Betere screening prostaat­kanker

Vaker een positieve testuitslag als er inderdaad sprake is van prostaatkanker en veel minder fout-negatieve uitslagen dan met het bepalen van het prostaat specifiek antigeen (PSA). Dat moet volgens onderzoekers van Johns Hopkins University mogelijk zijn door het bepalen van het bloedeiwit ‘early prostate cancer antigen-2’ of EPCA-2. The Lancet publiceerde onlangs een artikel waarin de waarde van de nieuwe merkstof is onderzocht bij 330 patiënten met en zonder prostaat­kanker.

Bij 97 procent van de patiënten zonder prostaatkanker was de test met EPCA-2 negatief. Ter vergelijking: PSA geeft bij maar eenvijfde van de patiënten zonder prostaatkanker uitsluitsel. EPCA-2 was bovendien negatief bij 77 procent van de patiënten met benigne prostaathyper­trofie. Dit is bij uitstek de groep patiënten bij wie de PSA vaak fout-positief blijkt.

Bij patiënten met prostaatkanker doet EPCA-2 het iets beter dan PSA. Bij 90 procent van deze patiënten is EPCA-2 positief. Bij patiënten met gemetastaseerde prostaat­kanker geeft EPCA-2 nog meer zekerheid. Bij maar liefst 98 procent van deze patiënten is de test positief. Het overall percentage ‘terecht positieven’ is 94. Voor PSA is dit 85 procent.

De onderzoekers zeggen dat grotere klinische trials gepland staan. Ze denken dat de test binnen 18 maanden beschikbaar kan zijn voor de patiëntenzorg. << EJP

www.thelancet.com , online publicatie 24 augustus