Controle HbA1c beperkt hartproblemen
Plaats een reactieHoe beter mensen met diabetes hun bloedsuikerspiegel onder controle houden, hoe kleiner de kans dat zij te maken krijgen met hart- en vaatziekten.
Deze conclusie komt uit het grote en langdurige onderzoek van de Amerikaanse Epidemiology of Diabetes Interventions and Complications-onderzoeksgroep (EDIC). Daarin zijn meer dan 1400 diabetespatiënten (type I) zeventien jaar lang gevolgd. De patiënten kregen tussen 1983 en 1993 (gemiddeld 6,5 jaar lang) conventionele insulinetherapie of intensieve insulinetherapie. In het eerste geval gaven ze zichzelf een of twee keer per dag insuline en was het doel hyper- en hypoglykemieën te voorkomen. De intensieve therapie behelsde drie of meer insuline-injecties of toediening via een pomp en had als doel een geglycosyleerd hemoglobinegehalte (HbA1c) van 6,5.
Na elf jaar follow-up bleek de intensieve therapie superieur. De kans op een willekeurige hart- of vaataandoening nam met 42 procent af. De kans op een niet-fataal myocardinfarct, een CVA of overlijden reduceerde met 57 procent.
De auteurs achten het goed mogelijk dat het HbA1c-gehalte direct van invloed is op atherosclerose. Dat denkt ook commentator William Cefalu. Uit studies is volgens hem gebleken dat een stijging van de HbA1c-spiegel met 1 procent correspondeert met een toename van de cardiovasculaire risicos met 6,4 procent. Cefalu suggereert ook dat een gezond bloedsuikerniveau nog onder de drempelwaarde voor een diabetesdiagnose ligt. Des te betreurenswaardiger is het dat zelfs de patiënten die intensieve insulinetherapie kregen er niet in slaagden om de HbA1c-streefwaarde van 6,5 te halen. Volgens Cefalu is het daarom vooral zaak dat er betere middelen en strategieën komen voor het beïnvloeden en beheersen van de bloedsuikerwaarden. << RC
NEJM 2005; 2643-53 en 2707-09
- Er zijn nog geen reacties
