Laatste nieuws
Hans van Gestel
5 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

De ANW-dienst hoort er gewoon bij

Schaalvergroting gaat drukke huisarts niet helpen

18 reacties
Ton Poortvliet/Hollandse Hoogte
Ton Poortvliet/Hollandse Hoogte

Veel huisartsen voelen zich overbelast en willen daarom de ANW-zorg afstoten en onderbrengen in een grotere organisatie. Maar dat is geen oplossing, vindt huisarts Hans van Gestel. Beschikbaarheid voor de patiënt is de kern van ons vak.

Een discussieavond van de huisartsenposten Oost-Brabant. Onderwerp: de ANW-diensten. Die worden door velen als steeds zwaarder ervaren. Een boze collega spuwt haar gal: ‘Die diensten gaan gewoon ten koste van mijn gezinsleven.’ En even denk ik: wordt het dan geen tijd voor je om een ander vak te kiezen? Maar ik zeg niks: het ligt gevoelig en is ingewikkeld.

De MedZ, tijdschrift van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) wijdt er een heel nummer aan. De diensten zijn zwaar, te druk. De praktijkhouders krijgen hun diensten nauwelijks nog verkocht en dan alleen tegen een hoger tarief dan wat zij ervoor krijgen. Maar, denk ik dan : het zijn toch júllie diensten? Hoofdredacteur van MedZ Mark Brueren schrijft dat diensten soms best te combineren zijn met het werk overdag, maar zeker niet altijd. En dan noemt hij een lange lijst veranderingen die de druk op de huisartsenpraktijk hebben vergroot: zorgstraten, praktijkondersteuners (POH’s), ggz, palliatieve zorg, transitie van tweede naar de eerste lijn. Maar, denk ik, dat gaat allemaal over de zorg overdag. Het ging hier toch over de ANW? VPH-voorzitter Wouter van den Berg draagt in hetzelfde nummer een oplossing aan: er moet een organisatie komen waarin huisartsencollectieven, ziekenhuizen, ggz, thuiszorgorganisaties en zo nodig anderen, samen verantwoordelijk zijn voor spoedzorg. Bovenal moet het een organisatie worden waarbij praktijkhoudende huisartsen niet meer verantwoordelijk zijn voor de ANW-zorg van hun patiënten. En ik denk: maar dit hadden we toch allemaal zelf georganiseerd? Dit is toch wat we wilden?

Werkdruk

Hoe zit het nou met die werklast? Ook InEen, vereniging van eerstelijnsorganisaties, luidde recentelijk de noodklok vanwege de toenemende werkdruk op de huisartsenposten.

Kijkend naar hun eigen jaarcijfers echter, is de werklast de laatste twee jaar weliswaar toegenomen, maar de jaren daarvoor zelfs wat afgenomen. Van 2009 tot 2016 nam het aantal verrichtingen namelijk weliswaar met 1,7 procent toe (de bevolking van Nederland met 2,4%), maar werd extra personeel aangetrokken in de vorm van waarnemend huisartsen, praktijkverpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Het aantal patiënten per dienst per huisarts lijkt niet echt toe te nemen. Maar blijkbaar wordt de werkdruk subjectief wél als steeds hoger ervaren, gezien de breed gedragen onvrede.

Patiënt wordt opgeknipt

In mijn visie hebben we het overdag te druk met zaken die we vooral zelf hebben aangedragen en ontwikkeld. Extra taken, zorggroepen, dbc’s, accreditatie, vergaderen en overleggen of ons leven ervan afhangt. En nu vinden we onszelf zielig, want we moeten ook nog diensten doen. Bovendien vinden we dat de diensten niet goed zijn georganiseerd, we er slecht voor betaald krijgen, dat het triagesysteem niet deugt en dat patiënten maar te pas en te onpas binnenlopen.

En als het gaat om een oplossing, schieten we steeds weer in dezelfde – groot, groter, grootst – modus: afstoten en een grotere organisatie verantwoordelijk maken. Maar de ANW-zorg uitbesteden aan een grote organisatie is een slecht idee en geen oplossing.

