Laatste nieuws
maatschappij

Artsen leren verbale messen slijpen

Dokters in Debat wil arts laten horen in maatschappelijke discussie

Plaats een reactie
Anna Verhulst
Anna Verhulst

Dokters voeren een discussie vaak op inhoudelijke argumenten. Maar met een snuf emotie of een handvol anekdotes komt een standpunt nog beter uit de verf. Dat en andere debatteertrucs leren artsen bij Dokters in de Debat.

‘En voor je het weet, bestelt een patiënt vast zijn grafkist.’ Met die uitsmijter eindigt gynaecoloog in opleiding Khadija Madani haar pleidooi. Op een doordeweekse avond zijn tien deelnemers van de eerste debatteercursus van Dokters in Debat bij elkaar gekomen in een zaal van het Utrechtse Academiegebouw. Het is de afrondingsbijeenkomst: deze avond mogen ze in twee teams verbaal duelleren over twee zorggerelateerde stellingen en tonen wat ze tijdens drie cursusavonden hebben opgestoken aan debattrucs en -tips.

Madani is ingedeeld in het groepje debaters die moeten uitleggen waarom ze tégen de stelling zijn ‘dat de patiënt altijd en direct toegang moet hebben tot zijn eigen medische data’. Een debater uit het voorstanderteam merkt op dat ‘direct’ niet ‘à la minute’ hoeft te betekenen, maar ook best kan betekenen ‘als de arts besluit dat hij gegevens toegankelijk maakt voor de patiënt’. Tijdelijk tegenstander en huisarts in opleiding Koos ten Thije veegt de vloer aan met die stellingname. ‘Ik hoop dat direct bij u toch echt direct betekent. Als ik 112 bel dat ik direct een ambulance nodig heb, hoop ik ook dat het niet twee weken duurt voordat die arriveert.’ Ten Thije krijgt de lachers op zijn hand. Punten van de jury, want een scheutje humor blijkt geen kwaad te kunnen in de hogere debatkunde.

Wakker worden

Dokters in Debat is een initiatief van arts-assistenten Anna Verhulst en Judith Voogt. De stichting heeft twee doelen, licht Verhulst toe. ‘Aan de ene kant willen we artsen in hun kracht zetten en hun mening leren verwoorden. Aan de andere kant willen we hun nieuwsgierigheid wekken en ze betrekken bij het maatschappelijk debat.’

Artsen laten zich vaak heel voorzichtig en politiek correct uit

Dat laatste kan geen kwaad, is hun ervaring. Verhulst: ‘Veel van onze collega’s worden zodanig in beslag genomen door hun dagelijkse werkzaamheden, dat ze veel missen van wat er buiten hun werkplek gebeurt. Pas op het moment dat wetgeving al vastligt en wordt ingevoerd, of wanneer er problemen optreden, lijken ze wakker te worden. Dan is het vaak veel lastiger om het beleid nog bij te sturen.’ En dat terwijl artsen volgens haar de ‘ervaringsdeskundigen zijn die ze in Den Haag graag willen spreken’. ‘Wij willen dat artsen weten wat er speelt in de maatschappij en daar ook hun mond over opentrekken.’

Op dit moment richt de stichting zich vooral op jonge dokters. Verhulst: ‘Als er nu al artsen in de media verschijnen en zich mengen in het publieke debat, zitten die meestal in de tweede helft van hun carrière. De jongere stem is relatief ondervertegenwoordigd.’ De eerste debatcursus trok vooral aiossen en een enkele student geneeskunde. Dat neemt niet weg dat Verhulst en Voogt het toejuichen als in de toekomst ‘artsen vanuit alle generaties’ de stichting weten te vinden.

Neutraliteit loslaten

Artsen zijn gewend zich ‘heel voorzichtig en politiek correct uit te laten’, is ook de ervaring van internist in opleiding Marise Heerma van Voss. Tijdens de afsluitende debatavond van de stichting bedient ze zich behendig van wat verbale handigheden die ze in de cursus leerde. ‘Ik zou iets willen toevoegen wat ik nog niet gehoord heb’, begint ze een betoog. Of ‘ik denk dat het beter is dat ik daar even op inga’. Om dan vol vuur uit te leggen waarom een patiënt toch echt beter af is mét directe toegang tot zijn dossier.

‘Die voorzichtigheid is nuttig bij patiënten, maar niet als je belangenbehartiger van de zorg wilt zijn’, stelt Marise later. ‘Als arts probeer je je vaak neutraal op te stellen, en open te staan voor allerlei mensen.’ Maar die neutraliteit, die moet je volgens haar durven loslaten als je je punt wilt maken. Als vertegenwoordiger van een nieuwe generatie artsen voelt ze de plicht om haar mening naar voren te kunnen brengen, reden om bij de cursus aan te haken. ‘Het is nuttig om ons bij het debat te betrekken. Wij zien in praktijk veel, we hebben inzicht in wat er op de werkvloer gebeurt.’

Praat in beelden, leerden de cursisten: wie zijn toehoorder met beeldende voorbeelden verleidt, krijgt ze sneller mee. Of pas de ‘drie V’s’ toe: vertel wat je gáát vertellen, vertel het vervolgens, en vertel ter afronding wát je hebt verteld. Op die manier breng je je boodschap stiekem drie keer – en in het debat geldt de kracht van de herhaling.

De barricades op

Niet alle deelnemers zien zichzelf meteen de opiniepagina’s van kranten bestormen, het hoogste woord voeren in Jinek, of inspreken bij een Tweede Kamercommissie. Maar de debatvaardigheden komen ook van pas op de dagelijkse werkvloer, verwachten sommigen. ‘Dit biedt me meer grond om mijn mening te geven. Artsen zitten ook in commissies en besturen. Voor dat werk hebben deze vaardigheden ook veel te bieden’, verwacht mdl-aios Mirjam Severs.

Verhulst noemt het ‘logisch dat deelnemers in de eerste plaats een toepassing zien in de setting die het dichtst bij hen staat’. ‘Dat sluit niet uit dat ze het later nog eens ergens anders gaan gebruiken.’ Ze hoopt dat zich uitsprekende artsen een rolmodel worden voor anderen. ‘Als jij ziet dat het normaal is om mee te denken en een manier weet waarop je dat kunt doen, wordt de kans al veel groter dat je je actief een mening gaat vormen.’

Penningmeester van Dokters in Debat en zesdejaarsgeneeskundestudent Bas ter Brugge staat juist te popelen om de publieke barricades op te gaan. ‘Je hoort de mening van artsen nu maar mondjesmaat. Er zitten op dit moment geen artsen in de Tweede Kamer. Dat geeft wel de urgentie aan dat artsen van zich laten horen.’ Ook huisarts in opleiding Ten Thije ziet zichzelf een rol in het publieke debat pakken. ‘Ik wil mijn stem als arts laten horen. Niemand behalve een arts weet wat er in de spreekkamer speelt. Een arts kan de feeling van de spreekkamer meenemen naar het algemene debat.’

maatschappij
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.