Laatste nieuws
Eva Nyst
8 minuten leestijd
Studeren in oorlogstijd

‘Alleen een vrij medisch student kan een goed geneesheer worden’

Database werpt licht op geneeskundestudenten tijdens Duitse bezetting

Plaats een reactie
Gemobiliseerde studenten in Groningen, in uniform en op genummerde zitplaatsen, tijdens het college van de hoogleraar pathologie J.J.Th. Vos, eind 1939 of begin 1940. - Universiteitsmuseum Groningen
Gemobiliseerde studenten in Groningen, in uniform en op genummerde zitplaatsen, tijdens het college van de hoogleraar pathologie J.J.Th. Vos, eind 1939 of begin 1940. - Universiteitsmuseum Groningen

Voor geneeskundefaculteiten brak met de bezetting een onzekere en angstige tijd aan. Studenten en docenten verdwenen, soms om nooit meer terug te komen. Het onderwijs ging ondergronds. Oud-hoogleraar medische geschiedenis Mart van Lieburg maakte een database van dit bijzondere cohort en publiceert dit najaar een boek.

Een spoorwegstaking maakt het Frans de Stoppelaar en zijn medestudenten, september 1944, onmogelijk om vanuit het Gooi naar de medische faculteit in Utrecht te reizen. In het boekje Studenten onder bezetting van Wim Blase beschrijft De Stoppelaar de gevonden oplossing hiervoor. Een docent die in Hilversum woonde, nam de tentamens schriftelijk af en verstuurde ze per post naar de hoogleraar, die de uitslag terugstuurde. ‘In de laatste maanden vóór de bevrijding werd deze gang van zaken wel zeer belemmerd door de slavenjachten van de bezettende macht; menig student zat ’s ochtends in z’n schuilplaats, terwijl hij ’s middags tentamen moest doen; menig student kon men gekleed als een ... vrouw zich zien begeven naar z’n studiegenoten, om elkaar in studieperikelen te helpen of om op een centraal punt tezamen met andere “schijn-vrouwen” zich aan een tentamen te onderwerpen.’

Collegekaart van ‘Tonny’ van Sonderen (1923-2010) van de Tijdelijke Academie te Eindhoven, mei 1945 (familiearchief A.G.J. van Sonderen).
Collegekaart van ‘Tonny’ van Sonderen (1923-2010) van de Tijdelijke Academie te Eindhoven, mei 1945 (familiearchief A.G.J. van Sonderen).


Beeld compleet

Gepensioneerd hoogleraar medische geschiedenis Mart van Lieburg dook de afgelopen jaren in de wereld van geneeskundestudenten tijdens de bezetting. Nu heeft hij de lijst zo goed als compleet van zo’n vijfduizend studenten die in de oorlog afstudeerden of in die jaren begonnen. Velen van hen heeft hij gekend. Hij werkte met ze samen aan de VU, in Rotterdam, Groningen of Leiden, waar hij hoogleraar was, of ze bezochten het Trefpunt voor medische geschiedenis op Urk dat Van Lieburg initieerde. ‘Ik sprak met hen over alles, maar zelden over wat ze als student in de oorlog hebben beleefd’, realiseert hij zich nu.

Het zijn juist de verhalen die Van Lieburg zoekt om het beeld van dit cohort compleet te maken. Hij beschikt over hun namen, studentgegevens, datums van artsexamens, maar vaak ook de pasfoto’s op hun studentkaart, dagboeken en uitgegeven memoires. Ook monumenten voor geneeskundestudenten heeft Van Lieburg in zijn database opgenomen, zoals dat in Gorredijk voor verzetsman Lammert Heeringa. Op de gedenkplaten van de Eerebegraafplaats in Bloemendaal voor de gefusilleerde aanslagplegers op het Amsterdamse bevolkingsregister staan Rudi Bloemgarten en zijn studiemaat Coos Hartogh. Op monumenten in de universiteitsgebouwen van Utrecht, Amsterdam en Groningen staan onder de geëerde slachtoffers meerdere medisch studenten. En op het Auschwitz-monument dat komend jaar in Amsterdam wordt onthuld, staan tientallen namen van Joodse geneeskundestudenten die de concentratiekampen niet overleefden.

‘Ik had veel bloedverlies en ben van schrik flauwgevallen’

Veteranendagen

Aanleiding voor zijn project waren de Veteranendagen die Van Lieburg tien jaar geleden samen met Medisch Contact organiseerde voor artsen en medisch studenten uit de bezettingsjaren. Vooral die laatste groep deed daar – inmiddels hoogbejaard – zijn verhaal. ‘Het uitwerken van die interviews bleek heel veel op te leveren’, zegt Van Lieburg. Hij besloot een boek te schrijven en te beginnen bij de jaren dertig, waarin het klimaat op de medische faculteiten onder druk komt te staan door opkomende nazigeneeskunde. Gevluchte Joodse studenten en docenten uit Duitsland meldden zich. Augustus 1939 volgde de mobilisatie: studenten zaten geüniformeerd in de collegezalen. Bij de Duitse inval mei 1940 raakten ze gewond, zoals Leendert van der Harst die de Wilhelminabrug in Maastricht moest verdedigen. Zijn medische kennis kwam van pas, blijkt uit zijn verslag: ‘Mijn verwonding bestond uit een schot onder het sleutelbeen, door de longtop en uitgaande achter onder het schouderblad. Ik had veel bloedverlies en ben van schrik flauwgevallen. Even daarna kwam ik weer bij en heb ik aan den sergeant Gijzelaar, die toen met zijn schutter en helper bij mij waren […] aangegeven wat zij moesten doen.’