Ik hoor chirurgen nooit zeggen dat na het avondeten het ziekenhuis de problemen maar moet oplossen

Als beroepsgroep hebben we de chronische zorg al grotendeels uitbesteed aan de POH-somatiek; de psychosociale problematiek aan de POH-ggz, de ouderenzorg aan de POH-kwetsbare ouderen en soms een deel van onze dagelijkse consulten aan de verpleegkundig specialist. De patiënt wordt opgeknipt en te gelde gemaakt in deelgebieden waarin protocollen leidend zijn. Je eigen huisarts zien lijkt soms godsonmogelijk. De continuïteit, datgene waar we altijd zo trots op waren, staat zwaar onder druk. En dan nu de ANW-zorg.

Huisartsgeneeskunde in Nederland is een sterk onderdeel van onze zorg. Dat is niet altijd zo geweest, die kracht kwam niet vanzelf. Die is bevochten door voorgangers uit de jaren vijftig, zestig en daarna, met enorme inzet, gebouwd op pijlers als integrale zorg en continuïteit.

Maar realiseren we ons dat? Of beschouwen we die positie als vanzelfsprekend? Iets waar we verder niet veel voor hoeven doen?

Medische patatgeneratie

Huisartsen willen interessant, veelzijdig en zinvol werk. We willen respect voor onze inspanningen en verwachten een zeker aanzien. Daarnaast willen we een goed inkomen en willen we bijna allemaal parttime werken; om halfzes de praktijkdeur achter ons sluiten en nu dan ook maar liever stoppen met ANW-diensten. Kan dat allemaal samen? Zullen onze patiënten en de maatschappij dit blijven accepteren? Willen we eigenlijk niet voor een dubbeltje op de eerste rang zitten? Zijn we niet verworden tot een medische patatgeneratie die wél het mooiste vak van de wereld wil, maar daar niet overdreven veel moeite voor wil doen? Ik hoor chirurgen nooit zeggen dat na het avondeten het ziekenhuis de problemen maar moet oplossen. Ik ken geen bakkers die parttime werken en dan uitsluitend tijdens kantooruren.

Beschikbaar zijn voor je patiënten, in welke vorm ook, hoort bij ons vak. Dát afstoten, naast alle andere taken die we al delegeren, zou funest zijn voor onze positie. Voor het respect dat we nu nog genieten en voor de continuïteit waar we zo prat op gaan. Het zal ons op termijn marginaliseren tot zorgmanager annex ‘9-tot-5-consulent kleine kwalen’.

De andere kant op

De maatschappij verandert en de zorg ook. Dat geeft problemen die opgelost moeten worden. Momenteel kiezen we daarbij consequent voor grootschaligheid. Omdat het op korte termijn de weg van de minste weerstand lijkt en niet slecht is voor onze portemonnee. We vergeten daarbij te vragen wat onze patiënten nu eigenlijk willen en doen verregaande concessies aan de kernwaarden continuïteit en integrale zorg.

Als de ANW-zorg niet goed is geregeld moeten we die niet afstoten, maar omvormen tot iets wat we wél willen en wat ons wél motiveert. Als we overdag in onze praktijken zo murw worden geslagen dat we geen diensten meer kunnen doen, moeten we de zorg overdag veranderen.

We moeten de andere kant op: kleinere praktijken, minder POH, minder zorggroep en minder randzaken

Wij dreigen ons vak en het plezier daarin te verkwanselen in een orgie van groter, meer, extra en grootst. We zijn artsen zonder grenzen die klagen over hun grenzeloosheid.

Weet ik het allemaal beter dan? Ja. En ik ben niet de enige. Geen pasklare oplossingen, maar wel de goede richting. Namelijk de andere kant op. Kleinschaligheid. Kleinere praktijken, minder POH, minder zorggroep en minder randzaken. Weer meer zelf gaan doen, grote maar ook weer kleine dingen. Daar ligt onze kracht. Dichtbij, beschikbaar en laagdrempelig. Tijd nemen en minder druk ervaren. Weer ruimte voor eigen initiatieven. Ook kleinschaligheid in dienstenstructuren en op de koop toe nemen dat je een keer extra dienst moet doen, als die maar weer als zinvol en plezierig wordt ervaren.

