Laatste nieuws
Joost Visser
5 minuten leestijd
Achter het nieuws

Financiering huisartsenzorg bijna rond

3 reacties

ACHTER HET NIEUWS


Het moet wel heel gek lopen wil er binnenkort geen concreet plan op tafel liggen voor een nieuwe bekostiging van de huisartsenzorg. Die krijgt vanaf 1 januari vorm.

Op de woensdagochtend voor Hemelvaart spraken vertegenwoordigers van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), InEen (brancheorganisatie van onder meer huisartsenposten en gezondheidscentra), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie van VWS opnieuw over de toekomstige financiering van de huisartsenzorg. Vermoedelijk was het de laatste ronde. Want hoewel na afloop niemand inhoudelijk wilde reageren, is de zaak zo goed als rond. ‘Het was een constructief gesprek’, verwoordde de woordvoerder van de LHV de sfeer, en ook InEen-directeur Hansmaarten Bolle suggereerde harmonie: ‘De heftigheid van een paar weken geleden is neergedaald.’ Ambtenaren van VWS nemen nu enkele dagen om het besprokene om te zetten in een definitieve tekst. Veel nieuws zal er niet in staan. ‘De Kamerbrief is leidend’, stelt Bolle kernachtig vast.

De directeur van InEen doelt op de ‘voorhangbrief’ die minister Schippers op 19 mei aan de Tweede Kamer stuurde, en waarin zij het eerdere advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) in grote lijnen overneemt. En dus gaat de bekostiging van de huisartsenzorg en de multidisciplinaire zorg vanaf 1 januari 2015 volledig op de schop. Met nadruk op het woord ‘vanaf‘, want van een big bang is geen sprake. Een ‘verantwoorde transitie’ moet ‘zorgvuldig en verantwoord’ plaatsvinden, en begint met het nemen van ‘behoedzame stappen’, schrijft de minister geruststellend.

Drie segmenten
Het nieuwe bekostigingssysteem kent drie segmenten. Het eerste (goed voor ruwweg 75% van de kosten) omvat de basisvoorziening huisartsenzorg. Het tweede segment (15%) is bedoeld voor de multidisciplinaire samenwerking bij chronische zorg. Daaronder vallen de bestaande ketens – diabetes mellitus/vasculair risicomanagement en copd/astma – en er is plaats voor nieuwe, zoals depressie, zorg voor kwetsbare ouderen en farmaceutische zorg. Ook het potje waaruit multidisciplinaire samenwerking wordt gefinancierd, zit in dit segment. Binnen het derde segment (10%) maken huisartsen en verzekeraars afspraken over lokale zorgvernieuwing en het belonen van prestaties: adequaat doorverwijzen, zinnige en zuinige diagnostiek, doelmatig voorschrijven en het verbeteren van service en bereikbaarheid. Ook de vergoeding voor e-health en het ‘meekijkconsult’ door een medisch specialist worden hier geregeld – een consult, overigens, dat dus uit het huisartsenbudget wordt betaald.

De NZa stelt straks maximumtarieven vast voor de basiszorg, die een combinatie kent van een inschrijftarief en consulten. Voor de twee andere segmenten moeten huisarts en verzekeraar het eens worden over de tarieven. Binnen grenzen, want de huisartsenzorg mag met niet meer dan 2,5 procent groeien: 1 procent ‘demografische’ groei en 1,5 procent groei door substitutie. Bij overschrijding zullen huisartsen mogelijk een deel van de omzet moeten terugstorten; ook een tariefmaatregel is niet uitgesloten.

Basiszorg
Dat er een nieuwe bekostigingssystematiek zou komen, is afgesproken in het Zorgakkoord van vorig jaar. Hoe het er in grote lijnen zou uitzien, werd pas duidelijk toen de NZa afgelopen februari met een concreet advies naar buiten kwam. Het bleef niet onbesproken. Behalve dat het advies nog veel open plekken had, vreesden de betrokken partijen dat het dagelijkse werk van de huisarts erdoor in gevaar zou kunnen komen. ‘We willen vermijden dat de gewenste substituties en de innovaties de bekostiging van de basisvoorziening huisartsen aantast’, schreven LHV, NHG en InEen in maart in een gezamenlijke brief. In een tweede brief herhaalde de LHV nog eens dat een duidelijke afbakening tussen de drie segmenten ontbreekt, ‘waardoor het basisaanbod huisartsenzorg niet is gegarandeerd’. Luttele dagen later liet de huisartsenvereniging echter weten de ‘noodzakelijke garanties’ te hebben gekregen dat er niet op de basiszorg wordt gekort als er meer geld naar ketenzorg gaat. Dat zou geregeld zijn met de introductie van afzonderlijke budgetten voor respectievelijk de basiszorg en de multidisciplinaire zorg. Maar nadat de minister haar Kamerbrief had geschreven, sloeg de stemming opnieuw om: ‘De garantie dat (te veel) investeringen in zorgvernieuwing en innovatie niet ten koste gaan van de basiszorg ontbreekt nog’, schreef de LHV in een reactie. Het onderwerp zou nadrukkelijk aan de orde moeten komen in het eerstvolgende overleg met de minister.