Er zijn mooie boeken geschreven met universiteitsgeschiedenissen, zegt Van Lieburg. ‘Maar als ik het register van zo’n boek naast mijn database leg, dan kan ik zien dat iemand die daarin beschreven staat als “student” zonder toelichting, een medisch student was.’ Van Lieburg vertelt kleurrijk over de wereld die daarmee opengaat. ‘Bijzonder is dat de studenten geneeskunde elkaar op twee plekken heel intensief treffen: bij de practica en als coassistent in de kliniek. Voor practica fietste je naar het betreffende instituut. Dat waren allemaal aparte gebouwen. Je had het laboratorium van fysiologie, het anatomisch instituut. Dat waren eigenlijk bolwerkjes van de directeur-hoogleraar en het personeel. Soms was de hoogleraar ontslagen, opgepakt of juist een uitgesproken NSB’er. Dat bepaalde het politieke klimaat op zo’n instituut.’ In zijn zoektocht naar het leven van de geneeskundestudent realiseerde Van Lieburg zich ook dat de medisch studenten de eerste twee, drie jaar voor een groot deel te vinden waren in de wis- en natuurkundefaculteiten. Ook die hoogleraren drukten een stempel. Zo speelde hoogleraar scheikunde Hilmar Backer een grote rol in het leven van verzetsstrijder Lammert Heeringa uit Gorredijk. ‘Heeringa had les van Backer en zat later bij hem ondergedoken.’

Tekening uit het verslag van de onderduikjaren van Bob Zanen (1923- 2020), later hoogleraar medische microbiologie aan de Universiteit van Amsterdam. - Familiearchief H.C. Zanen
Tekening uit het verslag van de onderduikjaren van Bob Zanen (1923- 2020), later hoogleraar medische microbiologie aan de Universiteit van Amsterdam. - Familiearchief H.C. Zanen

Aangrijpende brieven

Het onderwijs aan de faculteiten komt in de bezettingsjaren – soms langzaam, soms abrupt – stil te liggen. ‘Leiden wordt al snel officieel gesloten, de studenten verplaatsen zich naar Amsterdam en Utrecht, maar ook daar dooft het onderwijs’, vertelt Van Lieburg. ‘Clandestien gaat het door. Hoogleraren geven bij hen thuis college aan kleine groepjes. Als de universiteiten in augustus 1945 opengaan, komen studenten uit alle hoeken en gaten tevoorschijn. Sommige eerstejaars uit 1940 doen in 1945 examen op hoog niveau. Zij hebben dus kunnen doorstuderen in de oorlog.’ Nooit beschreven is de Tijdelijke Academie in Eindhoven, met vestigingen in Nijmegen en Maastricht, die van februari tot december 1945 bestond, gaat Van Lieburg verder. ‘Ze hielpen Leiden, Amsterdam, Utrecht en Groningen om het stuwmeer aan achterstallige examens weg te werken.’

Een groot deel was niet in staat direct na de oorlog examen te doen. Sommigen moesten dit tot ver in de jaren vijftig uitstellen. Tientallen zijn gefusilleerd of omgekomen in de kampen.

‘Ik vraag me vaak af waar de helden de moed vandaan hebben gehaald’

Zij die in 1943 weigerden de Duitse loyaliteitsverklaring te tekenen, werden tewerkgesteld in Duitsland. Domineeszoon Han Cuperus komt zo in Berlijn terecht. ‘De aangrijpende brieven die hij aan zijn ouders schreef, werden uitgegeven. Op het allerlaatst is hij nog omgekomen bij een bombardement. Na een eerdere luchtaanval had hij geschreven: “Hoe is ’t mogelijk, dat de mensen zulke middelen uitdenken om elkaar te vermoorden. Af en toe ben ik de wanhoop nabij en vraag ik mij af, waarom ik eigenlijk nog leef. Het heerlijke echter is, dat ik mijn geloof heb, dat me dikwijls zo’n rust, steun en berusting geeft.”’ Ook moeten studenten onderduiken, zoals oud-hoogleraar microbiologie Bob Zanen. Hij gaf Van Lieburg zijn notities uit zijn studentenjaren, waarbij hij tekeningen maakte van zijn onderduikadres.