Robbert Keppel, tot voor kort voorzitter van de LOVAH (landelijke vereniging van huisartsen in opleiding) vertelt in een interview dat de meeste huisartsen in opleiding vinden dat 24/7-zorg absoluut bij ons vak hoort. Hij suggereert structurele veranderingen zoals kleinere praktijken en verruimde openingstijden. Blijkbaar zijn er nog jonge collega’s die begrijpen dat je het kind niet met het badwater moet weggooien. Die niet bang zijn een extra stapje te doen en zich realiseren dat continuïteit essentieel is en respect, werkplezier en een goede beloning niet vanzelf aan komen waaien. Laten we hopen dat hij werkelijk namens zijn achterban spreekt.

auteur

Hans van Gestel, huisarts

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

contact

hansvgestel1@hotmail.com

cc: redactie@medischcontact.nl

lees ook

download dit artikel

werk huisartsgeneeskunde opinie ANW-diensten werkdruk
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • jos rensing

    huisarts, den haag

    Collega Monique van Montfort, huisarts te Heemskerk meent dat ANW diensten bij "ons" vak horen.
    De vraag :wie zijn "ons"? Alle huisartsen? Alleen praktijkhouders? laat zij onbeantwoord.
    Wel zo makkelijk.

    In het vervolg van haar uitgebreid betoo...g trof ik geen enkel argument aan waarom dat zo zou moeten zijn.
    Collega Monique van Montfort blijkt wel een overtuigde voorstander van kleine huisartspraktijkjes, maar dat heeft met het standpunt van collega van Gestel ( "De ANW-dienst hoort er gewoon bij") eigenlijk niks te maken.

  • Monique van Montfort

    huisarts, Heemskerk

    deel 2;
    Verder is er geen wetenschappelijke onderbouwing dat taakdelegatie naar POH-ers in de reguliere praktijk betere zorg oplevert. Evenmin is er evidence dat dure ketenzorggroepen verbetering opleveren bij ziekten als diabetes en COPD op harde... uitkomsten zoals complicaties en ziekenhuisopnames. Taakdelegatie leidt niet tot betere zorg omdat de patiënt wordt opgesplitst onder diverse hulpverleners en de zorg niet door een arts wordt gegeven. Taakdelegatie leidt ook niet tot tijdsbesparing, artsen moeten namelijk meer managen en controleren. Wel werkt taakdelegatie inefficiënt en kostenverhogend en het blijft mede in stand omdat de beloning door de zorgverzekeraar bij een aantal huisartsen is gebaseerd op taakdelegatie, zorggroepen en schaalvergroting.

    Het vast blijven houden aan grootschaligheid en taakdelegatie met de huisarts als manager, vanwege vermeende positieve effecten op de gezondheidszorg, wordt niet ondersteund door literatuur. Wat wel duidelijk is aangetoond, is dat de huisarts in Nederland internationaal faam, heeft verworven door als arts integrale, persoonlijke, kleinschalige, continue zorg te leveren met zo min mogelijk hulpverleners per patiënt. Dit zijn de kernwaarden van ons vak en ik hoop, met collega van Gestel, dat deze huisarts die zijn patiënt kent en bijstaat, en die bereid is ANW diensten te doen, blijft bestaan.

    Monique van Montfort
    Huisarts Heemskerk


  • Monique van Montfort

    huisarts, Heemskerk

    deel 1;
    Mijn complimenten voor het artikel van Hans van Gestel. Hij bespreekt twee zaken, het eerste is dat ANW diensten bij ons vak horen en het tweede dat grootschaligheid de kernwaarden van het huisartsen vak bedreigt. Beide standpunten onderschr...ijf ik volledig.