Garanties
Volgens minister Schippers moet de nieuwe bekostiging een ‘stevige , stabiele basisvoorziening’ ondersteunen. Maar multidisciplinaire samenwerking wordt belangrijker, en we mogen verwachten dat ‘op den duur de onderlinge verhoudingen tussen de segmenten zullen gaan veranderen’. Of zinnen als deze de argwaan van de LHV hebben veroorzaakt, weten we niet. Maar de tevreden reacties na afloop van het overleg van woensdag, doen vermoeden dat de minister voldoende garanties heeft gegeven dat aan de basiszorg niet zal worden getornd. Ook op andere punten van kritiek of twijfel hebben de aanwezige ambtenaren van VWS kennelijk voldoende weerwoord gegeven. Zoals over de plaats van de verrichtingen Modernisering & Innovatie in de nieuwe bekostiging – volgens de brief worden ze ‘waar mogelijk’ afgebouwd en krijgen ze een plaats in een van de drie nieuwe segmenten, wat weinig verduidelijkt.

Resultaatbeloning
Ook over de modules voor resultaatbeloning in het nieuwe segment 3 bestaat – of wellicht: bestond – onduidelijkheid. De thema’s waarvoor huisartsen extra zullen worden beloond mogen dan in de Kamerbrief staan, de uitwerking ervan ontbreekt nog. Inmiddels werkt het NHG aan de ontwikkeling van een set goede uitkomstindicatoren, die ‘recht doen aan de diversiteit van het werk van de huisarts’ – zoals Marc Eyck, hoofd van de afdeling Beleid van het NHG, dat formuleert. ‘Wij gaan over de wetenschappelijk onderbouwing van het meetinstrument’, benadrukt hij. ‘Dus niet over de normering: dat is aan andere partijen.’ Passend bij de langzame introductie van het nieuwe systeem, begint het met een klein setje indicatoren. ‘Daarmee kunnen we beoordelen of de methodiek werkt’, zegt Eyck, die nog niets kwijt wil over de onderwerpen.

Praktijkondersteuning
Er zal woensdag ook zijn gepraat over de financiering van de praktijkondersteuning. Volgens de Kamerbrief komen de ‘prestaties’ van de POH-ggz binnen de basisvoorziening te vallen; maar de POH-somatiek blijft vooralsnog in het tweede segment, dat van de ketenzorg. Onjuist, stelde de LHV direct: de POH-somatiek is een onlosmakelijk deel van het huisartsenteam, en moet dus vanuit het budget voor de basiszorg worden betaald. Inmiddels is al wel duidelijk dat de financiering van de POH’s in 2015 nog niet verandert.

Kent de basisvoorziening nu nog een combinatie van een inschrijftarief en consulten, het is de vraag of dat zo blijft. De minister hoopt dat er nu al geëxperimenteerd zal worden met een bekostigingssysteem zonder consulten. Als de evaluatie van deze pilots positief uitvalt, verdwijnt over vier jaar mogelijk het consulttarief, om plaats te maken voor een volledig inschrijftarief voor de basiszorg. De LHV daarentegen ‘gelooft in de toegevoegde waarde van een gemengde bekostiging’, liet ze onlangs nog weten. Maar misschien hebben de partijen ook hierover constructief gesproken, vorige week.


Joost Visser, journalist Medisch Contact
j.visser@medischcontact.nl; @joostvissermc


Zie ook:

Commentaar op het NZa-advies:

Lees ook:



Beeld: Dingena Mol / HH , Praktijkondersteunerontvangt een oudere dame voor diabetescontrole
Beeld: Dingena Mol / HH , Praktijkondersteunerontvangt een oudere dame voor diabetescontrole
Achter het nieuws LHV huisartsen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • J.C.B. Welling