‘Kameraad Houdijk’ tijdens zijn toespraak op de Eerste Landdag van het Nationaal- Socialistisch Studentenfront op 15 november 1941. - Almanak 1942 van het Nationaal Socialistisch Studentenfront
‘Kameraad Houdijk’ tijdens zijn toespraak op de Eerste Landdag van het Nationaal- Socialistisch Studentenfront op 15 november 1941. - Almanak 1942 van het Nationaal Socialistisch Studentenfront

Inspirerend

Niet alleen bij helden wil Van Lieburg stilstaan, zoals bij Nederlands meest gedecoreerde verzetsstrijder en piloot Bram van der Stok (zie kader) en bij politicus Jan Glastra van Loon – in 1940 medisch student in Groningen – die in 1947 de hoofdrol speelde in een film over het studentenverzet. Ook collaborateurs zitten in het bestand van Van Lieburg. ‘Eigenlijk vervelend, je wilt geen familie kwetsen. Maar het is niet anders, het is gewoon verschrikkelijk wat ze gedaan hebben. Ergens aanbellen en dan schieten bijvoorbeeld. Frits Houdijk, de leider van de collaborerende studenten, was medisch student. Hij is na de oorlog gewoon huisarts geworden.’ In een ongelofelijk moeilijke situatie hebben geneeskundestudenten keuzes moeten maken. ‘Ik vraag me vaak af waar de helden de moed vandaan hebben gehaald. Ze hadden allemaal ouders, kwamen niet zelden uit artsengezinnen.’ Van Lieburg wil niet het zoveelste boek over verzet of studenten of een ander algemeen onderwerp schrijven: ‘Mijn vraag is: wat maakt deze groep specifiek? Deels deden ze hetzelfde als alle andere studenten. Maar voor een deel handelden ze bijzonder: vanuit hun beroepsethiek, maar ook omdat ze in kampen en elders al medische hulp konden verlenen. Ik vind het buitengewoon fascinerend en inspirerend dat ze in politiek moeilijke omstandigheden de eigen vrijheidsprincipes en medische overtuiging lieten spreken. Dan ben je terug bij het motto van Medisch Contact dat je kan parafraseren als: ‘Alleen een vrij medisch student kan een goed geneesheer worden.’


Ontvang een seintje zodra het boek van Mart van Lieburg te bestellen is:

Medisch studenten herdacht

Bram van der Stok studeerde bij het uitbreken van de oorlog geneeskunde in Utrecht, nadat hij een vliegeniersopleiding had afgerond. Als jachtvlieger bij de Nederlandse luchtstrijdkrachten in mei 1940, als RAF-vlieger en als Engelandvaarder kreeg hij vele onderscheidingen. Hij overleed in 1993. (foto Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie)









Anda Kerkhoven, medisch student in Groningen, vervalste persoonsbewijzen en verspreidde distributiebonnen. Ze werd op 19 maart 1945 geëxecuteerd. Kunstenaar Johan Dijkstra nam haar op in het tableau van de gedenkramen in de aula van het academiegebouw in Groningen. (foto Oorlog en Verzetscentrum Groningen)










Guusje Rübsaam, geneeskundestudent in Amsterdam, was betrokken bij de Persoonsbewijzencentrale en de  aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Rübsaam kreeg met verzetsstrijder Gerrit van der Veen (juni 1944 gefusilleerd) in augustus 1944 een zoon: Gerrit Jan Wolffensperger. Hij draagt de achternaam van zijn stiefvader. (foto Collectie G.J. Wolffensperger).


een schat aan informatie

In het dossier Geschiedenis vindt u verschillende interessante dossiers met betrekking tot de oorlogsjaren: een dossier vol met verhalen van oorlogsgetuigen, op video en in geschrift: Artsen in de Tweede Wereldoorlog.

Daarnaast een dossier met de estafetteberichten en de eerste uitgaven van Medisch Contact, hoe het tijdens de oorlog allemaal begon en zich daarna voortzette, zie dossier Medisch Contact tijdens de oorlog.

Ook verzamelt Medisch Contact dit jaar, in samenwerking met Mart van Lieburg, citaten uit de eerste nummers in dat beginjaar 1945.

Een rijke schat aan informatie! Neem een kijkje:


Boekentips

  • Witte Jassen en Bruinhemden

    Moeten Nederlandse artsen in de Tweede Wereldoorlog gewoon hun werk blijven doen? Of moeten ze valse diagnoses stellen en de patiënt afkeuren voor transport? Moeten ze actief worden in het verzet en een stengun smokkelen in de dokterstas?

  • Valse diagnoses

    In Valse diagnoses heeft journalist Willem Molema de geschiedenis opgetekend van tien artsen in Friesland, Groningen en Drenthe die gedurende de Tweede Wereldoorlog hun diensten aanboden aan de bezetter. Ze waren lid van de NSB en aangesloten bij het Medisch Front.

  • Wie herdenken wij op 4 mei?

    Op 5 mei is het 75 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd van vijf jaar bezetting, onderdrukking en vervolging. Er vielen in die jaren honderdduizenden doden. Op 4 mei herdenken we iedereen die als gevolg van onderdrukking of strijdend voor de vrijheid is gestorven. Maar wie zijn dit precies?

Download dit artikel (PDF)

oorlog
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.