Laatste nieuws
Michiel Hordijk
2 minuten leestijd
Nieuws

‘Artsen te voorzichtig met screening FH’

Plaats een reactie

Artsen in de regio’s rond het LUMC en UMC St Radboud werken minder dan artsen in andere regio’s mee aan de actieve opsporing van familiale hypercholesterolemie (FH). Dat zegt Iris Kindt, directeur van Stichting Opsporing Erfelijke Hypercholesterolemie (StOEH) in Amsterdam.

StOEH voert in opdracht van het ministerie van VWS landelijk bevolkingsonderzoek uit naar FH. De opsporing vindt plaats in samenwerking met specialisten en huisartsen en bestaat onder meer uit stamboomonderzoek.

‘Het gaat vrij goed met de opsporing’, aldus Kindt, ‘we zijn in Nederland een voorloper in Europa en hebben inmiddels zo’n 24.000 van de geschatte 40.000 Nederlanders met FH opgespoord. Er zijn echter grote regionale verschillen in het succes van de opsporing. Dat zou beter kunnen, waardoor we de komende twee jaar een paar duizend patiënten meer kunnen opsporen’

In het jaarverslag 2010 van StOEH is te lezen dat is sommige regio’s meer dan 80 procent van de FH-patiënten is opgespoord, en in andere nog geen 40 procent. Kindt: ‘Wij hebben geen reden om aan te nemen dat er grote regionale verschillen zijn in het voorkomen van FH. Het heeft meer te maken met de bereidwilligheid van artsen in en rondom UMC’s om mee te werken. In het LUMC en in het UMC St Radboud lijkt de interesse lager dan in de andere regio’s. Er worden in die UMC-regio’s dan ook veel minder familieleden met FH opgespoord via ons landelijke screeningsprogramma.’

Volgens Kindt zijn hier verschillende redenen voor: het kostenaspect, de gevolgen voor kapitaalverzekeringen en het niet noodzakelijk achten van DNA-onderzoek voor de behandeling van individuele FH patiënten. ‘Sommige artsen zijn bijvoorbeeld ongerust dat patiënten meer premie voor kapitaalverzekeringen moeten betalen zodra met DNA-onderzoek is vastgesteld dat een patiënt FH heeft. Met verzekeraars is echter afgesproken dat de FH-patiënt die adequaat wordt behandeld, geen extra verzekeringspremie hoeft te betalen’, aldus Kindt.

Anton Stalenhoef, internist in het UMC St Radboud, zegt verbaasd te zijn over de bevindingen van StOEH. ‘Wij waren juist één van de eersten die hiermee begonnen. Ik onderschrijf het nut van DNA-onderzoek volledig. We doen het bij ongeveer de helft van de patiënten. Soms doen we het niet, bijvoorbeeld omdat de diagnose FH op basis van het cholesterolgehalte en het klinisch beeld wel vaststaat. DNA-onderzoek heeft dan geen praktische consequenties meer. Familieleden van deze patiënten adviseren we wel om zich te laten controleren.’

Sonja Groen, mediawoordvoerder van het LUMC, zegt dat er ook binnen het LUMC geen reserves bestaan tegenover screening naar FH: ‘Wij herkennen ons niet in de uitlatingen van de StOEH. We doen mee op vergelijkbare wijze als het UMC St Radboud aan DNA-onderzoek naar FH. Daarnaast zijn we uiteraard afhankelijk van verwijzing van patiënten door de ons omringende artsen.’

Michiel Hordijk

Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.