Laatste nieuws
H.F. Croonen
9 minuten leestijd
E-health

Onlinedossier geeft patiënt de regie

1 reactie

Geïnformeerde patiënten, gestroomlijnde zorg

Gynaecoloog Bart van Aken ziet op zijn consulten beter geïnformeerde patiënten, want zij lezen hun dossier op www.mijnflevoziekenhuis.nl. De website is beveiligd met de DigiD-code, die de minister ook bij het landelijk schakelpunt wil invoeren.

‘Als dokters hebben wij ons de ziekte onterecht toegeëigend. Maar de patiënt moet de regie terugkrijgen’, zegt Bart van Aken, gynaecoloog en directeur innovatie in het Flevoziekenhuis in Almere. Hij maakt zich er al jaren hard voor: patiënten hebben recht op informatie over hun ziekte, zodat ze de regie kunnen voeren. Daarvoor moeten ze toegang krijgen tot hun medisch dossier. Het Flevoziekenhuis biedt dat in toenemende mate aan op internet.

Steeds meer zorginstellingen willen het medisch dossier online delen met de patiënt, ook de gegevens die worden uitgewisseld via het landelijk schakelpunt komen beschikbaar. Enkele lessen van voorlopers op dit gebied: het moet gebruiksvriendelijk zijn, met onbewerkte medische gegevens, zonder werkaantekeningen van de arts, aldus een veldonderzoek in opdracht van het ministerie van volksgezondheid.

En je moet klein beginnen. Dat is ook wat het Flevoziekenhuis heeft gedaan. Dat begon klein met een afsprakensysteem, maar nu wordt de patiënt online via een trechter van vragen geleid naar de juiste informatiefolders en anamnesevragenlijsten. Goed voorbereid komt hij op het consult. Het is even wennen voor de specialist in het ziekenhuis, maar de voordelen halen hem over de streep: minder patiënten laten verstek gaan op een afspraak, spreekuren lopen minder uit en consulten worden inhoudelijker.

Zes minuten wachten
Het begon in 2005 met ‘@-pointent’, het onlineafsprakensysteem. Patiënten plannen zelf de afspraken op mijnflevoziekenhuis.nl en kiezen welke dokter zij willen zien. Komt er wat tussen, dan verzet de patiënt de afspraak, of zegt hem af. De dag voor de afspraak volgt een sms of e-mail met herinnering. ‘Sinds het digitale afsprakensysteem zijn wij telefonisch goed bereikbaar’, aldus Van Aken. ‘We hadden aan de telefoon wachttijden tot zes minuten. Niet erg klantvriendelijk. Wij dachten dat wij het enige ziekenhuis waren met deze problematiek – ten onrechte bleek later – en we vreesden voor onze concurrentiepositie. Sinds kort staan ook de balieafspraken in het systeem.’

Afspraken met patiënten die niet komen opdagen, zijn niet declareerbaar. Daarom plande het Flevoziekenhuis op elk tijdstip twee patiënten. Als zij beiden verschenen, liep het spreekuur uit. Met de onlineafspraken is dat goeddeels ten einde: het aantal no shows daalde van 5 tot 15 procent naar 0,3 procent. Zelfs nu het aandeel onlineafspraken met 20 procent nog laag is, ziet het ziekenhuis op het totaal van de 350.000 polibezoeken een groot effect. Plannen zijn om in 2010 het aandeel onlineafspraken op te krikken naar 40 procent.

Onlineanamnese
Het afsprakensysteem kent steeds meer functies. Een patiënt die last heeft van doofheid kan op één dag een audiometrie en een consult met de kno-arts plannen in het onlineafsprakensysteem. Dat scheelt een rit naar het ziekenhuis. Sterilisatie kent een intake in de ochtend, waarna de patiënt in de middag wordt geholpen. Op deze manier zijn zorgpaden in het afsprakensysteem geïntegreerd. Tandartsen uit de regio verwijzen patiënten digitaal door met een codesysteem voor de meest voorkomende ingrepen, zoals het verwijderen van verstandskiezen.

