Laatste nieuws
interview

‘Als geen ziekte wordt gevonden, knapt het meren­deel binnen een jaar op’

Hoogleraar ziet ongemak bij artsen met patiënten met aanhoudende lichamelijke klachten

9 reacties
Harmen de Jong
Harmen de Jong

Hoogleraar psychosomatiek Judith Rosmalen wil dat artsen hun patiënten met aanhoudende lichamelijke klachten perspectief bieden. Er zijn allerlei behandelingen die klachten verminderen en de omstandigheden voor natuurlijk herstel optimaliseren.

Hunebedden bij Noordlaren, het meertje de Grutte Potten bij het Sneekermeer, witte klaverzuring en ontluikende varens in het Mensingebos bij Roden en bloeiende gagel bij de Appelbergen. Als hoogleraar psychosomatiek Judith Rosmalen een mooie wandeling in de buurt maakt, laat ze haar volgers op Twitter via #rondjemethet­hondje weten wat ze zoal is tegengekomen. Via dit sociale medium ventileert ze niet alleen verwondering, maar ook verontwaardiging. Ze corrigeert neuroloog Emile Keuter die in zijn blog de psychosomatiek dood verklaart.

 En ze dient viroloog Ab Osterhaus van repliek, die in het Parool had gemijmerd dat mensen vroeger een baan in de wetenschap als missie zagen, waar ze er nu voor kiezen ’s avonds wat anders te doen. Rosmalen op Twitter: ‘Beste promovendi: laat je niet afschrikken doordat @AbOsterhaus dit niet lukte in 40 uur. Ik voel me bevoorrecht en ben in mijn veld een van de meest geciteerde wetenschappers, heb een Vici en leid een Europees consortium. Maar mijn avonden en weekenden zijn voor gezin en hobby’s.’

‘Ik wil ook voldoende tijd voor mijn gezin, om te musiceren en om paard te rijden’

In haar Groningse werkkamer – ze is de helft van haar tijd aan­gesteld bij psychiatrie en de andere helft bij interne – legt Rosmalen uit dat ze zich verzet tegen dit ‘beperkte beeld’ van wetenschap. ‘Alsof je alleen in competitie kan excelleren. Zo wordt wetenschap een wedstrijdje dat om personen draait en in plaats van om inhoud en samenwerken aan kennis.’

Hoe lukt het u om de avonden en weekend vrij te houden?

‘Een belangrijke factor is dat ik geen klinische zorg doe en geen grote onderwijstaak heb. En ik zeg regelmatig nee op verzoeken, ook als deze eervol of leuk zijn. Maar ook als je tachtig uur werkt moet je op een gegeven moment nee zeggen. Dat kunnen we allemaal, alleen is de vraag wanneer je dat doet. Ik vind het ook belangrijk om voldoende tijd te hebben voor mijn gezin, om te musiceren en om paard te rijden. En dat weegt dus mee bij mijn keuzes.’

Wat doet een hoogleraar psychosomatiek?

‘Ik houd me bezig met het verband tussen lichamelijke en psychische gezondheid. En het meeste van mijn werk gaat over aanhoudende lichamelijke klachten.’

Is dat wat iedereen SOLK noemt?

‘Nou nee, tot een aantal maanden geleden zou ik nu antwoorden dat ik me bezighoud met SOLK. Maar ik vind dat steeds meer een lastig begrip. SOLK staat voor somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: klachten die minimaal enkele weken duren en waarvoor na adequate diagnostiek geen ziekte is gevonden die de klachten voldoende verklaart. Dat staat zo in de nu verouderde richtlijn uit 2011. Dit betrof overigens ook mensen die wél een ziekte hadden maar meer klachten dan verwacht. SOLK is nooit als diagnose bedoeld, maar als werkhypothese. Het begrip SOLK is een eigen leven gaan leiden. Mensen denken dat ze SOLK hebben, alsof het een specifieke ziekte is waaraan een eigen ziekteproces ten grondslag ligt. De interpretatie van de woorden “onverklaarde klachten” is vervolgens: het is dus psychisch en dan is het niet echt, of het zit tussen de oren. Zo zetten we deze groep in een hoek, en dichten hen soms bepaalde persoonlijkheidskenmerken toe. Dat klopt niet. Bij alle klachten die mensen hebben, speelt een fysiologisch substraat en een belevingscomponent. Soms kennen we het substraat, soms niet. Ook mensen die voor een gediagnosticeerde ziekte adequaat zijn behandeld, houden soms nog klachten.’