    Het pleidooi van collega van Gestel om kleinschaligheid te herwaarderen is een oproep om kritisch te kijken naar een aantal ontwikkelingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden in de huisartsgeneeskunde. Waar evidence voor medisch handelen wordt vereist, is dat niet het geval voor de introductie van nieuwe vormen van huisartsgeneeskunde, zoals taakdelegatie en grootschaligheid bij ANW diensten en in de reguliere praktijk.

    Het delegeren van acute zorg op de HAP naar lager opgeleiden (verpleegkundig specialisten en physician assistants) leidt tot slechtere uitkomsten. De kans op ernstige problematiek tijdens ANW-diensten is groter en het is bekend dat bijvoorbeeld op de EHBO niet alleen de risico’s (gemiste diagnoses) maar ook de kosten (aanvullende diagnostiek, opnames) stijgen als de patiënten worden gezien door lager opgeleiden. Daarom wordt in toenemende mate ervoor gepleit de meest ervaren artsen op de EHBO te laten werken en in een aantal ziekenhuizen is dit gerealiseerd. Het is dan ook in strijd met het streven naar kwaliteit door de LHV om op de HAP verpleegkundig specialisten/PA’s in te zetten. Een verpleegkundige/PA is geen arts en een patiënt voldoet vaak niet aan een protocol. Als een patiënt is getriageerd door de doktersassistente zal vervolgens een arts, met kennis van (zeldzame) ziektebeelden, bijwerkingen en interacties, tijdens het consult de klachten moeten uitvragen, de patiënt moeten onderzoeken en een (uitgebreide) differentiaaldiagnose moeten opstellen.

    deel 2 volgt

  • martien van der Heijden

    huisarts, Tuk

    de ANW-diensten is eigenlijk geen huisartswerk. Het is gewoon productiewerk geworden waarbij wij de [patiënten niet meer in zijn omgeving of samenhang kunnen beoordelen. Toch zou ik geen oplossing voor het probleem weten, behoudens een andere manier ...van werken door huisartsen. De goedkoopste patiënt is een patiënt die geen patiënt wordt. op dit moment zijn wij alleen maar aan het dweilen vet de kraan open, terwijl inzet in preventie: voeding, bewegen, stoppen met roken, etc etc de werkdruk doet dalen en de gezondheidszorg goedkoper wordt. Ik heb dit zelf ervaren toen ik 7 jaar een praktijk had en bij elk consult hamerde op bewegen, voeding, drinken van voldoende vocht, etc, etc. Omdat ik de enigste huisarts in het dorp was zag ik mijn werkdruk zienderogen dalen (terwijl de mensen niet wegliepen). Het probleem is de financiering. wij zijn gebaat als huisartsen met zieke patiënten. Anders krijgen wij slechts een inschrijftarief en kunnen wij van die paar consulten niet leven. Een paradox. Wie heeft een slim idee om ons wel een inkomen te houden en de patiënten gezond te houden.

  • Huub van Haasteren

    Huisarts, Leiderdorp

    De HRMO-discussie heeft zich verbreed naar de ANW-zorg. Natuurlijk horen diensten er gewoon bij, maar onder welke omstandigheden kunnen we die het beste draaien? Het stuk van Hans van Gestel is mij uit het hart gegrepen, het is geen "retro-geluid" ma...ar je weet vaak nou eenmaal pas wat je hebt (of beter gezegd; had) als het er niet meer is (het kind met het badwater). Natuurlijk was vroeger niet alles beter, maar van Gestel luidt terecht de noodklok omdat de kernwaarden van de eerste lijn onder druk staan. Als wij de eerste lijn in steeds meer en steeds grotere organisaties verstoppen, worden we zelf langzaam kleine ziekenhuizen en verliezen we datgene wat de patiënt juist zo aan de eerste lijn waardeert. En veel dokters verliezen hun werkplezier. De HRMO-beweging kwam echt niet alleen maar voort uit het feit dat we zoveel formuliertjes moesten invullen, maar uit een breder gevoel van ontevredenheid en frustratie. Er is al veel bereikt, maar zelf heb ik recent het roer pas echt omgegooid door uit de lokale Zorggroep te stappen en de ketenzorg te laten voor wat het is; een geldverslindend paard van Troje en een tijdrovend vergadercircus. Op één punt ben ik het niet eens met van Gestel; minder POH gaat mij te ver, de POH's hebben hun waarde wel bewezen en zijn net zo onmisbaar geworden als een goeie assistente!

