Laatste nieuws
Achter het nieuws

‘Betrek de hele zorgkudde bij een gezondheidscrisis’

Nieuw RVS-lid Marleen Kraaij-Dirkzwager pleit voor meer dialoog tussen zorgverleners

Plaats een reactie
Harmen de Jong
Harmen de Jong

Arts maatschappij + gezondheid Marleen Kraaij-Dirkzwager deed jaren ervaring op met gezondheidscrises in Nederland en daarbuiten. Zorg in crisisomstandigheden vereist meer praten en luisteren tussen de diverse dokters onderling dan nu gebeurt, constateert het nieuwe lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.

‘Dialoog: een gesproken of geschreven conversatie tussen twee of meer personen.’ Dat woordenboekcitaat staat in grote, oranje letters op de site van het platform ditisgoedezorg.nl dat Marleen Kraaij-Dirkzwager afgelopen jaar met twee andere artsen in het leven riep. Het platform is bedoeld om verschillende zorgverleners met elkaar in gesprek te krijgen over de verschillende oplossingen die kunnen bestaan om ingewikkelde zorgproblemen aan te pakken.

‘Dialoog’ is, net als ‘crisis’, een woord dat als een rode draad door Kraaijs cv meandert. En dat neemt ze mee in haar nieuwe taak als lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS). Kraaij is de tweede arts die nu zitting heeft in dit onafhankelijk adviesorgaan voor regering en parlement, naast gynaecoloog Jan Kremer.

Kraaijs eerste artsenjaren in onstabiele Soedanese gebieden maakten haar er ‘voorgoed van bewust dat de manier waarop je kijkt naar wat goede zorg is cultuurafhankelijk is’. Ook raakte ze doordrongen van ‘de impact van politieke keuzes op de zorg die je kunt geven’. En ze zag dat een ‘schone en veilige omgeving scheppen’ – al is het maar een kliniek­hoekje in een overvol vluchtelingenkamp – ‘mensen weer bij elkaar brengt’. ‘Dan ontstaat weer leven.’

Marleen Kraaij-Dirkzwager

Na haar geneeskundeopleiding in Maastricht (2005) volgde Marleen Kraaij-Dirkzwager een tropenopleiding in Antwerpen. Zij werkte daarna voor verschillende ngo’s in de regio Darfur en Zuid-Soedan. Terug in Nederland werkte ze eerst bij de afdeling Crisis­beheersing en Infectieziekten van VWS. Daarna richtte zij zich bij het RIVM – terwijl ze de opleiding tot arts maatschappij + gezondheid volgde – op nazorg na crises en infectie­ziektebestrijding. Vervolgens werkte ze bij het Instituut Fysieke Veiligheid dat zich bezig­houdt met de organisatie van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Als inmiddels vrijgevestigd arts M+G heeft ze opdrachtgevers op dat vlak.

De juiste toon

Wat haar misschien het meest bijbleef, is de waarde van samen naar oplossingen zoeken in een regio met onderling verdeelde stammen waarvan niet altijd duidelijk was wie behoefte had aan welke medische zorg. ‘Vanuit één ngo voel je niet altijd goed aan wat er nodig is. De situatie daar is soms zó anders dan je eigen beeld van goede zorg. Aanvoelen van een andere cultuur kun je niet alleen.’ Maar samen wisten ngo’s bijvoorbeeld tijdens een cholera-uitbraak wel de juiste toon te vinden om de angst van mensen voor de ziekte én voor buitenlandse hulpverleners te doorgronden – waardoor zij niet meer de tenten voor een choleracentrum in brand zetten.

Het woord ‘crisis’ meandert door Kraaijs cv

Die gezamenlijkheid miste ze bij gezondheidscrises op Nederlandse bodem in haar verdere loopbaan in crisisland. Kraaij was betrokken bij dossiers als Q-koorts, de Mexicaanse griep, chroom-6-blootstelling in het leger, de uitstoot van chemie­fabriek Dupont, rubbergranulaat in sportvelden en de Groningse aardbevingen. Als arts hielp ze ‘in kaart brengen welke mensen schade opliepen – of het risico erop – en bepalen wat nodig was om hun gezondheid te beschermen’. ‘En om verschillende perspectieven bij elkaar te brengen.’ Zo moest er in de granulaatcasus nieuw toxicologisch onderzoek komen. En moesten wetenschappers, bestuurders en sportclubs ‘met eigen ideeën over risico’s op korte of langere termijn’ aan tafel worden gezet om te kijken ‘hoe verder’. Uiteindelijk leidde dat tot een consensus waardoor ‘mensen weer prettig samen konden sporten’.

