EHEC-bacterie produceert ESBL
Plaats een reactieDe EHEC-bacterie die heeft gezorgd voor de grote uitbraak in Noord-Duitsland, is een ESBL-producerende bacterie. ESBL, Extended-Spectrum Beta-Lactamase, is het enzym dat voor uitgebreide antibioticaresistentie zorgt. Het is de eerste keer dat dit enzym bij EHEC is vastgesteld, zegt Alex Friedrich, hoogleraar microbiologie aan het UMC Groningen.
Vorige week werd bekend dat bij patiënten EHEC O104-H4 oftewel HUSEC 041 is gevonden. Volgens EHEC-deskundige Friedrich is het de eerste keer dat dit type een grote uitbraak veroorzaakt.
Friedrich zegt verder dat het niet verrassend is dat de uitbraak, die op het moment van schrijven meer dan 2000 zieken en 22 doden groot is, in mei is begonnen: ‘Elk jaar zien we tussen mei en september een toename van diarreegevallen. De omstandigheden voor de meeste bacteriën zijn dan gunstig, en mensen eten meer rauw voedsel. Het probleem met de EHEC is dat mensen al van weinig bacteriën erg ziek kunnen worden. Dus zien we opeens heel veel patiënten.’ Friedrich is bezorgd over de hygiëneregels in Europa: ‘We accepteren gebrekkige hygiëne, zowel bij de persoonlijke verzorging als bij de bereiding van voedsel, ook in restaurants of andere publieke plekken. Daarmee zetten we de deur open voor zo’n verwekker.’
De bron van de EHEC-uitbraak in Noord-Duitsland wordt nu gezocht bij een teler van kiemgroenten in Nedersaksen. Kiemgroenten, zoals taugé, groeien in ideale omstandigheden voor bacteriegroei: hoge luchtvochtigheid en temperatuur. Hoe bacteriën op de zaden terecht zijn gekomen, is echter nog de vraag. Volgens Friedrich is bij een eerdere EHEC-uitbraak door besmette kiemgroentes vastgesteld dat het gebruikte oppervlaktewater besmet was. Friedrich: ‘Het probleem van deze gewassen is dat zij het besmette water opnemen en als het ware filteren: de bacteriën blijven achter in de groente. Hoeveel je ook wast, het zal niet helpen.’
De uitgebreide resistentie heeft invloed op het behandelbeleid bij EHEC-patiënten, zegt Friedrich: ‘In de diarreefase is het schadelijk om te behandelen met de meeste antibiotica, omdat deze zorgen voor een verhoogde afgifte van Shiga-toxinen. Maar bij patiënten die op de intensive care belanden met een hemolytisch uremisch syndroom (HUS), is het wel van belang. Je zult dan vaak antibiotica moeten geven om verspreiding van de infectie, of andere bijkomende ontstekingen te voorkomen. En dan is er nog de vraag wat we gaan doen als de uitbraak voorbij is, maar er nog wel duizenden mensen zijn die de bacterie bij zich dragen. Mogen zij werken? Wat als zij op vakantie gaan? Er wordt onderzocht of er bepaalde middelen ingezet kunnen worden die geen HUS induceren, maar de bacteriën wel doden.’
Net als deskundigen die zich kwaad maken over bijvoorbeeld ESBL-bacteriën op kippenvlees, vindt Friedrich het hoognodig dat in Europees verband wordt samengewerkt: ‘Bacteriën houden zich niet aan grenzen. Dierenartsen en humane artsen zullen samen moeten optrekken om verdere resistentieontwikkeling te bestrijden.’
Sophie Broersen
Lees ook:
- Er zijn nog geen reacties