  • Sjoerd Zwart

    huisarts en opleider, Kampen

    -Kleinschaligheid is geen panacee voor de ANW-
    Wat een lekker retro-geluid laat collega van Gestel horen. Klinkt aantrekkelijk: Als we weer kleinschalig gaan werken, zijn patiënt en huisarts pas echt tevreden. Hij maakt ons lekker... met zorg-op-maat, ja, wie wil dat niet?
    Echter, hij haalt twee zaken door elkaar: Kleinschaligheid in het patiëntencontact en kleinschaligheid in de organisatie. Ik wil graag tijd en aandacht blijven geven aan elke patiënt die zich aandient, kleinschalig. Ik zie dat mijn aios, 25 jaar jonger, dat ook wil. Ze werkt hard en is betrokken, aios horen níet tot de patatgeneratie. Gelukkig hebben we in 25 jaar enkele filters ingebouwd, want het aantal zorgvragen van de burger is enorm gestegen. Hierdoor kan elke patiënt nog steeds meteen terecht bij een medewerker in de eerste lijn, dag en nacht, onder regie van de huisarts. Dit betekent echter niet dat we met de huidige organisatie van de ANW-diensten tevreden kunnen zijn.
    Om die reden enquêteerden mijn collega’s van de groepspraktijk en ik, trouwe LHV-leden, afgelopen mei per mail de 148 collega-praktijkhouders van onze regio Zwolle. Een ruime meerderheid van de huisartsen gaf aan dat ze niet meer alléén verantwoordelijk willen zijn voor de organisatie van de ANW-zorg, de respons lag op 51%. Bijna iedereen die commentaar gaf, liet weten dat de ANW-zorg wél bij ons vak hoort. Echter, we zullen onze regie-functie moeten gaan delen met meer spelers in het veld, zoals het ziekenhuis en de ambulancezorg. Alleen al het ziekenhuis is een partner die honderd maal zo machtig is qua financiële draagkracht en menskracht. Ik wil graag zoveel mogelijk de regie vasthouden, en ben blij met de verpleegkundig specialisten die al bij ons op de huisartsenpost werken en die hun taakgebied mogelijk gaan uitbreiden. Kernwaarden van huisartsgeneeskunde uit de jaren vijftig tellen niet meer. Grootschalige samenwerking wel, die zorgt dat we kleinschalige zorg-op-maat kunnen blijven geven.

  • Jan Takken

    Huisarts, Stramproy

    Ik voel me bepaald niet ongelukkig in de groepspraktijk met de POH die een stuk werk en aandacht voor de patient verzorgen. Zeker de POH GGz heeft aandacht voor mensen psychosociale problematiek. Meer dan ik zelf kan bieden.
    Evenmin voel ik me onge...lukkig of overbelast tijdens de diensten. De kleinschalige dienstvorm met inzet van de partners is verleden tijd. Dienst doen niet. Inderdaad in vergelijking met specialisten, thuiszorg en verpleging kun je je knopen tellen.
    Hoe te doen in de toekomst? Volgens mijnworden er voldoende collega's opgeleid.

  • Christian de Groot

    huisarts, Son en Breugel


    De tijd dat de huisarts binnen de praktijk alles zelf doet is voorbij. De praktijkondersteunders zijn niet meer weg te denken, zonder hen kunnen we de chronische zorg die jaarlijks met 3% toeneemt niet aan.
    We moeten geen heimwee hebben maar de u...itdagingen van de komende jaren aangaan waarbij samenwerking en technologie wat mij betreft de sleutelwoorden. Verwachtingen van trend watchers binnen de 1e lijn voorspellen dat als we zelf de handschoen niet oppakken dat de ziekenhuizen de huisartsenzorg op zich gaat nemen en dat daarmee de kleinschalige huisartsenpraktijk helemaal gaat verdwijnen.