Maar of klachten wel of niet worden veroorzaakt door een ziekte is toch een groot verschil?

‘Ieder mens heeft weleens lichamelijke klachten en de meeste zijn onbegrepen. Bij de SOLK-patiëntengroep gaan we veel te snel uit van een psychische verklaring en het idee dat behandeling alleen daarop gericht moet worden. Terwijl we bij de groep met aanhoudende lichamelijke klachten door een ­chronische ziekte veel te veel focus leggen op het lichamelijke aspect en de behandeling daarvan. Eigenlijk doen we beide groepen tekort. We weten van chronische ziektes dat de mate van klachten die mensen hebben, niet sterk correspondeert met de mate van meetbare afwijkingen die mensen hebben. Dus we hebben een verkeerd beeld van hoe afwijkingen ­gerelateerd zijn aan hoeveel klachten mensen ervaren. Het onderscheid tussen mensen met SOLK en met een chronische ziekte is niet zo groot. Daarom moeten we van het begrip SOLK af en moeten we spreken van mensen met aanhoudende lichamelijke klachten: ALK. En dat is niet een nieuw woord voor hetzelfde concept. Wij vinden dat alle patiënten met ­aanhoudende lichamelijke klachten een biopsychosociale benadering moeten krijgen. Met wij bedoel ik het Netwerk onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (NOLK), dat net zijn naam heeft gewijzigd in het Netwerk aanhoudende lichamelijke klachten (NALK), want we willen ons inzetten voor álle mensen met aanhoudende lichamelijke klachten. Ik ben daarvan voorzitter.’

Wat houdt de biopsychosociale benadering in?

‘Neem patiënten serieus en erken dat er klachten zijn. Zorg voor adequate diagnostiek en behandel een eventuele onderliggende ziekte. Geef uitleg waar de klachten vandaan kunnen komen. Maak samen met de patiënt een plan om de last door de klachten te verminderen en de omstandigheden voor natuurlijk herstel te optimaliseren. Soms zijn mensen angstig en piekeren ze, of ze bewegen te weinig door pijn, daar is allemaal behandeling voor mogelijk. En plaats in perspectief: ­aanhoudende lichamelijke klachten komen heel veel voor.’

Welk perspectief is er voor deze patiëntengroep?

Als er géén ziekte wordt gevonden, knapt de meerderheid van de mensen binnen een jaar op. Als er wél een ziekte wordt gevonden, is er ook verbetering mogelijk. Wat dat betreft is het beeld dat patiënten en artsen hebben over het beloop vaak wat vertekend. Artsen zien vooral de mensen terug die klachten houden en hebben daardoor soms het beeld dat aanhoudende klachten bijna altijd blijvend zijn. Ook via de media lezen we vooral verhalen van mensen die langdurig klachten houden. We zien dat nu ook bij long covid (zie ook ‘Ernst long covid lijkt mee te vallen’, blz. 18). In de media lijkt het wel of massa’s mensen long covid hebben, dat het eerder regel dan uitzondering is dat je na een virusinfectie zeer langdurig klachten hebt. Dat is gewoon niet zo. Het is een belangrijke observatie dat mensen soms langdurig klachten houden, dat moet in de krant. Maar al die verhalen van mensen die na een maand klachtenvrij zijn – de grootste groep – staan daar niet bij.’

Houdt u zich ook bezig met de juiste behandeling van ­aanhoudende klachten?

‘Ik begon hier met epidemiologisch onderzoek; we keken in grote cohorten naar voorspellers van lichamelijke klachten. We volgen sommige groepen al twintig jaar. Heel interessant. Maar na een paar jaar dacht ik: ik heb al die studies gedaan, maar eigenlijk is daar niemand beter van geworden behalve ikzelf en mijn carrière. De individuele arts en patiënt hadden daar niet zoveel aan. Toen hebben we een e-health-toolbox Grip gemaakt die ondersteunt bij het in kaart brengen van ­aanhoudende klachten en het vinden van passende zorg, ­waarbij voor elke patiënt een individuele behandeling wordt samengesteld.’