    Huisarts, BORCULO

    Het valt mij op dat er van overheidswegen geen enkele melding meer wordt gemaakt van substitutiegelden.
    De 2,5% groei lijkt nu de norm te zijn geworden voor budgetuitbreiding. Ook in de brief aan de tweede kamer wordt gesproken over financiering vanu...it het "bestaande budget huisartsenzorg en Multidisciplinaire zorg"
    voor alle drie de segmenten. Let daarbij vooral op het woord "bestaand"! Dit lijkt mij niet conform eerder gemaakte afspraken. Bij deze dan ook het verzoek aan het LHV bestuur en InEen om nauwlettend toezicht te houden op de financiering van substitutie in de nieuwe structuur.
    Wat verder opvalt is dat zelfs het meekijkconsult vanuit huisartsenmiddelen moet worden gefinancierd.
    Dit is op zijn minst vreemd te noemen, omdat deze vorm van substitutie nu juist een besparing op zal leveren in de tweedelijn en extra wekrdruk in de eerste lijn. Door de ervaringen van de afgelopen jaren denk ik dat er een gerechtvaardigd wantrouwen mag zijn, aangaande het maken van afspraken met onze overheid.
    Extra waakzaamheid is hier zeer zeker op zijn plaats. Graag wil ik nog benadrukken dat er in dit hele verhaal geen afspraken worden gemaakt over inflatiecorrectie! De minister kan de NZA weliswaar opdracht geven de inflatie in de tarieven te verwerken, maar is daartoe niet verplicht. Persoonlijk zou ik de inflatie als vaste afspraak verankerd willen zien in deze nieuwe financieringsstructuur. Het is reeel om dit te vragen; het geeft mij als huisarts meer vertouwen voor de toekomst en biedt ook meer ruimte om zorgvernieuwende initiatieven te ontplooien. Er wordt hard gewerkt in de eerstelijn, zowel qua productie alsook in uren, en ook onze kwaliteit staat
    hoog aangeschreven. Daar mag best wat tegenover staan! Ten slotte moet mij van het hart dat ik mij mateloos stoor aan de hetze die de overheid richt c.q. veroorzaakt tegen de curatieve sector terwijl wij natuurlijk allemaal weten dat de zorgkosten mn uit de klauwen zijn gelopen in de AWBZ-zorg en door overheidsbeleid!

  • T.A.L.H. Schoone

    Huisarts, praktijkhouder, WESTERHOVEN

    Volledig eens met collega Bakx. Op het (verstedelijkt) platteland is samengaan zeer patientonvriendelijk;de afstanden naar de huisarts zullen groter worden. Daar komt bij dat ook deze transitie weer een bezuiniging met zich mee zal brengen. De kloof ...tussen huisarts-praktijkhouders en huisartsen in loondienst is groeiende en zal steeds groter worden. Maar misschien is dat wel strategie. Tijd dat de VPH als volwaardig gesprekspartner geaccepteerd wordt.

  • H.C.A. Bakx

    Huisarts, KAPELLE

    Ben ik nu zo dom? De 1e lijn psychologische ondersteuning is naar de huisarts overgeheveld (poh-ggz). Het verstrekte budget is onderhevig aan een forse kostenbesparing, en zal onvoldoende blijken te zijn. Itt de LHV berekeningen, zie ik in mijn explo...itatie op dat gebied al een gat ontstaan. Overschrijding van dit budget, lees we maken te veel gebruik van het te laag beraamde zorgvolume, zal worden verhaald op de gewone "dagpraktijk". Ik heb hier een deja-vu (de anw manoeuvre van enige jaren geleden: anw tarieven omhoog, dagpraktijk omlaag).Fraai is dat hier niemand van wakker ligt die in loondienst werkt, bijv. bij een gezondheidscentrum, een beroepsorganisatie , of een wetenschappelijke vereniging. Het derde segment is een lachertje; nu al voldoe ik aan diverse "innovaties", maar zit ik of buiten de regio waar de verzekeraar dit aanbied, of is mijn aantal verzekerden bij die zv niet de geëiste 50%. Als ik al iets voor elkaar krijg, is dat alleen bij die zorgverzekeraar en niet bij de andere zv/ niet van toepassing op de gehele praktijkpopulatie. Het projectenbudget, is meestal al opgesoupeerd door de innovatie instanties zoals de NHG, of de huisartsen instituten met onderzoeksprojecten. Samengevat:de dagpraktijk financiert het wetenschappelijk onderzoek. Kortom, de exploitatie van een zelfstandige praktijk komt steeds meer onder druk. Samenwerken is dan het devies (zoals in het onderwijs fuseren heet). Leuk bedacht in de Randstad, maar 52% van de inwoners, en hun huisarts, woont in een minder verstedelijkt gebied. Richtlijn voor gezondheidscentra: start met 16.000 -->35.000 patiënten. Hoe ga ik dit oplossen met mijn vertegenwoordigers/belangenbehartigers die in loondienst werken, met een achterban die steeds meer leden kent die in loondienst werken? Ik zoek de uitdagingen, en waak voor cynisme, hoewel ik niet vrolijk wordt van de organisaties die in de onderhandelingen “aan tafel zitten”. De sneer van de LHV naar de VPH is in dit kader op zijn minst ongepast.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.