Coronacrisis

Bij die dossiers zag Kraaij hetzelfde verschijnsel terugkeren: ‘Verschillende experts benaderen de overheid met hun advies, maar het is moeilijk om vervolgens tot één advies te komen. Maar de groep mensen die het aangaat, moet verder.’ In de coronacrisis zag ze dezelfde dynamiek, met als verschil ‘dat we voor de eerste keer zo langdurig werden geconfronteerd met uitersten aan perspectieven’. ‘En dat iedere Nederlander erdoor werd geraakt.’

‘Feit is dat veel mensen een mening hebben over wat moet gebeuren. En als het de gezondheid raakt, hebben mensen de behoefte bij te dragen. Dat resulteert in meerstemmigheid, en vervolgens wordt er naar Den Haag gekeken voor een keuze. Als keuzes moeilijk zijn, moet je alle kennis in de zorgverlenerskudde benutten. Daar is nog winst te behalen.’

Die ‘zorgverlenerskudde’ ziet ze het liefst zo breed mogelijk. ‘Wat mij betreft dragen bijvoorbeeld rond de klimaatcrisis ook de mensen die gaan over dijkverzwaringen en weerswaarschuwingen bij aan gezondheidsbescherming. Haal de wijsheid uit verschillende perspectieven. Praat met elkaar, over wat je ziet en wilt. Kijk of je echt anders denkt, of misschien alleen onderzoeksuitkomsten anders interpreteert.’ Ze is voorstander van het ‘deep democracy’-model: dat alle standpunten eerst worden opgezocht en gehoord – dus ook minderheidsstandpunten – voordat er keuzes worden gemaakt.

Meer dialoog

Kraaij pleit daarom voor ‘meer dialoog’ tussen zorgverleners. Ze wil graag een nieuwe structuur waarin zorgverleners van verschillende disciplines met elkaar in gesprek kunnen over zorg­dilemma’s ‘voor de beste zorg in omstandigheden waar de beste opties niet evident zijn’. ‘Breng artsen bij elkaar: wat zien we in de samenleving en onze spreekkamer? Ik zie weinig plekken waar collega’s ideeën kunnen brengen en op basis van gelijkwaardigheid een gesprek kunnen hebben. We organiseren ons als artsen in wetenschappelijke verenigingen, maar iets als covid gaat over de grenzen van die verenigingen heen.’

Dat heeft volgens haar bijgedragen aan de ‘polarisatie tussen artsen’ in covidtijd. Juist via dialoog ‘kun je desinformatie corrigeren en zorgen van collega’s oppikken’, aldus Kraaij. Werk­conferenties zoals rond covidzorg plaatsvonden, ziet ze graag vaker. ‘Dat je tussen professies kunt toetsen of de ander ziet wat jij ziet, dat je weet wat een ander doet, gehoord hebt van de dilemma’s van een ander. Dat is nog niet ingebed in crisissituaties. In Nederland is goed geregeld wie moet handelen in het eerste kwartier na een grote ontploffing. Vrij snel daarna komt in iedere crisis de fase waarin de vraag komt wie waar, wanneer en waarover moet adviseren en ontstaat een kakofonie aan advies.’

Samen keuzes maken

‘Ik heb geen evidence dat meer dialoog werkt. Maar een populatie kenmerkt zich door diversiteit. Niet iedereen verlangt hetzelfde voor goede zorg. Je moet grotere sociale vraagstukken vanuit verschillende disciplines verkennen, met elkaar oplossingen bedenken en daarna reflecteren op die keuze. Samen kijken, keuzes maken en uitproberen wat het beste werkt, zoals de RVS vorig jaar voor complexe individuele patiënt­zorg adviseerde. Dat lerende vermogen zou ik ook voor populatiezorg willen.’ Ze hoopt dat de RVS-adviezen waar ze aan gaat meewerken ‘een mooie bijdrage’ vormen aan de ‘inter­professionele dialoog’.

Kraaij denkt dat het ‘een kwestie van tijd is’ dat zorgverleners zelf initiatief nemen voor een nieuwe dialoogvorm bij gezondheids­zorgcrises. ‘De behoefte is er. Ik heb niet de illusie dat je door dialoog 17 miljoen louter tevreden mensen krijgt. Maar het kan wel helpen om keuzes te verrijken en te verduidelijken.’ 

download dit artikel (pdf)

Achter het nieuws
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.