Laatste nieuws
Marjolein Rikmenspoel
5 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

Geef huisarts een rol bij verpleeghuisopname

Vertrouwdheid is essentieel, zeker in laatste levensfase

7 reacties
Frank Muller / Hollandse Hoogte
Frank Muller / Hollandse Hoogte

Een patiënt die in een verpleeghuis gaat wonen, raakt zijn vertrouwde huisarts kwijt en komt onder de hoede van een hem onbekende specialist ouderengeneeskunde. Dat kan onbedoeld drempels opwerpen naar goede levenseindezorg. Reden om de huisarts hierbij te betrekken.

Wie naar een verpleegtehuis gaat, krijgt te maken met de specialist ouderengeneeskunde (SO), die in de regel als hoofdbehandelaar niet alleen medische zorg verleent maar ook zaken regelt als een eventuele rechterlijke machtiging of dwangmaatregelen (BOPZ). De SO is meestal in dienst van de zorgorganisatie. De patiënt komt dus van het ene op het andere moment in een afhankelijkheidsrelatie terecht. Maar is bovendien niet vertrouwd met de specialist ouderengeneeskunde, die hem niet kent vanuit zijn natuurlijke omgeving. Ook is er minder kennis over de (vaak overleden) partner en kinderen, die meestal ook patiënt waren bij dezelfde huisarts.

In mijn werk in de zorg zie ik met eigen ogen hoe verdrietig het abrupt verbreken van contact met de eigen huisarts voor een patiënt kan zijn. Kort geleden nog vroeg een weduwnaar met dementie naar zijn huisarts, met wie hij een jarenlange band had. Zijn dochter probeerde uit te leggen dat hij te maken kreeg met de arts van het verpleeghuis. De man was hierover in tranen.

Laatste levensfase

De SO in het verpleeghuis is bij uitstek degene die te maken krijgt met de bewoner in zijn of haar laatste levensfase, inclusief de fase van sterven en overlijden. Maar over euthanasie wordt in een organisatie vaak niet openlijk gesproken, en ik spreek met enige regelmaat bewoners die onvoldoende op de hoogte zijn van de praktijk rond euthanasie en wat zij hiervoor zelf moeten regelen. Als zij dan de moed hebben gevonden om het onderwerp ter sprake te brengen, worden zij nogal eens gerustgesteld met de uitspraak dat ‘zij zich geen zorgen hoeven maken’. Bij pijn en ongemak wordt palliatief opgetreden en is het wegglijden via sedatie dan soms de uiteindelijke gang van zaken. En als die patiënt net een principiële of communicatief niet zo sterke SO treft, moet hij wel heel mondig zijn, wil hij om doorverwijzing verzoeken naar een andere arts binnen dezelfde organisatie. Collega-artsen staan op hun beurt liever niet bekend als ‘dokter goede dood’. Een arts is uiteraard niet verplicht euthanasie uit te voeren, het is geen normaal medisch handelen. Dit is de reden waarschijnlijk dat een doorverwijsplicht evenmin bestaat. De commissie-Schnabel heeft deze wel aanbevolen. Goede communicatie is dus vereist, een taboe op euthanasie is niet van deze tijd.

Voor de autonomie van de patiënt is de vrije artsenkeus een groot goed

Omgekeerde beweging

Verenso en LHV zijn een project gestart voor samenwerking tussen SO en huisartsen.1 Er is hierbij toegewerkt naar een modelovereenkomst. Deze beweging focust vooral op de inzet van expertise vanuit het specialisme de wijken en eerstelijnszorg in.

Ik zou er echter voor willen pleiten dat ook in de omgekeerde beweging energie wordt gestoken.

Heel concreet zou dit kunnen neerkomen op:

1.een warme overdracht van het medisch dossier in een persoonlijk gesprek tussen de oude huisarts en de specialist ouderengeneeskunde, met name over wensen rond het levenseinde;

2.een afsluitend gesprek tussen huisarts en de vertrekkende patiënt met uitleg en voorlichting over de veranderde situatie. Hierbij zou de huisarts bij de SO kunnen aankaarten hoe het zit met vragen rond niet-reanimeren, euthanasie en dergelijke, zodat dit goed wordt uitgewisseld en helder genoteerd. De huisarts heeft hierin, vanuit zijn bekendheid met de patiënt, dan een controlerende én informerende functie;

3.helderheid vanuit de arts en binnen de zorgorganisatie over wie principieel tegen euthanasie is en een aanvraag liever niet in behandeling neemt. Zodat de patiënt die het betreft zich direct kan richten tot een arts die het gesprek open aangaat en die, mocht tot euthanasie worden besloten, deze ook kan uitvoeren.