Judith Rosmalen (Bemmel, 1971)

2011 Hoogleraar psychosomatiek Universitair Medisch Centrum Groningen

2000 Promotie over auto-immuun diabetes, ­Erasmus Universiteit Rotterdam

1998 Psychologie, Universiteit Leiden, cum laude

1995 Medische biologie, Universiteit Utrecht

1990 Vooropleiding conservatorium (dwarsfluit)

Bij hoeveel mensen blijven lichamelijke klachten onbegrepen?

‘Deze vraag krijg ik altijd, bij elk interview. De cijfers zijn erg afhankelijk van welke definitie je gebruikt: kijk je naar klachten, of naar klachten waarvoor hulp wordt gezocht, en hoelang moeten die klachten dan minimaal duren? We hebben er weleens naar gekeken op de polikliniek algemene interne. Raad eens hoeveel mensen die hiernaar zijn verwezen, zonder diagnose naar huis gingen? Dat is ongeveer twee derde en dat is conform internationale gegevens. Je houdt altijd een grote groep die klachten heeft waarvan we de oorzaak nooit zullen weten.’

Naar welke zorgverlener moet die grote groep die geen ­diagnose krijgt?

‘De huisarts kan veel zelf, de POH-ggz inschakelen als er ­psychische factoren meespelen, verwijzen naar de fysiotherapeut. Ook hier zou de vraag naar de diagnose niet centraal moeten staan, maar de vraag naar waar de patiënt mee geholpen zou zijn. Deze mensen hoeven echt niet allemaal naar de ggz. In de DSM-IV kwamen mensen in aanmerking voor een psychiatrische diagnose als ze lichamelijke klachten hadden waarvoor artsen geen ziekte konden vinden, ook als er geen aanwijzingen waren dat er psychische klachten speelden. Dat is gelukkig veranderd; de diagnose somatoforme stoornis bestaat niet meer. Mensen met lichamelijke klachten worden vooral in de ggz behandeld als ze bijkomende psychische ­problemen hebben zoals piekeren of angst. En voor de nieuwe psychiatrische diagnose somatische symptoomstoornis zijn deze bijkomende psychische problemen vereist, en maakt het niet meer uit of de lichamelijke klachten wel of niet verklaard zijn.’

Overzicht zorgaanbieders aanhoudende klachten

Het Netwerk Aanhoudende Lichamelijke Klachten (NALK, voorheen NOLK) heeft een keuzekaart gemaakt met een overzicht van behandelmogelijkheden voor patiënten met ALK. Voor verwijzers en patiënten die zoeken naar specifiek behandel­aanbod in de regio heeft het NALK een overzicht gemaakt voor heel Nederland. Hierin zijn onder meer te vinden oefentherapeuten en fysiotherapeuten al dan niet met een psychosomatische specialisatie, diëtisten, psychologen, ergotherapeuten, ggz- en ­revalidatiecentra. Dit overzicht verschijnt later dit jaar op nolk.info/verwijzers.

Wat staat een goede behandeling in de weg?

‘De aanpak van aanhoudende lichamelijke klachten past niet zo goed in ons medisch model. Artsen leren te beginnen bij een diagnose die klachten geeft en waartegen dit en dat is te doen. Ze leren ook over allerlei zeldzame ziektes die ze nooit zullen tegenkomen. Maar wat alle artsen tegenkomen is een patiënt met klachten die niet in één van de hokjes past waarover ze hebben geleerd: omdat ze geen ziekteoorzaak kunnen vinden of omdat behandeling van de onderliggende ziekte de klachten niet voldoende oplost. Voor veel specialisten is dit een groot deel van hun patiënten en tegelijk de moeilijkste patiëntencategorie, vooral aan het begin van hun carrière. Aan het eind ervan raken sommigen gefascineerd en gaan er dan boeken over schrijven.’

Wat kunnen artsen betekenen voor mensen met aanhoudende klachten?

‘Artsen voelen soms een soort ongemak of hebben dan het idee dat ze weinig te bieden hebben. Dat is niet zo, ze kunnen patiënten serieus nemen en meedenken en voorkómen dat mensen bij wie de oorzaak onduidelijk blijft een pijnlijke geschiedenis opbouwen in de medische zorg door hen met dezelfde inzet en empathie te benaderen als andere patiënten. Artsen vragen mij vaak hoe ze kunnen weten of iemand niet simuleert. De meeste mensen willen van hun klachten af. Beter die enkele simulant missen dan alle patiënten met argwaan bekijken.’