Tweede innovatie in het afsprakensysteem is de vragentrechter. Een patiënt klikt op een afdeling en doorloopt een aantal vragen die leiden naar de juiste afspraak. Een patiënt heeft bijvoorbeeld menstruatieklachten en is premenopauzaal. Na keuze en bevestiging van de afspraak krijgt deze patiënt informatie over menstruatieklachten bij premenopauzale vrouwen. Daarnaast krijgt zij een link naar een specifieke vragenlijst ter voorbereiding op de anamnese in het consult. Sommige poli’s accepteren digitaal ingevulde vragenlijsten die ze meteen opslaan in het medisch dossier, voor andere poli’s neemt de patiënt een ingevulde print mee.

Een mooi voorbeeld is de anamnesevragenlijst van de snurkpoli. ‘Snurkt u vooral als u op uw zij ligt of op uw rug?’, een vraag die in de spreekkamer lastig is te beantwoorden. Na voorbereiding thuis met een partner, komt veel meer informatie boven tafel. 

Ontslagbrief
Na het bezoek aan de poli kunnen patiënten inloggen voor eventuele klinisch chemische uitslagen. Mannen die zich laten steriliseren hoeven bijvoorbeeld niet meer te bellen over de uitslag, want die kan online worden ingezien. Dat scheelt veel telefoontjes. De radiologische uitslagen ontbreken nog in het systeem, omdat het softwaresysteem van de radiologen niet kan ‘praten’ met het ziekenhuisinformatiesysteem.

Projectleider Jeannette Ruijter is met artsen van de verschillende poli’s in gesprek over het medisch dossier; elke vakgroep kiest zelf welke uitslagen zij willen delen met hun patiënten. ‘Als projectleider denk ik mee over de toepassingen waarmee de meeste winst is te behalen. Waar krijgt u de meeste telefoontjes over? Dat is dan meestal een goede stap om mee te starten’, aldus Ruijter. ‘Het gaat erom dat de patiënt er iets mee opschiet. Dat checken we door wachtkamerinterviews.’

Er is een aantal proeven gaande in het ziekenhuis waarbij de patiënt de ontslagbrief voor de huisarts kan inzien. ‘De ontslagbrief is een soort samenvatting van wat het ziekenhuis doet’, aldus Van Aken. Maar de ontslagbrief komt niet rechtstreeks in het onlinedossier, want voor veel mensen is de brief lastig te begrijpen. Het ziekenhuis wil daarom standaard een ‘vertaalde’ versie in voor de patiënt begrijpelijke taal.

Niet het hele dossier
De artsen in het Flevoziekenhuis kiezen er bewust niet voor om het hele medisch dossier met anamnese, behandeling en prognose online te zetten. Patiënten kunnen hiervan wel een kopie aanvragen, zoals de wet voorschrijft. Ruijter: ‘Veel artsen zien geen toegevoegde waarde in het online zetten van het hele dossier, en ook de meeste patiënten kiezen voor een samenvatting van de informatie.’

In de toekomst wil het Flevoziekenhuis webcamopnames van consulten online zetten. Een techniek die nu al wordt getest in een pilot rond de nazorg voor ic-patiënten; zij krijgen een cd-rom mee met het gesprek. Van Aken zou deze opnames voor alle slechtnieuwsgesprekken willen invoeren, want in de praktijk blijkt dat juist in deze belangrijke gesprekken de meeste informatie niet beklijft. Van Aken: ‘Een PAP3-uitslag zet ik nu bijvoorbeeld online, waarbij ik vermeld dat de patiënt zich geen zorgen hoeft te maken, maar wel moet terugkomen voor een vervolgafspraak.’