Vertrouwensrelatie

Voor de autonomie van de patiënt is de vrije artsenkeus een groot goed, een onderwerp dat in 2014 aanleiding was tot een hevig politiek debat in verband met aanpassing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Ouderen en gehandicapten werden echter onder de toenmalige AWBZ in de praktijk behandeld door de arts in de instelling, omdat de huisarts valt onder de verzekerde zorg.

Met de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) is in deze praktijk geen verandering gekomen. In het jaarverslag van de RTE uit 2016 is op te maken dat het overgrote deel van euthanasiegevallen door de huisartsen wordt verleend.2 In ziekenhuizen komt het wel voor dat de huisarts de euthanasie komt verlenen bij een patiënt. Ik weet niet of dit een wenselijke situatie is als iemand al wat langer in een verpleeghuis verblijft, maar het zou een optie kunnen zijn.

De vertrouwensrelatie staat voorop, zegt menig arts waar het de gevoelige thematiek van euthanasie en het levenseinde betreft. Laten we daar dan van uitgaan en zorgen voor een goede kwaliteit van zorg en streven naar optimale communicatie.

Zeker ook in relatie tot het vraagstuk van voltooid leven en euthanasie bij een stapeling van ouderdomskwalen is het van belang aandacht te schenken aan de relatie tussen arts en verpleeghuisbewoner.3 Een goede dood gaat immers over meer dan over het al dan niet verlenen van euthanasie. 

auteur

mr. Marjolein Rikmenspoel MA

geestelijk verzorger in de ouderenzorg en zelfstandig publicist

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

contact

marjolein@notos.info

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoten

1 https://www.lhv.nl/actueel/nieuws/nieuw-handreiking-samenwerking-huisarts-specialist-ouderengeneeskunde

2 https://www.euthanasiecommissie.nl/uitspraken-en-uitleg/p/p-2016

3 Zie ook M. Rikmenspoel, Verloskunde (column), Filosofie & Praktijk nr. 2, juni 2016.

Reactie Verenso: advance care planning

Het is goed dat er aandacht is voor de overgang van thuis naar het verpleeghuis. Huisartsen zijn gewend aan het overdragen van zorg, bijvoorbeeld binnen groepspraktijken en naar medisch specialisten in het ziekenhuis.

De huisarts zal uitleggen waarom zorg soms beter (tijdelijk) door een andere arts kan worden gegeven. Mensen verhuizen tenslotte alleen naar het verpleeghuis als er sprake is van één of meerdere aandoeningen die zoveel beperkingen geven dat thuis wonen niet meer gaat. Aan de specialist ouderengeneeskunde is het om aandacht te hebben voor de impact die de verhuizing met zich mee kan brengen en voor het opbouwen van een relatie met de patiënt. Contact met de huisarts kan natuurlijk altijd.

De overgang naar het verpleeghuis kan nog soepeler verlopen als de samenwerking tussen huisarts en specialist ouderengeneeskunde beter vorm krijgt in de wijk en in een eerder stadium het gesprek met de patiënt wordt aangegaan over zorg en behandeldoelen, én over het levenseinde. ‘Advance care planning’ noemen wij dat. Dan is het gesprek al gevoerd, zijn de mogelijkheden besproken en is de specialist ouderengeneeskunde al een beetje meer bekend.

Nienke Nieuwenhuizen

Reactie LHV: warme overdracht

Huisartsen weten als geen ander hoe belangrijk de vertrouwensrelatie met een patiënt is, het is een van de kernwaarden van de huisartsgeneeskunde. Zo’n relatie, vaak opgebouwd in jaren, stopt soms abrupt wanneer een patiënt opgenomen wordt in een verpleeghuis. Voor alle betrokken partijen – patiënt, huisarts en specialist ouderengeneeskunde – is het daarom belangrijk om zo’n opname goed te begeleiden. Om samen het dossier door te nemen en ook stil te staan bij eventuele eerdere gesprekken over het levenseinde: een warme overdracht. Dat is de juiste basis waarmee de specialist ouderengeneeskunde de zorg voor een patiënt kan overnemen.

