Laatste nieuws
D.H. Winterberg en R. Kramer
8 minuten leestijd

Een stukje van thuis

Plaats een reactie

Huisdieren op bezoek in het kinderziekenhuis



Ziekenhuizen hoeven niet zo bang te zijn voor huisdieren, want die hebben een positief effect op zieke kinderen. Risico’s, zoals bijtwonden, allergische reacties en infecties, zijn met een aantal voorzorgen en maatregelen tot een minimum te beperken.


‘...companion animals which are properly cared for bring immense benefits to their owners and to society and are a danger to no-one.’


WHO, 1981, Guidelines to reduce human health risks associated with animals in urban areas.



Vroeger vond men de bezoekers van patiënten in ziekenhuizen vooral lastig: ze verstoorden de dagelijkse gang van zaken op de afdelingen, namen tijd van verpleegkundigen en dokters in beslag, en zouden ziektekiemen kunnen overbrengen die een bedreiging vormden voor de patiënten. Ouders mochten hun prematuur geboren baby’s slechts bewonderen vanachter een glazen scheidingswand en op de kinderafdeling in het Binnengasthuis hing tot eind jaren zeventig een bord met ‘Verboden voor personen onder de 16 jaar’.



Voortschrijdende inzichten over het immense belang van ruimhartige bezoektijden - ook van leeftijdsgenoten - en van intensief contact tussen ouders en hun pasgeborenen brachten daarin de nodige veranderingen.


Het is verwonderlijk dat terwijl bezoekers onder de 16 jaar werden geweerd, al sinds 1974 vrijwilligers maandelijks met allerlei soorten dieren langs de afdelingen gaan om onze patiëntjes op te vrolijken. Aanvankelijk waren hiertegen van medische zijde de nodige bezwaren in verband met infectiegevaar en mogelijke allergische reacties. De maandelijkse bezoeken van allerlei soorten dieren waren echter al gauw niet meer weg te denken uit ons ziekenhuis, en ook de meest sceptische artsen en verpleegkundigen waren niet bestand tegen de charmes van jonge pantertjes, tijgertjes en onschuldig ogende lammetjes. Tot op de dag van vandaag bezoeken vrijwilligers met hun dieren de verschillende afdelingen van het Emma Kinderziekenhuis AMC. De variëteit is ten gevolge van strengere wetgeving, onder andere op het vervoer van dieren, weliswaar afgenomen, maar de glunderende gezichtjes van de patiëntjes als ze een konijn op schoot krijgen, zijn gebleven.


Iedereen is ervan overtuigd dat deze bezoeken heel belangrijk zijn voor zieke kinderen, en dat ze wellicht ook bijdragen aan de genezing.



Spiegel en pispaal


Ongeveer 60 procent van de Nederlandse huishoudens heeft een dier in huis. De band tussen de eigenaar en zijn huisdier is vaak hecht en verreweg de meeste mensen beschouwen hun huisdier als een familielid. In overlijdensadvertenties worden huisdieren steeds vaker bij de nabestaanden vermeld, meestal door middel van een symbolische pootafdruk.


Relaties met mensen én met dieren zijn van groot belang voor het welbevinden van het individu. De verhouding met dieren is meestal minder gecompliceerd en de blijken van genegenheid van huisdieren zijn vaak uitbundiger en constanter. Een huisdier geeft je onvoorwaardelijke liefde, een altijd luisterend oor en voortdurend gezelschap. Het dier is in staat allerlei rollen tegelijkertijd te vervullen: vriend en verdediger, bewonderaar en vertrouweling, speelgoed en slaaf, spiegel en pispaal.


Juist tijdens een ziekenhuisopname is de behoefte van een kind aan het vertrouwde huisdier vaak groot, omdat het zich onzeker en angstig voelt. Huisdieren worden echter zelden toegelaten in de Nederlandse ziekenhuizen. Het is zeer de vraag of dat terecht is.



Risico’s


Ziekenhuispersoneel of medepatiënten kunnen een aversie tegen of een fobie voor dieren hebben, en voorts kunnen de dieren voor de nodige overlast zorgen. Ook dient rekening te worden gehouden met het welzijn van het huisdier: bepaalde dieren, zoals vogels of katten, kunnen het bezoek aan het ziekenhuis als zeer stressvol ervaren.


De belangrijkste bezwaren betreffen echter de mogelijke risico’s van bijtwonden, allergieën en zoönosen.1


Bijtwonden vormen het grootste potentiële risico. De kans op bijtwonden in het ziekenhuis is buitengewoon klein, omdat de supervisie daar goed is en er van te voren een zorgvuldige inschatting wordt gemaakt of het dier gespannen of agressief zal reageren.


Allergie voor huisdieren komt veel voor en kan klachten veroorzaken van rhinitis, conjunctivitis of astma. De allergenen die een rol spelen, zijn in het bijzonder huidschilfers, haren, speeksel en urine. Vooral de allergenen van katten zijn berucht.