Een ander voorbeeld is een stijging van de PSA-waarde bij iemand met prostaatkanker. Op het voorafgaande consult is afgesproken dat bij stijging van de PSA een behandeling is aangewezen. Als de patiënt vervolgens in zijn onlinedossier ziet dat de waarde omhoog is gegaan, kan hij zich op de beslissing voorbereiden met zijn naasten. Tijdens het consult daarna is hij beter voorbereid, met specifiekere vragen.

Big brother
Klinkt allemaal mooi, maar dan moet het onlinedossier wel goed beveiligd zijn. In 2005 kreeg het Flevoziekenhuis de Big Brother-award, een oneervolle prijs voor aantasting van de privacy doordat digitale informatie slecht beschermd was. Na het invullen van naam en geboortedatum en geslacht van de buurvrouw werd haar afspraak met de oncoloog zichtbaar. Privacygevoelige informatie, dus aanleiding om eens goed na te denken over de beveiliging daarvan. Gevolg was dat het ziekenhuis van de minister toestemming kreeg om het DigiD-systeem te gebruiken voor toegang tot de medische gegevens. ‘DigiD is het veiligste systeem dat er nu is’, aldus Van Aken. ‘Het verbaast ons dat veel artsen nog medische gegevens naar patiënten mailen. Zelfs met toestemming van de patiënt, is het strafbaar.’

Een advocaat van een ontevreden patiënt kan met de opnames van consulten de dokter juridisch flink om de oren slaan. Toch is Van Aken niet bang voor de consequenties van het vastleggen van gesprekken.

Er zijn meer zaken waar artsen aan moeten wennen bij het onlinesysteem. Doordat patiënten zelf afspraken plannen, kunnen er bijvoorbeeld gaten in het spreekuur ontstaan. Ook kan een patiënt kiezen voor een informatief gesprek in ziekenhuis A en vervolgens een operatie in ziekenhuis B. Verder zijn door de zorgpaden in het afsprakensysteem vaak minder consulten nodig, dat levert minder geld op. De toestroom tot het ziekenhuis is echter zo groot, dat deze ‘verdwenen’ consulten financieel niet worden gemist, volgens Van Aken.

Gesloten deur
Als koploper ziet het Flevoziekenhuis ook de eerste problemen met het DigiD-systeem. Mensen hebben nog geen DigiD aangevraagd, zijn de codes kwijt, hebben er geen voor hun kind, enzovoort. Ook past het ziekenhuis nog geen controle via de sms-functie toe, terwijl dat wel een vereiste is van het College Bescherming Persoonsgegevens. Het ziekenhuis raadt patiënten nu aan om DigiD met sms-functie aan te vragen. Als het onlinedossier verder is doorontwikkeld, wordt dit de enige toegangsweg. In de praktijk zijn er nog geen incidenten geweest met de beveiliging; voor zover het ziekenhuis kan zien is sinds de invoering van DigiD geen informatie gelekt. Hackers die bij wijze van test in opdracht van het ziekenhuis proberen in te breken, staan voor een gesloten deur.

Al sinds juni 2008 kunnen zorginstellingen DigiD gebruiken, maar daarvan is nog nauwelijks gebruik gemaakt. Volgens Van Aken komt dat doordat ziekenhuizen niet investeren in onlinedossiers en DigiD-beveiliging. ‘De ICT-budgetten van ziekenhuizen zijn laag. Als je moet kiezen tussen een verpleegster of ICT, kies je voor het eerste, want patiëntenzorg is de core business.’ Volgens hem is dat ook de reden waarom het landelijk schakelpunt er niet zal komen. Ziekenhuizen kunnen zich de hoge kosten niet veroorloven, die nodig zijn om zich te mogen aansluiten. In de praktijk is het landelijk schakelpunt volgens hem niet nodig. ‘Van de afdelingen Verloskunde werkt 80 procent met hetzelfde softwaresysteem, daarvoor is dus geen landelijk schakelpunt nodig. Een dokter in een andere stad moet via de patiënt toegang kunnen krijgen tot patiëntgegevens van iemand uit Almere via dit systeem. In de loop van dit jaar gaan we deze mogelijkheid realiseren.’