download dit artikel in pdf

LHV huisartsgeneeskunde ouderenzorg verpleeghuiszorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • E.A. Oelen

    huisarts, Sellingen

    Ik kan niet anders zeggen dan dat ik een warme overdracht niet meer dan normaal zou vinden. Ook blijf ik graag betrokken bij de patiënt indien mogelijk. Echter, doordat in mijn regio geen verpleeghuis binnen afrijdbare afstand is, is het praktisch on...mogelijk "fysiek" betrokken te blijven. Vanuit het ziekenhuis volgt vaak alleen (en soms geen) melding dat mijn patiënt is overgeplaatst naar een verpleeghuis en ontvang ik alleen een verzoek om uitdraai van het dossier vanuit de nieuwe instelling ... Hier is naar mijn mening zeker een betere overdracht mogelijk, wat denk ik voor patiënt, huisarts en SO prettiger is.
    Esther Oelen, huisarts

  • ed berends

    huisarts/bestuurder, einhoven

    Als huisarts en bestuurder heb ik soms twee petten op. De huisarts in mij zegt dat vertrouwdheid en continuïteit van zorg een groot goed is waar we niet te licht over moeten denken. Als bestuurder zie ik problemen met name in capciteit en triage.
    Al...s dokter merk ik dat ik ook een goede band kan opbouwen met een 80-plusser, die nieuw in de praktijk komt en gaat wonen in een wat beschermdere omgeving, waar wekelijks een spreekuur is vanuit ons gezondheidscentrum. Aandacht compassie/empathie voor de doelgroep is van groot belang.
    Daarnaast voel ik als huisarts, maar zeker ook als bestuurder de druk toenemen op de eerste lijn. Wij zijn als eerste lijn generalisten, aanspreekpunt voor veel gezondheidsproblemen en maatschappelijke ongenoegens die tot gezondheidsproblemen leiden. Wachtlijstbemiddeling lijkt ook weer een nieuwe taak te gaan worden bij beperktere inzet in tweede lijn. Ook het verwijzen naar maatschappelijk domein kent deze wachttijden.
    Capaciteit van medewerkers en de behoefte van mensen aan instant antwoorden op toenemende zorgvragen (graag voor of na eigen werkzaamheden van patiënt/burger) is een probleem dat niet gemakkelijk wordt opgelost.
    Inzet van huisartsenzorg in verpleeghuizen doet een extra beroep op die schaarser wordende capaciteit.
    In de eerste lijn moeten we misschien beter gaan aangeven waar we wel en niet voor zijn. Goede zorg voor kwetsbaren zal altijd een onderdeel zijn van de eerstelijnszorg zoals ik die zie. De huisarts heeft daarbij een belangrijke rol en ik hoop en verwacht dat we die rol houden.

  • Roel

    AIOS, Rotterdam

    Ik heb het altijd een goed idee gevonden om een euthanasie verplicht bij te laten wonen door 2 artsen. Om een beslissing te maken en deze een week later te laten beoordelen door een team van 4 mensen die geen band hebben met de patient is eigenlijk a...ffreus. En waarom kan in het geval van de jongere arts slechts het zelfstandig toedienen van euthanasie het streven zijn. Ikzelf vind het minder erg om onbetaald anderen te helpen dan om betaald een euthanasie uit te voeren zonder de nadrukkelijke goedkeuring van anderen. Dit zegt niets over mijn zelfvertrouwen maar meer over mijn motivatie om de patient het best te helpen, ongeacht of dit door euthanasie is of niet. Een ander ziet toch altijd weer dingen die je zelf niet opmerkte. Dit is eigenlijk goud waard. Het is belangrijk dat dit rolmodel geintegreerd blijft worden door niet alleen de studenten maar vooral de leraren. Wanneer er iemand gevoelig is voor het gezegde: ''He talks the talk but cant walk the walk'' is dan zijn het de studenten wel.

