‘Dopingautoriteit moet opstaan tegen doping voorschrijvende arts’

De Dopingautoriteit is aan zet voor het indienen van een klacht tegen artsen die sporters doping voorschrijven. Dat zegt minister Bruno Bruins van Medische Zorg. Dan ontstaat er volgens hem jurisprudentie over hoe bij doping betrokken artsen via tuchtrecht kunnen worden aangepakt.

Tweede Kamerlid Hanke Bruins Slot (CDA) vroeg minister Bruno Bruins eind vorig jaar de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) aan te sporen om een tuchtrechtelijke klacht in te dienen tegen artsen die doping aan sporters verstrekken. Een motie met deze strekking kon toen rekenen op Kamerbrede steun. De gedachte erachter was dat nu alleen op doping betrapte sporters worden bestraft, maar de betrokken artsen niet. Bruins Slot wil dat er via het tuchtrecht duidelijke normen komen waar artsen die sporters begeleiden, zich aan moeten houden om zo ‘het systeem rond sporters’ aan te pakken.

Bruins meldt in een Kamerbrief dat er nu nog geen gronden zijn op basis waarvan de IGJ een tuchtrechtelijke klacht rond het voorschrijven van doping kan indienen. Dat komt omdat niet altijd de kwaliteit of veiligheid van zorg in het geding is bij dopingzaken, maar ook omdat hierover geen medische richtlijnen of veldnormen bestaan. Het ligt volgens Bruins meer voor de hand dat de Dopingautoriteit een klacht bij een tuchtcollege indient. De Dopingautoriteit is een zelfstandig bestuursorgaan dat sinds dit jaar bestaat om het dopinggebruik in de sport te bestrijden. Jurisprudentie na zo’n klacht kan ‘meer inzicht bieden’ in de rol van medisch tuchtrecht bij het aanpakken van bij doping betrokken artsen, aldus Bruins.

De Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) wees topschaatsers er afgelopen zomer in een brief op dat sporters een klacht tegen een arts kunnen indienen bij het medisch tuchtcollege indien deze medicijnen heeft verstrekt zonder medische noodzaak.