Moet er verder nog iets op de schop?

‘Dit veld is vergeven van allerlei termen, elk vakgebied heeft eigen woorden voor hetzelfde probleem. Bij iedere zorg­verlener horen mensen weer iets anders. Wat dat betreft is ­aanhoudende lichamelijke klachten een helder begrip. Ander knelpunt is het gebrek aan onderzoek. Kijk hoe groot dit klinische probleem is en hoe weinig onderzoeksgeld ernaartoe gaat, dat staat totaal niet in verhouding. Kanker en cardio­vasculaire ziekten, daar gaan bakken geld naartoe. Maar ook naar bijvoorbeeld depressie gaat meer geld, terwijl dat veel minder voorkomt dan de somatische symptoomstoornis: de patiënt met lichamelijke klachten die ook psychische klachten heeft zoals piekeren of neerslachtigheid. En er is sprake van een gebrekkig behandelaanbod bij ernstiger klachten. Er zijn specifieke revalidatieprogramma’s voor allerlei chronische ziektes, maar het aanbod voor lichamelijke klachten anders dan chronische pijn is heel beperkt. In de ggz heeft elke instelling depressiezorg. Maar voor somatische symptoomstoornis, met een geschatte prevalentie van 7 procent, fors boven de 3 procent van depressieprevalentie, kan je nauwelijks terecht.’ 

In de dubbelnummers kunt u weer genieten van vier interessante zomerinterviews. Deze derde aflevering met hoogleraar psychosomatiek Judith Rosmalen. Eerder spraken we al met de Russische cardioloog en schrijver Maxim Osipov en met chirurg en mede-initiatiefnemer van Prullenbakvaccin.nl Marlies Schrijven. We voltooien de reeks met de Rotterdamse hoogleraar epidemiologie Arfan Ikram.
Lees meer
interview psychosomatiek
  • Eva Nyst

    Eva Nyst werd geboren in Australië en groeide op in Middelburg. Ze studeerde filosofie en theologie aan de Universiteit van Amsterdam en werkte twee jaar als journalist bij De Volkskrant. Van 2001 tot 2022 was ze in dienst bij Medisch Contact. Sindsdien is zij werkzaam bij de KNMG als beleidsadviseur.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Els Kuin

    Bedrijfsarts, Utrecht

    Goed interview, m.n. de focus op en de aandacht die wordt gevraagd voor het denken vanuit een biopsychosociaal model, een model dat ik als bedrijfsarts veel gebruik. Ik merk overigens dat veel cliënten een gemis aan aandacht, echt luisteren ervaren e...n vaak op zoek zijn naar erkenning van hun klachten en beperkingen. Met iets praktisch ondersteunen zoals collega Landewee aangeeft, sluit dat aan bij de behoefte van de cliënt. Dat geeft vertrouwen, waardoor er ook meer vertrouwen is voor een advies van aanvullende hulp. Praktisch zie ik een gemis aan doorvragen op voeding en slaap en met uitleg hierover lossen zich veel problemen op. Ik gebruik zelf ook het model van Machteld Huber waarbij cliënten zelf aangeven op welk deelgebied hun klachten het grootste effect hebben (maatschappelijk, zingeving, gezondheid, mentaal, etc) en dan kunnen kiezen welke ze willen aanpakken. Effect is dat iemand zelf de keuze maakt, er zelf iets aan kan doen en andere gebieden mee verbeteren. De discussie welke term vind ik niet interessant. Wel interessant vind ik wat ze aangeeft dat het ziektebeeld uit de waarde- oordelen sfeer moet, net zoals dat voor psychische klachten geldt. Ik ben het daar helemaal mee eens.

  • Anil van der Zee

    n.p., Amsterdam

    Een interessant interview. Er wordt ook (terecht) kritiek geuit, maar er wordt weinig over het werk van professor Rosmalen gesproken dat zelf kritiek van de patiënten krijgt.