Voordat een huisdier in het ziekenhuis kan worden toegelaten, is een uitvoerige op allergieën gerichte anamnese van de patiënt en eventuele kamergenoten dan ook van groot belang.



Zoönosen zijn ziekten die op natuurlijke wijze worden overgebracht van gewervelde dieren op de mens. Risico-groepen zijn de heel jonge kinderen, patiënten met een immuundeficiëntie en kinderen die worden behandeld met immuunsuppressiva of corticosteroïden. De kans op het krijgen van een zoönose is bij kinderen waarschijnlijk groter dan bij volwassenen: zij hebben  vaak intensiever contact met hun dier en zij verkennen de omgeving ook met hun mond.



Ziektekiemen


Dieren kunnen allerlei ziektekiemen verspreiden, zoals parasieten, bacteriën en schimmels.


In het kort laten we hier een aantal door huisdieren - voornamelijk honden, katten en knaagdieren - overgebrachte ziektes de revue passeren.


Een van de belangrijkste door de hond overgebrachte zoönosen is de toxocariasis (viscerale larva migrans). Eitjes van deze hondenspoelworm verlaten via de ontlasting het hondenlichaam, en na ingestie van de larven kunnen ze bij de mens uitgroeien tot een zogeheten blaasworm (ogen, hersenen). Vaak echter verloopt deze infectie subklinisch en zonder restverschijnselen. De transmissie naar mensen kan sterk worden teruggedrongen door adequate hygiënische maatregelen, het vermijden van contact met puppies (hoge besmettingsgraad) en ontwormingskuren.



Voorts moet rekening worden gehouden met vlooien (Cetenocephalides canis) en bacteriële infecties als campylo-bacter, salmonella en yersinia.


De belangrijkste door katten overgebrachte ziekten zijn kattenkrabziekte, toxoplasmose en ringworm. De voor de kattenkrabziekte verantwoordelijke bacterie Bartonella henselae wordt vooral overgebracht door een kattenkrab of -beet van jonge katjes.


Toxoplasmose, veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii, kan worden opgelopen door het eten van besmet vlees of door contact met besmette katten die als gastheer oöcysten met de ontlasting uitscheiden. In het algemeen verloopt toxoplasmose subklinisch, maar bij patiënten met een gestoorde immunologische afweer of bij een intra-uteriene besmetting kunnen er ernstige complicaties optreden. Het risico op besmetting is overigens zeer klein, en met goede hygiënische maatregelen, zoals handenwassen en frequent verschonen van de kattenbak, is de kans om toxoplasmose op te lopen nihil.



De meest voorkomende zoönose bij katten is de door schimmels veroorzaakte ringworm (tinea). Bij eenderde van asymptomatische katten kunnen dermatofyten worden gekweekt.


Schimmelinfecties kunnen ook via andere huisdieren worden overgebracht. Goed handenwassen na contact met de kat of een ander dier reduceert de kans op besmetting aanzienlijk. De besmettingskans is groter als de huid is beschadigd.


Er is een uitbraak beschreven van methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) door een zwaar gekoloniseerde ziekenhuiskat; goede hygiënische maatregelen hadden dit kunnen voorkomen.2


Knaagdieren kunnen ook infectieziekten overbrengen, in het bijzonder salmonella-infecties. Het gevaar van bijtwonden is bij deze dieren relatief groter dan bij katten en honden.



Positieve effecten


De interactie met een huisdier heeft positieve effecten op de gezondheidstoestand van patiënten.3 In de jaren zestig werd de huisdiertherapie gepromoot bij onder anderen kinderen met gedragsproblemen.4 Ook in het verre verleden werden huisdieren met dat doel ingezet. Al in de negende eeuw werden dieren gebruikt bij de verpleging van mensen met een handicap.


Veel studies naar het effect van huisdieren op het welbevinden en de gezondheid van proefpersonen en patiënten hebben als manco dat het studieontwerp niet voldoet, dat de aantallen te klein zijn of dat er niet kon worden gerandomiseerd. De conclusies uit de verschillende onderzoeken moeten dan ook met de nodige terughoudendheid worden bekeken.


Er zijn positieve effecten beschreven op sociaal, psychologisch en somatisch gebied (verlaging van de bloeddruk). Voor dieren zorgen stimuleert het begrip voor de gevoelens en houding van anderen en draagt zo bij aan de tolerantie. Het gezelschap van dieren geeft een gevoel van veiligheid en draagt bij aan de emotionele ontwikkeling. Los van de wetenschappelijke argumenten staat het feit dat een ieder die ziet hoe een patiëntje intens geniet van het contact met zijn huisdier, overtuigt raakt van het belang van een dergelijke ontmoeting.



