Arts uit Kirgizië vangt bot in hoger beroep over artsentitel

Een in Kirgizië opgeleide arts mag haar artsentitel niet voeren in Nederland zonder deel te hebben genomen aan het assessmentprogramma voor buitenlands gediplomeerde artsen. Dat heeft de Raad van State bepaald in een hoger beroep van de vrouw, die op dit moment een eigen praktijk heeft als huidtherapeut, tegen het ministerie van VWS.

De vrouw deed haar artsenopleiding in de jaren tachtig in de voormalige Sovjet-Unie aan het Medisch Staatsinstituut in Kirgizië, zo blijkt uit de uitspraak van de Raad van State. In 2009 emigreerde ze naar Nederland. Eind 2013 diende ze een aanvraag in voor een verklaring van vakbekwaamheid als arts. Daarvoor overhandigde ze haar diploma’s uit Kirgizië, haar cv én een besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W), waarbij haar toestemming is verleend tot het voeren van de titel van doctorandus. De Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV) deelde haar vervolgens in mei 2014 mee dat ze het assessment voor buitenlands gediplomeerde artsen – bestaande uit een algemene kennis- en vaardigheidstoets en een beroepsinhoudelijke toets – moest afleggen. De arts uit Kirgizië weigerde echter aan dit assessment deel te nemen, omdat zij vond dat haar vakbekwaamheid al voldeed aan de Nederlandse eisen, ómdat het ministerie van OC&W haar al toestemming had gegeven de titel van doctorandus te voeren en haar diploma daarmee als gelijkwaardig beoordeelde. Ook stelt ze dat het CBGV de door haar overlegde documenten helemaal niet betrokken heeft in het advies deel te nemen aan het assessment, terwijl dit volgens haar niet rechtmatig is.

Volgens het CBGV is een assessment echter áltijd vereist om tot een gewogen advies over de vakbekwaamheid van de aanvrager te komen. Het CBGV is namelijk niet bekend genoeg met de  opleidingen buiten de Europese Economische Ruimte om een oordeel te kunnen geven over de waarde van de betreffende diploma’s. Deze werkwijze is niet in strijd met de Wet BIG; wel zijn in 2015 de teksten daarover in de Circulaire Vakbekwaamheid buitenslands gediplomeerden volksgezondheid aangepast om verdere verwarring te voorkomen.

De Raad van State oordeelt ook dat het recht om de titel van doctorandus te mogen voeren niet betekent dat zij reeds aan de eisen van vakbekwaamheid zou voldoen, dit was ook niet na te gaan uit getuigschriften en verklaringen van eerdere werkgevers. De Raad van State oordeelt dan ook dat het hoger beroep ongegrond is.