'Dwang en drang goed geregeld'

De manier waarop de ministers Klink (VWS) en Hirsch Ballin (Justitie) blijkens hun wetsvoorstel de ‘dwang en drang’ in de psychiatrie willen regelen, is een grote stap vooruit vergeleken met de oude Wet Bopz.

Dat stelt psychiater Remmers van Veldhuizen, woordvoerder Bopz van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). De vereniging zal nog formeel op het wetsvoorstel reageren, dus Van Veldhuizen spreekt nadrukkelijk namens zichzelf.

Belangrijk pluspunt vindt hij dat de wet begrijpelijker zal zijn dan de Bopz. De rechter kan straks besluiten tot dwangbehandeling, omdat de patiënt ernstige schade kan veroorzaken bij zichzelf of anderen: ‘Het oude gevaarcriterium is losgelaten.’ Positief is ook dat de zeven machtigingen van nu plaatsmaken voor één transmurale zorgmachtiging, met een keuze uit verschillende vormen van verplichte zorg. Dat maakt het ook logisch dat de rechter advies krijgt van een multidisciplinaire commissie met een jurist, een psychiater en een algemeen lid.

Van Veldhuizen: ‘De rechter zal de patiënt en diens advocaat zien, maar mogelijk ook anderen. Dat kan leiden tot een topzware structuur, met een eerste hoorzitting bij de commissie en een tweede bij de rechter. Dat is voor iedereen belastend.’ Bezwaarlijk vindt Van Veldhuizen verder dat bij het opleggen van een crisismaatregel – de oude inbewaringstelling (ibs) – de patiënt moet worden gehoord: ‘Dat doet afbreuk aan het spoedeisende karakter.’

In het voorstel kan de rechter behalve psychiatrische ook somatische behandeling en zorg verplicht stellen: ‘Daarover zal in de vereniging zeker nog worden gesproken’, verwacht Van Veldhuizen. JV

Lees het

persbericht en het wetsvoorstel

op de site van het Ministerie van Justitie