  • Roelof Moes

    huisarts, Nijeveen

    Vanaf mijn huisartsenopleiding in 1974 heb ik als huisarts uitsluitend ervaring met avond- nacht en weekenddiensten in een kleinschalige setting. Door de jaren heen steeds voor maximaal vier normpraktijken. Tot acht jaar geleden ook nog inclusief de ...verloskundige zorg. In Zuidwest Drenthe en Noordwest Overijssel hebben tegen alle verdrukking in dertien huisartsen het door de jaren heen vol kunnen houden om tijdens de avond/nacht/weekenduren op de klassieke wijze klaar te staan voor patiënten met spoedeisende problemen. Voor de patiënten zijn de voordelen evident. Ze krijgen in bijna alle gevallen direct een veelal bekende huisarts aan de lijn, die snel kan beslissen of er een consult of visite noodzakelijk is. Deze huisarts is in bijna alle gevallen eerdere aanwezig bij een patiënt dan een ambulance en beschikt over de mogelijkheden om zo nodig direct een infuus toe te dienen en/of gebruik te maken van een AED. Toch is de zorgconsumptie de afgelopen 15 jaren niet toe- maar afgenomen. Het aantal contacten tijdens een avond/nachtdienst blijft gemiddeld dan ook onder de vier steken. Al met al geen reden om overbelast te worden. De ambulancedienst is ook blij met onze kleinschalige zorgverlening. Het aantal A1 ambulanceritten buiten kantooruren per 1000 inwoners is in onze gemeenten het laagst van de provincie. Dit terwijl we in een gebied wonen met verhoudingsgewijs de hoogste grijze druk van de provincie en ook nog de hoogste zogenaamde vakantiedruk.
    Er zit ook een nadeel aan deze vorm van huisartsenzorg en dat is het feit dat er veel vrije tijd in gaat zitten. De keuze voor deze vorm van zorgverlening maken we gelukkig zelf.

  • Kees van Sichem

    huisarts, Santpoort-Noord

    Een interessant artikel. Je leest dat dan en probeert de argumentatie eruit te halen. Ik zie ze niet, anders dan het hoort erbij en we hebben het zelf over ons uitgeroepen.
    Als je de patient zou vragen of hij bij het bezoek aan de HAP het belangrij...k vindt door wie hij gezien wordt, zal hem dat worst zijn. Dat in tegenstelling tot de overdagse zorg. Dan gaat hij naar zijn huisarts. Het is de vaart der volkeren die er voor heeft gezorgd, dat mensen hun zorg op ieder moment van de dag lijken te willen hebben. De vraag is dan of dat de huisarts moet zijn. De zorg overdag is bepalend voor het imago van de huisartsenzorg. Ik maak me dan ook geen zorgen over de toekomst van de huisarts.
    De HAP is destijds opgericht, juist omdat de ANW diensten als belastend werden gezien voor de huisarts en zijn/haar gezin. Dat werkte in het begin prima. Het was iets voor en door de huisarts. Helaas zijn de HAPpen verworden tot instituten die de huisarts oplegt wat hij moet doen en waar de gemiddelde huisarts absoluut geen feeling meer mee heeft. Er is een soort van arbeidsverhouding ontstaan. Het HAP bestuur zegt iets, soms door aanwijzing van IGZ en de hierarchische verhouding bepaalt dat de huisarts die ooit de HAP oprichtte dat maar moet gaan doen. De knecht is de baas geworden. De aanvankelijke winstpunten van de HAp zijn verloren gegaan.
    Nachtdiensten zijn zwaar met soms maar één dokter voor een grote groep mensen, waardoor de nachtdiensten als ongunstig gezien worden en zoveel mogelijjk "verkocht". Het overdagse werk lijdt hier onder.
    De weg te gaan is niet zozeer kleiner worden. Restructureren van de eerste lijns zorg is eerder de weg te gaan, waarbij overdag en ANW ontkoppeld kunnen worden.

