Artsen moeten neppatiënten ontmaskeren
Plaats een reactieArtsen en psychologen zijn uit angst voor juridische procedures huiverig om simulanten te ontmaskeren. Beroepsorganisaties moeten in actie komen om ervoor te zorgen dat dat toch gebeurt.
Dat schrijven hoogleraar psychologie Harald Merckelbach en andere onderzoekers van de Universiteit van Maastricht in het zomernummer van het Maandblad Geestelijke volksgezondheid (MGv). In het artikel presenteren zij een patiënt die zou lijden aan het Ganser-syndroom, een zeldzame psychische stoornis die maakt dat de patiënt zelfs de eenvoudigste vragen nét niet goed beantwoordt. Na een auto-ongeluk maakt de man aanspraak op een arbeidsongeschiktheidsverzekering en in opdracht van de verzekeringsmaatschappij onderwerpen Merckelbach en zijn collega hem aan een serie psychologische tests. Zijn scores blijken zo extreem dat de onderzoekers vermoeden dat de man simuleert. Bovendien blijkt de man - hoewel hij naar eigen zeggen lichamelijke klachten heeft - uit te blinken in basketball en in andere hobbys. Als de onderzoekers de man daarmee confronteren, valt hij uit zijn rol.
Toch durven de onderzoekers de conclusie dat de patiënt simuleert niet onomwonden in het rapport voor de verzekeraar te schrijven. De kans is groot dat de neppatiënt hen dan civiel- of strafrechterlijk aanpakt. Een analyse van dergelijke tuchtrechterlijke zaken laat zien dat hulpverleners zelfs voor het gebruik van de tentatieve term malingering een waarschuwing krijgen.
Merckelbach vindt dat beroepsorganisaties van artsen en psychologen in actie moeten komen om ervoor te zorgen dat clinici er niet meer voor terugschrikken om simulanten bij naam te noemen. Zij moeten hun leden de verplichting opleggen om zich ondubbelzinnig uit te spreken over hun diagnostisch oordeel. Dan lopen clinici niet meer het risico voor het gebruik van termen als simulatie en malingering een maatregel van de tuchtrechter te krijgen. << MM
- Er zijn nog geen reacties