Mooie service
Het landelijk schakelpunt is niet het enige alternatief voor elektronisch delen van medische gegevens met de patiënt. Bedrijven als Google Health, Microsoft Health Vault en Medlook bieden mensen de mogelijkheid om zelf hun medische gegevens elektronisch op te slaan en te delen met wie zij willen. Opgeslagen medische gegevens worden ook wel aangeduid als personal health records. Het is een mooie service als het ziekenhuis gegevens uit het dossier klaar zet in de dossiers van de patiënt. De roep om personal health records is nu nog niet groot in Nederland, maar over drie jaar zal dat wel anders zijn, verwacht Van Aken.

Het systeem uit het Flevoziekenhuis is hiervoor te gebruiken. Verschillende partijen hebben belangstelling getoond voor het systeem in het Flevoziekenhuis, waaronder een aantal ggz-instellingen. De kosten ervan vielen mee. Van Aken rekent voor: er kunnen zeker twee fulltime baliemedewerkers mee worden uitgespaard. Daarmee zijn de kosten er al uit.

Heleen Croonen

Samenvatting

  • Patiënten van het Flevoziekenhuis in Almere kunnen op de website van het ziekenhuis hun medische gegevens inzien.
  • Het dossier komt niet een-op-een online, wel krijgen patiënten inzage in ‘slecht nieuws’-uitslagen.
  • Minder patiënten laten verstek gaan op een afspraak, spreekuren lopen minder uit en consulten worden meer inhoudelijk.
  • De beveiliging is dankzij DigiD verbeterd.
  • Minister Klink wil DigiD ook gebruiken zodat patiënten het landelijk schakelpunt veilig kunnen inzien.

Links:
Het afsprakensysteem en online dossiers van het Flevoziekenhuis
Het KNMG-discussieplatform over E-health
Platform voor informatie en discussie over patiëntentoegang tot het EPD

De wetswijziging, waarin de minister voorstelt om DigiD plus te gebruiken voor inzage door patienten in het landelijk schakelpunt.
De planning van ontwikkelen en invoeren van DigiD plus
Op de website van het HIMSS staat veel informatie over personal health records

Andere voorbeelden van toegang tot het patiëntendossier

www.medlook.nl
www.medischegegevens.nl
http://www.gclindenholt.nl/
www.Mijngezondheid.net



Directeur innovatie van het Flevoziekenhuis Bart van Aken: ‘DigiD is het veiligste systeem dat er nu is.’ beeld: Flevoziekenhuis
Directeur innovatie van het Flevoziekenhuis Bart van Aken: ‘DigiD is het veiligste systeem dat er nu is.’ beeld: Flevoziekenhuis
<strong>PDF van dit artikel</strong>
E-health
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Noks Nauta

    , DELFT

    Complimenten aan het Flevoziekenhuis. Het ideale ziekenhuis als ik het zo lees!
    Het sluit aan bij ons artikel over de ontslagbrief (Nauta, Weel, Faas: Stuur ontslagbrief ook naar patiënt, MC 5 februari 2010). Eindelijk een ziekenhuis dat de patiënt a...ls klant ziet. Ik ben ook blij met de opmerking dat de specialisten de voordelen ervan al hebben gemerkt en dat die meetbaar zijn.
    Eén opmerking heb ik nog wel: waarom niet het dossier online voor de patiënt? Er staat: “Veel artsen zien geen toegevoegde waarde in het online zetten van het hele dossier”. Maar, wat vinden de patiënten? Dat de meesten kiezen voor een samenvatting begrijp ik niet helemaal. Hebben ze een keuze dan? De samenvatting zal wel meer toegeschreven zijn op de patiënt zodat die beter leesbaar is, en daarom zullen ze die dan kiezen. Ik pleit ervoor om naast de samenvatting het dossier ook online te zetten (uiteraard goed beveiligd maar dat geldt ook voor de samenvatting). Collega van Aken, u zou dat zelf toch ook willen?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.