de kinderen die (vooral tussen 10 en 14 maanden) wel of niet de vierde DKTP als laatste vaccin waren geprikt, dus het vierde vaccin al hadden gekregen, kwamen minder vaak in het ziekenhuis. Bij de kinderen die na 14 maanden nog geen BMR hadden gekregen, en dus een DKTP als laatste vaccin hadden gekregen, steeg het aantal opnames vanaf dat moment. Zou dat dan niet wijzen op een negatief effect van de DKTP-prik? ‘Dan zou je verwachten dat die stijging al vanaf 11 maanden inzette, vanaf het moment van de vaccinatie. In dit geval is het toch waarschijnlijker het healthy vaccinee-effect.’

Wat de onderzoekers betreft, is het idee dat een levend vaccin beschermend werkt tegen andere infecties niet aangetoond. Knol: ‘Maar uitsluiten kunnen we het ook niet. Dat is het lastige met dergelijke observationele studies: er zijn altijd factoren waar we niet voor kunnen corrigeren. We weten niet hoe groot het healthy vaccinee-effect is, bijvoorbeeld. We weten niet of het uitmaakt dat we de BMR tegelijk geven met geïnactiveerde meningokokken-C-vaccin. Een gerandomiseerde trial zou uitsluitsel kunnen geven, maar die is heel moeilijk uitvoerbaar.’ Er is overigens wel een interessante trial gedaan in dit verband, vertelt Knol: ‘Door Denen, bij de BCG-vaccinatie. De helft van de kinderen kreeg deze wel, de andere helft niet. Ze vonden geen aspecifieke effecten voor BCG. Dat pleit ook tegen het idee dat een levend vaccin bredere bescherming biedt.’

BMJ,  2017. Doi: https://doi.org/10.1136/bmj.j3862

Lees ook:

Wetenschap kindergeneeskunde vaccinatie RIVM
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.