  • Jurriën Wind

    Huisarts, Wijk en Aalburg

    Helemaal mee eens! Vroeger praktijkhouder geweest en 'vond diensten niet meer leuk'. Nu, waarnemer en diensten doe ik weer met plezier omdat het meer 'mogen is dan moeten'. Diensten zijn voor praktijkhouders veel belastender dan voor waarnemers. Toch... voel ik me als waarnemer betrokken bij de zorg, ook op een huisartsenpost en doe ik graag (nacht) diensten. Ik zal vast niet uniek zijn, dus: huisartsenposten en overkoepelende organisaties: betrek waarnemers bij diensten en maak het aantrekkelijk (financieel, accreditatie?) dienst te doen zodat de 7x24uur huisartsenzorg gewoon behouden blijft. Daarmee is de patiënt namelijk het beste af.

  • Sonja Mentink

    Huisarts, Driebergen

    De kleinschaligheid die in het artikel benoemd wordt, doet mij eerder denken aan heimwee aan 20 jaar geleden toen de huisarts nog alleen werkte met zijn assistente, kleine hagro voor de diensten en met de basiszorg als "enige" taak. De huisartsenzorg..., de geneeskunde in het algemeen, heeft meer taken gekregen, kan meer en betere zorg leveren en er wil dat graag ook professioneel en verantwoord doen. De patient verwacht van ons dan ook goede zorg met zo min mogelijk fouten. De consequenties van fouten zijn zwaarder geworden. Ik gun de patient een goede triage zodat een ernstige ziekte snel behandeld kan worden of goede adviezen bij eenvoudige vragen. I k gun de patient zorg die adequaat is, ook in de nacht. ik gun patienten de kans om de gang van zaken te kunnen achterhalen bij fouten. Ik gun de patient een uitgeruste fitte dokter, ook om 23 uur s avonds. En dat gun ik mijzelf ook. Werkdagen die niet zolang zijn dat ik aan het einde geen goede beslissingen meer kan maken. Verantwoordelijkheid voor het vervullen van de dienst moeten dragen, ook als ik acuut uitval door bijvoorbeeld ziekte in de vakantietijd waar de meeste collegae en waarnemers weg zijn. Daar is de patient maar ook de arts niet bij gebaat. De oplossing die ik zie, ligt niet alleen maar in het leggen van de verantwoordelijkheid bij alle artsen. De huisartsenposten kunnen ook gebaat zijn bij huisartsen die zich voornamelijk richten op de spoedzorg. Die werkelijk een coordinerende/regisserende rol hebben om de assistenten te ondersteunen in triage. Die verschillende soorten ondersteunend personeel (assistente, physician assistents, spreekuurondersteuners en andere huisartsen etc) kunnen aansturen en superviseren zonodig. Hopelijk kan dan de stroom patienten wel afgebogen worden naar de dagpraktijk, waarbij de 'echte' spoed wel geholpen kan worden. En dat iedere huisarts weer uitgerust en met plezier kan werken.

  • Sylvester Jenniskens

    huisarts , medisch directeur zorggroep Chronos , kaderarts DM, 's-Hertogenbosch

    De meeste huisartsen werken in deeltijd met een zeer goed inkomen. Men hoeft niet , zoals in België bv , aan acquisitie te doen om deze positie te behouden. Eén dienst van 8 uur per 10 dagen wordt vanuit deze tamelijk luxe positie als een molensteen ...ervaren. Het probleem zit hem dan ook niet in de huisartsgeneeskunde maar in de pluriformiteit van individuele ontwikkeling , sociaal-maatschappelijke uitdagingen , (gezins-) verantwoordelijkheden en sociale activiteiten....het leven is best een druk inderdaad....!
    Alle oplossingen zijn inmiddels bedacht, maar hoe je het ook wendt of keert : de spoedzorg tijdens ANW zal door de dokters in Nederland moet blijven worden gedaan!
    Terug naar kleinschaligheid in de huisartspraktijk met minder taakdelegatie is daarbij geen oplossing ; ruimere openingstijden ( kost geld VWS en Zorgverzekeraars!!) en een beter georganiseerde verdeling van de spoedzorg over alle beschikbare artsen in Nederland wél!

