Catharina mocht niet spreken van fraude

Het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven had vier dermatologen niet van fraude mogen beschuldigen. Dat heeft het Gerechtshof in Den Bosch in hoger beroep bepaald.

Het ziekenhuis ontbond in november 2012 de toelatingsovereenkomst met de vier dermatologen omdat zij zonder toestemming binnen het ziekenhuis een eigen praktijk voor onverzekerde zorg zouden hebben opgezet. Zij zouden het ziekenhuis uithollen door patiënten te verwijzen naar een eigen privékliniek.

In mei 2013 oordeelde de arbitragerechter dat de aan de artsen ‘verweten gedragingen niet zo ernstig zijn dat zij de opzegging van de toelatingsovereenkomst kunnen rechtvaardigen’. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg gelastte het ziekenhuis in januari 2014 om de vier dermatologen een vergoeding te betalen van in totaal één miljoen euro.

In een commentaar oordeelde bestuursvoorzitter Piet Batenburg destijds dat het scheidsgerecht met deze bindende uitspraak een ‘opvallend maatschappelijk signaal’ had afgegeven: dat medisch specialisten in Nederland anno 2014 een grotere ‘scharrelruimte’ en een hogere rechtsbescherming tegen ontslag hebben dan iedere andere medewerker. Na deze uitspraak stapten de vier dermatologen naar de rechter; die oordeelde in april 2014 dat de uitlatingen van de bestuursvoorzitter onrechtmatig waren. Het ziekenhuis ging in beroep, maar heeft dus geen gelijk gekregen.

Volgens RTL Nieuws, dat vandaag over de zaak publiceert, eisen de artsen van zowel het ziekenhuis als de Vereniging Medisch Staf ‘enkele tonnen’ vergoeding van de schade die de suggestie van fraude hen heeft berokkend.

Joost Visser

• Uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch
  

Lees ook:

• Dermatologen Catharina krijgen één miljoen euro  ( 3 januari 2014)
• Ruzie Catharina kent geen winnaars  (23 mei 2013)
• Dossier Catharina Ziekenhuis