  • Geert-Jan Derks

    SO, Veere

    Dank voor dit open betoog Marjolein Rikmenspoel.
    Ja ook ik zie dat hier een probleem, of beter gezegd een kans ligt. Een goede, proactieve samenwerking/communicatie tussen de huisarts en de SO is voor deze kwetsbare patiëntenpopulatie heel erg on...dersteunend voor een goede start in een nieuwe woonomgeving, beide professionals zouden hier voor zorg moeten dragen aangezien de kwetsbare oudere en zijn/haar zorgsysteem dit vaak niet meer voldoende kunnen.
    De vrije artsenkeuze is in het verpleeghuis veel minder of bijna niet aanwezig en dit is waarschijnlijk ontstaan uit een logistieke keuze ipv het belang van de patiënt/ zijn haar zorgsysteem. Ik denk dat de arts in een WLZ instelling zich hier niet voldoende bewust van is. Ik was dit tot vandaag iig niet ;), dus dank hiervoor. Nu is de vraag hoe dit binnen een WLZ instelling vorm te geven?
    Bijvoorbeeld bij opnamegesprek of verblijf na 1 maand de keuze te geven aan de bewoner?

  • Mirjam Heems

    specialist ouderengeneeskunde, Overveen

    Het lijkt me niet goed om generaliserend te schrijven: de huisarts niet over DE SO en de SO niet over De Huisarts. Een warme overdracht is heel wenselijk en die wordt vaak gemist.

    De laatste tijd is het te vaak dat iemand via een spoedbed bij ons ...in huis komt ( en vaak in de dienst situatie in ANW) en we ineens voor een situatie komen te staan dat er beslissingen genomen moeten worden die niet voorbereid zijn. ( dat is dan meestal geen spoedeuthanasie) Helaas komt de warme overdracht heel vaak niet alsnog achteraf als de patient al bij ons is. Maar er zijn zeker ook uitzonderingen waarbij ook wij blij worden van een warme overdracht.

    Het is voor mij niet herkenbaar dat serieuze vragen over het levenseinde gemakkelijk worden weggewuifd. Euthanasie is ook in het verpleeghuis n bespreekbaar onderwerp ( tenminste in mijn regio) en indien de huisarts de geeigende persoon is om de euthanasie uit te voeren is daar zeker ruimte voor.

  • Herman L. Hoekstra

    Oud huisdokter, niet praktiserend, Appelscha

    Collega Frijns beschrift een situatie die zeker recht doet aan situaties, maar niet alle huisdokters denken en doen zoals hij beschrijft.
    Ik ken alleen maar een goede interactie tussen de huisdokters en verpleeghuisartsen (zij doen meer dan ouderen...geneeskunde). Helaas is visueel contact niet altijd mogelijk om logistieke redenen.
    Om de huisdokter te betrekken bij beslissingen, die werkelijk ergens over gaan (levenseinde, familaire geschiedenis, problem solving in een familie) lijkt me een goede zaak.
    Dat het kan wordt bewezen door de gezamelijke voortreffelijke opleiding tot kaderarts palliatieve zorg.
    Wie uiteindelijk een levensbeeindiging uitvoert is niet echt van belang. Als het maar met alle zorgvuldigheid wordt begeleid.

  • P.D.F. Frijns

    specialist ouderengeneeskunde, Geleen

    Mijn ervaring is dat uitvoer van palliatieve zorg juist in het verpleeghuis goed is ontwikkeld, mede door de vele evaringen. Ik zie in de eerste lijn vaak onverklaarbare voorzichtigheid als het gaat om inzet morfine en of midazolam.
    Voor het zover k...omt dat een patiënt teminaal wordt, hebben we al gesprekken gevoerd over niet reanimeren, wel of niet meer verwijzen naar het ziekenhuis, wel of niet starten van kunstmatige vocht en voeding en wel of niet starten met antibioticum. Dat gaat dus veel verder als de auteur beschrijft.
    Indien uit het dossier een euthanasiewens blijkt wordt dat ook benoemd. Ik ben meteen duidelijk over mijn bereidheid tot uitvoer en dan niet met vage teksten. Zolang het maar binnen wettelijke grenzen blijft.
    Onze ervaring is dat huisartsen zeer verschillend zijn. Sommigen zijn bereid zelf een euthanasie uit te voeren als de opname vrij recent is. Anderen laten hun patiënt een of twee dagen opnemen en voeren dan zelf de euthanasie uit. Er zijn er ook die vanaf dag nul, zelfs als er al een heel voortraject is doorlopen, niets meer willen doen na overname zorg door de SO. Financiële vergoeding is soms een argument, aan middelen komen, juridische onzekerheid wordt ook nog wel eens genoemd. Bij ons is de huisarts welkom. Alleen: na opname of overname van de patiënt zie ik ze nooit. Al meer dan 30 jaar, met een enkele uitzondering.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.