Richtlijn


In de afgelopen decennia is het aantal chronisch zieke kinderen fors toegenomen. Meerdere patiënten met chronische ziekten moeten regelmatig voor behandeling worden opgenomen. Juist bij deze patiënten is het voor hun ontwikkeling cruciaal dat het normale leven tijdens de opname zoveel mogelijk doorgang vindt. Waar mogelijk moet een stukje van ‘thuis’ worden getransplanteerd naar het ziekenhuis, en het huisdier kan daarin een belangrijke schakel zijn.


Uiteraard zitten aan het toelaten van huisdieren in het ziekenhuis de nodige haken en ogen, en zijn er een aantal organisatorische problemen die moeten worden opgelost. Een moeilijk punt in het kinderziekenhuis is dat het pijnlijk kan zijn om aan het ene kind toe te staan dat zijn huisdier op bezoek komt, terwijl dat voor een ander kind onwenselijk wordt geacht. Hierbij zal goede uitleg van groot belang zijn.



Voor een goede gang van zaken is voor het Emma Kinderziekenhuis AMC onlangs, in nauwe samenwerking met de ziekenhuishygiënisten en met goedkeuring van de infectiecommissie,  een richtlijn opgesteld om de eventuele risico’s voor patiënten en personeel tot een minimum te beperken. De eerste huisdierbezoeken hebben inmiddels plaatsgevonden.



Beperkingen


Rooming-in van huisdieren is vooralsnog om meerdere redenen niet haalbaar.


Het toelaten van huisdieren bij patiënten die op zaal liggen, kan tot de nodige probleemsituaties leiden, bijvoorbeeld honden die gaan vechten, en wordt afgeraden. In deze gevallen moet worden gezocht naar een ruimte waar het kind zijn of haar huisdier kan ontvangen. Het bezoek door een huisdier is het gemakkelijkst te realiseren op een eenpersoonskamer. Uiteraard moet in overleg met de ouders van te voren een inschatting worden gemaakt van de gezondheid van het huisdier en het te verwachten gedrag in het ziekenhuis, zodat ongewenste gebeurtenissen tot een minimum worden beperkt.



Bij kinderen met een immunologische afweerstoornis moet grote terughoudendheid worden betracht in verband met het risico op infecties. Hetzelfde geldt voor patiënten met een allergie voor het desbetreffende huisdier.


Na het huisdierbezoek moet de kamer goed worden gereinigd, met name ook om patiënten die later de kamer betrekken zo min mogelijk bloot te stellen aan ongewenste micro-organismen en allergenen.


Bij patiëntjes onder de 12 jaar ligt de verantwoordelijkheid voor het gedrag van het huisdier bij de ouders; er is een gedeelde verantwoordelijkheid van patiënt en ouders bij kinderen tussen 12 tot 16 jaar.



Dieren die onrustig of angstig worden van ziekenbezoek zijn niet geschikt, omdat hun gedrag dan onvoorspelbaar wordt.

openstellen


Gezien het positieve effect van huisdierbezoek op het welbevinden van zieke kinderen willen wij ervoor pleiten ziekenhuizen meer open te stellen voor huisdieren. De potentiële risico’s van bijtwonden, allergische reacties en infecties zijn met een beperkt aantal voorzorgen en maatregelen tot een minimum te beperken.



D.H. Winterberg, kinderarts


R. Kramer, hoofdverpleegkundige



Emma Kinderziekenhuis AMC, Amsterdam



Correspondentieadres:

d.h.winterberg@amc.uva.nl

 



SAMENVATTING


- Huisdieren spelen in het leven van veel mensen een cruciale rol; zij worden vaak als familielid beschouwd.


- De belangrijkste potentiële risico’s van dieren in het ziekenhuis zijn: bijtwonden, allergieën en zoönosen.


- Het gezelschap van dieren heeft positieve effecten op sociaal, psychologisch en somatisch gebied.


- In het streven het normale leven van zieke kinderen tijdens een zieken-huisopname zoveel mogelijk doorgang te laten vinden, is de mogelijkheid van huisdierbezoek een belangrijk facet.


- Om praktische redenen beperken we ons vooralsnog tot incidentele bezoeken door huisdieren en wordt afgezien van rooming-in.

Referenties


1. Brodie SJ, Biley FC, Shewring M. An exploration of the potential risks associated with using pet therapy in healthcare settings. J Clin Nurs 2002; 11: 444-56.  2. Haggar V. Good companions. Nursing Times 1992; 88: 54-5.  3. Brodie SJ, Biley FC. An exploration of the potential benefits of pet-facilitated therapy. J Clin Nurs 1999; 8: 329-37.  4. Levinson BM. Pet psychotherapy: use of household pets in the treatment of behavior disorder in childhood. Psychol Rep 1965; 17: 695-8.



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel


allergie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.