    Er stond bijvoorbeeld rond 2018 nog discutabele informatie op de websit...e van haar project Grip op Klachten. Hier werd, in samenwerking met PsyQ en het NKCV, de controversiële cognitieve gedragstherapie van het NKCV voor "CVS" gepromoot. CGT werd in een filmpje als aangewezen behandeling voor CVS omschreven en suggereerde dmv CGT volledig herstel. ME patiënten geven al decennia lang aan dat ze vanwege de post-exertional malaise en het opbouwen van activiteiten door deze behandeling zieker worden. Hier werd tot nu toe weinig tot geen gehoor aan gegeven. Prof. Rosmalen keurt anno '21 deze behandelingen ook nog steeds goed.

    NICE heeft onlangs in hun concept van de nieuwe richtlijnen voor ME afstand genomen van deze directieve en zogenaamd "curatieve" vorm van CGT. NICE refereert nu naar een ondersteunende vorm van CGT. Ze beoordeelden van de 236 CGT/GET-uitkomsten: 205 van de uitkomsten "zeer lage kwaliteit". De overige 31 "lage kwaliteit". Geen van de uitkomsten werd hoger dan laag beoordeeld. 9 studies waren van Nederlandse bodem. Deze richtlijnen zullen de basis voor de nieuwe Nederlandse richtlijnen vormen.

    Op de vraag wat goede behandeling in de weg staat zou ik zeggen dat groepen zoals NOLK/NALK zelf niet genoeg doen aan de disseminatie van al voorhanden informatie. Zowel artsen als patiënten staan daardoor onnodig met lege handen. Een vicieuze cirkel die dringend doorbroken dient te worden.

    Verder is het tijd dat ze afstand van deze niet helpende en schadelijke therapieën nemen en eindelijk knopen durven door te hakken. Dit uiteraard in het belang van de patiënten en beter passende zorg. Gebeurt dit niet, blijven deze behandelingen patiënten schaden. Blijven de uitspraken van prof. Rosmalen puur en alleen voor de bühne en de switch van SOLK naar ALK niets meer dan een formaliteit.

  • Robert Landewé

    Reumatoloog, Meerssen

    Herkenbaar verhaal, op diverse punten!

    Als klinisch reumatoloog, deel-tijd-praktiserend en inmiddels al weer wat ouder, zie ik in werkelijkheid méér patiënten met aanhoudende klachten maar zonder objectief aantoonbare ziekte dan dat ik ooit had ge...dacht tijdens mijn medische en later specialistische opleiding.

    Als hoogleraar en klinisch-epidemiologisch wetenschapper heb ik inmiddels wel geleerd dat 'evidence-based' lang niet altijd de juiste maatstaf is voor het omgaan met aanhoudende klachten. Ook is mij duidelijk geworden dat het beperken van mijn werkweek tot 40 uur max weldadig is voor mijzelf, mijn naasten, mijn patiënten, mijn promovendi, arts-assistenten en medewerkers. Met Rosmalen ben ik van mening dat dit (die 40 uur) best goed lukt als je voldoende prioriteert.

    Als geïnteresseerde arts in allerlei hedendaagse sociaal-maatschappelijke vraagstukken het ik leren zien, net als Rosmalen, dat respect voor -en interesse in- individuen met alledaagse problemen (bv. onverklaarde pijn, maar ook vele andere), en dat het met hen zoeken naar simpele pragmatische oplossingen belangrijker is dan te trachten een plausibele verklaring te vinden in wetenschappelijk discours.

    En, oh ja, laten we deze discussie niet verengen tot een dispuut over de juiste term of beste afkorting.

  • Marlies van Hemert

    Arts, niet praktiserend

    In reactie op Dolf Algra:

    Ik ben het met u eens dat we niet direct veel opschieten met een vernieuwde term, die staat voor een nog grotere en meer heterogene groep patiënten. Waar het naar mijn idee om gaat is dat we de 'bio' uit het oog zijn ver...loren bij onverklaarde chronische klachten en de 'psychosociaal' bij verklaarde chronische klachten.

    Rosmalen beschrijft goed in het interview wat er is gebeurd met de term SOLK; het is een eigen leven gaan leiden, klachten worden onterecht aangeduid als psychisch. Patiënten krijgen hierdoor niet de juiste zorg en In de praktijk blijkt dit vaak nog veel schadelijker dan hier vanuit de wetenschap wordt gedeeld. Een nieuwe term gaat dat niet veranderen, dus ik ben vooral benieuwd naar de vervolgstappen om de zorg daadwerkelijk te veranderen. Hopelijk gaat het onderzoek naar long COVID en ME/CVS bijdragen om de 'bio' in het model te verbeteren.

