Laatste nieuws

Betere ggz-verwijzing

Plaats een reactie

Artsen die zelf hun ggz-verwijzing maken, vergeten nog weleens essentiële gegevens. Een standaardbrief biedt uitkomst.

Het belang van goede communicatie tussen huisarts en zorginstelling bij doorverwijzing is groot. Zorgverleners in de tweede lijn kunnen immers beter bepalen wat passende zorg is voor een patiënt als zij over complete informatie beschikken. En huisartsen die nazorg geven of de vinger aan de pols houden, moeten weten hoe een behandeling is verlopen.

Zowel verwijsbrief als terugrapportage kan verbeteren door uniformering, blijkt uit eerdere publicaties en onderzoek.1 2 Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft in 2000 de richtlijn ‘Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist’ opgesteld voor verwijsbrief en (specialistische) terugrapportage.3 Op basis daarvan hebben samenwerkende zorgverleners in de somatische en geestelijke gezondheidszorg in verschillende regio’s uniforme brieven gemaakt.4 5

Zo is in Amsterdam in 2004 een ggz-verwijsbrief ontwikkeld, afgestemd op de NHG-richtlijn.6 Deze brief is inmiddels beschikbaar in 80 procent van de gebruikte Huisarts Informatie Systemen (HIS), op websites van de grote ggz-instellingen (Arkin en GGZ inGeest) en op de site van de Regionale OndersteuningsStructuur (ROS) voor de eerstelijnszorg (1ste Lijn Amsterdam). Laatstgenoemde voert het beheer van de brief.

Evaluatie
Het NHG evalueerde in 2010 het gebruik van de Amsterdamse ggz-verwijsbrief. Dat jaar werd de brief bij ruim de helft van de ggz-verwijzingen gebruikt. 24 verstuurde standaardbrieven werden vergeleken met 21 eigen varianten van huisartsen. 68 huisartsen en 8 ggz-hulpverleners reageerden op een schriftelijke enquête over de brief.

De evaluatie wees uit dat huisartsen de ggz-verwijsbrief goed en compleet invullen. Ze geven aan dat de rubrieken in de brief hen daarbij helpen. De door huisartsen zelf ontwikkelde brieven schoten daarentegen tekort: belangrijke items ontbraken regelmatig. De ggz-zorgverleners gaven aan dat de rubrieken in de ggz-verwijsbrief helpen bij het kiezen van de juiste zorg. Ook zij signaleerden lacunes bij de ‘eigen’ verwijsbrieven van huisartsen.

De ggz-verwijsbrief bleek aan te sluiten op de manier van werken van de huisarts. Inhoudelijke verbetersuggesties waren er dan ook niet. Wel hadden de huisartsen praktische suggesties: koppeling aan het HIS, meer invulruimte en de mogelijkheid tot digitale verwijzing. Hier is grotendeels al gehoor aan gegeven. Moest de ggz-verwijsbrief tot voor kort worden uitgedraaid en gefaxed of gepost, sinds maart 2011 kan de brief ook digitaal worden verstuurd naar Arkin en GGZ inGeest via het beveiligde netwerk Elektronisch Zorg Dossier Amsterdam (EZDA).

Landelijke richtlijn
Concluderend kunnen we stellen dat verwijzingen van Amsterdamse huisartsen naar
de ggz door de uniformering van de verwijsbrief zijn verbeterd. Belangrijk is het beheer door de ROS en een brief die dicht bij de werkwijze van de huisarts staat. De verwachting is dat door uitbreiding van de elektronische mogelijkheden de brief in de toekomst nog vaker zal worden gebruikt. Er zijn afspraken met Nictiz (ICT-expertisecentrum voor zorg) en het NHG om in de komende periode de digitale communicatie verder vorm te geven en de regionale ervaring vast te leggen in een landelijke richtlijn voor ggz. Daarin zal ook de communicatie tussen ggz en huisarts tijdens en na behandeling een plaats krijgen.

Albert Blom, psychiater, directeur behandelzaken GGZ inGeest
Anne-Marieke van der Veldt, senior adviseur, 1ste Lijn Amsterdam
Peter Rijnierse, arts, sectie automatisering NHG
Carinke Buiting, arts, stafmedewerker NHG

Correspondentieadres: a.blom@ggzingeest.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.

Voetnoten

1 Venrooij T van. Contacten huisarts en specialist kunnen beter. Medisch Contact 2009; 8: 312.
2. Berendsen A. Samenwerking tussen huisarts en specialist – Wat vinden de patiënten en de dokters. Dissertatie RU Groningen, februari 2009.
3. NHG. Richtlijn Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist bij verwijzingen (HASP). 2000, revisie 2008.
4. Balestra W. De vrijblijvendheid voorbij. Electronisch verwijzen brengt Leids Verwijzen op een hoger plan. Medisch Contact 2006; 13: 521-4.
5. Bal R et al. Te vroeg voor euforie. Succes van digitaal verwijzen heeft schaduwzijde. Medisch Contact 2006; 47: 1886-8.
6. Heuvel L van den, Kaag M. Protocollen voor de briefwisseling tussen huisarts en specialist. Medisch Contact 2004; 32/33: 1268-70. 

<b>PDF van dit artikel</b>
<b>De verwijsbrief</b>
<b>De verwijsbrief</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.