BIG business
Plaats een reactieMet de term ‘specialist’ wordt in de gezondheidszorg ontegenzeglijk een medisch specialist bedoeld. Het is dan ook bevreemdend dat er blijkens het artikel (
) al langer wordt gesproken over de term verpleegkundig specialist.
Er wordt natuurlijk bedoeld een verpleegkundige met een gespecialiseerde opleiding en taak. Het bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord worden hier onterecht verwisseld. Een hijgende hockeyer moet ook niet worden verward met een hockeyende hijger.
Als er naar analogie van bijvoorbeeld stoma-, decubitus- en oncologische verpleegkunde behoefte is aan een zich onderscheidende aanduiding, moet deze worden gevonden in een toevoeging van een passend bijvoeglijk naamwoord bij handhaving van de gerespecteerde titel verpleegkundige. Opdat onder andere de KNMG en de Orde zich dat ter harte nemen.
Zwolle, juni 2008
H. ter Linden, plastisch chirurg
Naschrift KNMG
Het voeren van de titel ‘specialist’ is in de gezondheidszorg niet voorbehouden aan medisch specialisten. De Wet BIG maakt alleen onderscheid in basisberoepen (artikel 3) en specialismen binnen dat beroep (artikel 14).
De verpleegkundige beroepsgroep heeft op basis hiervan het College Specialismen Verpleegkunde ingesteld en kent sindsdien ook, net als artsen, specialismen. Dit zijn specialismen op het verpleegkundig terrein. De titel verpleegkundig specialist is in die context bezien goed gekozen.
- Er zijn nog geen reacties