    Wat betreft arbeidsongeschiktheid moet ook gekeken worden naar de gevolgen van een aandoening (beperkingen/functionaliteit) en niet alleen de diagnose/oorzaak. Mijn inziens zou het daarom wel goed zijn als dit beter (met aanvullende testen, ergotherapeutisch rapport etc) in kaart wordt gebracht, anders is het voor verzekeringsartsen inderdaad een moeilijke opgave.

  • Sharon ten Cate

    huisarts & complementairarts, Gouda

    In de TCM bestaat er niet iets zoals SOLK. Als wij als Westerse artsen deze verlegenheidsdiagnose
    stellen vertelt dit eigenlijk alles over de dokter die diagnose heeft gesteld. Volgens TCM zijn gewoonweg niet de juiste vragen gesteld. Ipv komt het ...in de familie voor bij hoge bloeddruk liever de vraag: laat je je vaak je kaas van je brood eten? En zo ja hoe voel je je hierna?

  • Bert Messelink

    Uroloog-seksuoloog nvvs, Groningen

    Prachtig verhaal, benadering vanuit klachten en gevolgen, het maakt voor dokters het werk mooier en eenvoudiger,

  • menno oosterhoff

    Psychiater, Thesinge

    Goed verhaal, vind ik. En de naamswijziging naar ALK lijkt me ook goed.

  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, oud bedrijfsarts, Rotterdam

    Ik deel de verbazing van Emile Keuter. Het is wat mij betreft illustratief voor het steeds grotere verwijdering tussen de ‘wetenschappers’ aan de ene kant en de practici aan de ander kant.

    Ik herken dat ook erg in mijn vakgebied, de bedrijfsgezon...dheidszorg. Waarbij het praktisch denken en handelen ondergeschikt wordt gemaakt aan de laatste inzichten van ‘de wetenschappers’. Bijvoorbeeld in de vorm van academische werkplaatsen.

    Waarbij telkens blijkt dat de die wetenschappelijke inzichten verrassend (?) moeilijk vertaalbaar zijn naar de praktijk van alledag. Omdat de wetenschappers onvoldoende kijk op en ervaring met praktijk van alledag cq het klachten patroon blijken te hebben.

    Terug naar SOLK. Ook in mijn vakgebied een omvangrijk probleem.
    SOLK zou volgens Judith Rosmalen moeten worden vervangen door ALK. Een herdefiniëring van het klachtenbeeld. Het onverklaarbare wordt/mag (?) niet meer benoemd. Maar dat was toch de kern van dit symptomencomplex ? Mij ontgaat het waarom ervan volledig.

    Even zo goed: wat blijft erover als je de kern uit een definitie haalt ? Dan blijft de schil over: gewoon aanhoudende lichamelijke klachten, ook wel te duiden als chronische lichamelijke klachten.

    De herdefiniëring die Rosmalen voorstelt zal tot grote problemen leiden in de sociale zekerheid waar het MAOC principe geldig is
    Het medisch arbeidsongeschiktheidscriterium, als volgt te analyseren:
    1. arbeidsongeschikt is hij die als gevolg van ziekte of gebreken niet in staat is
    2. dit gevolg moet rechtstreeks zijn
    3. dit gevolg moet vaststelbaar zijn
    4. dit vaststellen moet medisch zijn
    5. dit vaststellen moet objectief gebeuren

    Kortom: het moet verklaarbaar en/ of beredeneerbaar zijn.
    Anders geen toekenning compensatie.
    Ik verwijs naar de discussie over ME/CVS

    Mag ik vragen wat 'we' met deze herdefiniëring opschieten ? Het lijkt mij teveel op goocheltruc waarbij het lastige deel - het onverklaarbare - gewoon weg wordt gedefinieerd. Handig ?


  • emile keuter

    neuroloog, FLUITENBERG

    Corrigeer me zo nodig aub. Begrijp ik nu goed uit het interview dat u nooit spreekuur doet? En zelden colleges geeft? En dus zeker geen colleges waarin een casus wordt besproken van iemand die u hebt behandeld? Merkwaardige wereld

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.