  • Pim Achrerberg

    Huisarts, praktijkhouder, Nieuwegein

    Ik ben het vooral eens met de kleinschaligheid overdag, waardoor we als huisartsen weer kunnen doen waar we goed in zijn en plezier en energie uit halen; contact maken, samenwerken en samen beslissen. Maar ik zie ook dat de verantwoordelijkheid voor ...de ANW-diensten breder gedragen moet worden en dat met name de nachtdiensten beter betaald moet worden, zodat het aantrekkelijker wordt om te doen en de praktijk overdag er minder onder hoeft te lijden.

  • Willem van Walsem

    Praktijkhouder, Winterswijk

    Mee eens. Oplssingen :triagesysteem aanpassen wat lijkt bedacht door theoretici die weinig dienst doen, alle huisartsen verantwoordelijk maken voor diensten omdat veel collegae (nog?) niet praktijkhouder willen zijn en vaak alleen diensten overnemen ...die hen uitkomen. Alle organisaties zoals LHV ,VPH Ineen samenvoegen omgetoverd huisartsnvak ook in organisatie weer duidelijk op de kaart te hebben wat de invloed vergroot.

  • jos rensing

    huisarts, den haag

    Ik ben het met collega van Gestel eens dat wij als huisartsen baas moeten blijven over ons eigen domein, inclusief de 7x24 uurs zorgplicht. Wij zijn het waarschijnlijk oneens over de vraag op wiens bordje die zorgplicht dient te berusten: ik vind bij... alle praktiserende huisartsen, van Gestel vindt kennelijk alleen bij de praktijkhoudenden.
    Dat wordt een probleem bij een afnemend aantal praktijkhouders en een toenemend aantal loondienstverbanders en waarnemers.
    De door van Gestel gewenste ontwikkeling naar kleinere praktijken, minder ondersteuning en minder ketenzorg zal de huisarts op termijn zeker marginaliseren.

  • Prudence Rümke- Gemmeke

    huisarts, DEN HELDER

    Een prima stuk. De ANW diensten horen bij het werk als curatief arts. Je weet ook van te voren, dat je die diensten moet doen. Zorg vraagt 24/7 inzet. Ik vind het ook belangrijk om de ANW diensten te doen, omdat we als huisarts, ondanks het NTS tria...ge systeem in de dienst nog een heleboel zelfstandig kunnen afhandelen.
    Een verkleining van de praktijken zal er toe bijdragen, dat we de doelstellingen van het huisartsenvak weer beter kunnen waarmaken. Het motto van de huisartsen zorg, bij de oprichting van het NHG was immers: continuïteit van zorg.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Zo, dat staat! Gedurfd, maar de spijker op zijn kop! Wie dokter wil zijn van 9 tot 5 wordt maar bedrijfsarts of verzekeringsarts. Zorg buiten kantooruren hoort bij het vak. Als je dat niet wilt of niet kunt, ga je maar wat anders doen.

    De huisart...senposten zijn in het leven geroepen door de huisartsen zelf, omdat ze minder vaak diensten wilden doen en kortere diensten wilden. Dit is het antwoord dat door de beroepsgroep zelf is bedacht. Als dit niet het gedroomde alternatief blijkt te zijn, los het dan op een andere manier op.

    Maar als je de ANW diensten door een ander laat doen, marginaliseer je jezelf als huisarts. Waarschijnlijk is het het einde van de klassieke huisartsgeneeskunde zoals die toch al onder druk staat door huisartsenposten, waarnemers, POH'ers en part-time werkende huisartsen. Waarschijnlijk worden dan de diensten overgenomen door een of ander hybride en onpersoonlijk georganiseerde spoedzorg, waarschijnlijk gelieerd aan een ziekenhuis. En dat is beslist geen persoonlijke en nabije zorg. En ook zeker geen verbetering van de spoedzorg.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.