Arts mag nooit meer in BIG-register vanwege lijdensweg patiënt

Een ex-arts mag zich nooit meer inschrijven in het BIG-register vanwege de lijdensweg die hij een uitbehandelde patiënt met alvleesklierkanker liet doormaken en omdat hij de patiënt alleen en zonder medische zorg achterliet in een huurkamer in Italië.

Ook heeft hij valse hoop op genezing gegeven door een therapie als mogelijkheid voor genezing voor te houden, terwijl er geen wetenschappelijk bewijs is voor de effectiviteit van deze behandeling. Dat heeft het Regionaal Tuchtcollege in Eindhoven besloten in een tuchtzaak die werd aangespannen door de zus van de afgelopen voorjaar overleden patiënt.

De patiënt kreeg in augustus 2017 de diagnose alvleesklierkanker. In december 2017 kreeg hij van zijn oncoloog te horen dat hij ongeneeslijk ziek was en de prognose op korte termijn slecht was. Hij wendde zich vervolgens tot de arts, die op dat moment nog ingeschreven stond in het BIG-register, maar niet meer praktiseerde. Hij had vragen over zogenoemde OLP-infuustherapie, die door een arts in Italië werd gegeven. Op 1 januari zijn arts en patiënt samen naar Italië afgereisd, de arts omdat hij een cursus over OLP-infuustherapie zou volgen en de patiënt omdat hij op 2 februari een eerste consult met de Italiaanse arts had. Vervolgens verbleven beiden in diverse bed and breakfasts steeds op één kamer, vergezelde de arts de patiënt tijdens zijn bezoeken aan de Italiaanse arts en gaf hem adviezen. Op 12 februari reisde de arts terug naar Nederland, waarna de zus van de patiënt naar Italië ging. Zij trof hem aan in een hete kamer in een bed dat stonk naar urine en met een afgeknipt frisdrankflesje om in te kunnen plassen. Ook stond er een bak water naast het bed, volgens de patiënt omdat hij zijn been nat moest houden vanwege trombose. De patiënt kon niet meer lopen en was uitgedroogd. Vijf dagen later werd de patiënt in een ziekenhuis in Italië opgenomen, waar een longembolie, longontsteking, trombose aan beide benen en een acute streptokokkenontsteking werden vastgesteld. In de tussenliggende dagen waren er nog wel twee consulten met de Italiaanse arts. Op 1 maart 2018 overleed de patiënt in Nederland. 

De arts – die zichzelf op 14 mei uit het BIG-register liet uitschrijven – stelde tijdens de tuchtzaak zelf dat hij niet als arts, maar als metgezel/kennis met de patiënt meereisde en dat hij geen behandelrelatie had. Het tuchtcollege in Eindhoven oordeelt echter dat er wel degelijk sprake was van een behandelrelatie. Het college stelt dat de adviezen aan de patiënt niet passend waren. Ook verwijt het tuchtcollege de arts dat hij de patiënt alleen achterliet, terwijl zijn toestand juist die dag sterk achteruit was gegaan. De tuchtrechter kan echter geen uitspraken doen over de vraag of er een causaal verband is tussen de gedragingen van de arts enerzijds en de onnodige pijn die de patiënt heeft geleden, het missen van het trombosebeen en de longembolie anderzijds, noch of er een causaal verband is geweest tussen de onnodige lijdensweg en het mensonterende levenseinde van de man.

Het tuchtcollege verwijt de arts wel dat hij tijdens de zitting in het geheel geen blijk van inzicht heeft gegeven in de ernstige verwijtbaarheid van zijn handelen of nalaten. Mocht de arts zich ooit weer inschrijven in het BIG-register, dan volgt er gelijk een doorhaling.