Uitgaven aan farmaceutische zorg stegen in 2016 licht

Openbare apotheken leverden vorig jaar voor 4335 miljoen euro aan geneesmiddelen en farmaceutische zorg binnen het basispakket. Dit is 69 miljoen euro meer dan in 2015 en betekent een stijging van 1,6 procent.

Deze cijfers maakte de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK) deze week bekend in de jaarlijkse uitgave Data en feiten.

Volgens SFK is deze geringe stijging een meevaller voor de overheid, die voor 2016 rekening had gehouden met een toename van 3,3 procent. Er zijn drie geneesmiddelgroepen waaraan apothekers afgelopen jaar 10 miljoen euro of meer declareerden bij zorgverzekeraars dan in 2015. Aan hiv-middelen ging voor 30 miljoen euro meer over de toonbank, aan direct werkende orale anticoagulantia of DOAC’s 28 miljoen euro en aan cholesterolverlagers 12,5 miljoen euro.

Er waren twee geneesmiddelgroepen in 2016 waarvoor in vergelijking met het jaar ervoor juist beduidend minder werd gedeclareerd: antidepressiva en anti-epileptica. De daling bij antidepressiva komt vrijwel geheel voor rekening van tranylcypromine (Parnate), laat SFK weten. ‘Van dit (voormalig) weesgeneesmiddel verhoogde de fabrikant de prijzen in de loop van 2015 waardoor de jaarkosten toen uitkwamen op 10,5 miljoen euro. In datzelfde jaar oordeelde Zorginstituut Nederland dat dit middel aan te veel patiënten werd voorgeschreven, waardoor het de status van weesgeneesmiddel verloor en daarmee ook zijn plaats in het basispakket.’ In 2015 werden die 10,5 miljoen euro nog door de zorgverzekeraars vergoed, maar daar is in 2016 een eind aan gekomen. Patentverloop van pregabaline (Lyrica) leidde in 2016 tot een kostenbesparing van bijna 12 miljoen euro voor dit anti-epilepticum.