Studenten durven elkaar beter aan te spreken dan vijf jaar geleden

Geneeskundestudenten zijn meer geneigd elkaar op onprofessioneel gedrag aan te spreken dan vijf jaar geleden. Dit blijkt uit enquêtes van De Geneeskundestudent.

De belangenbehartiger van geneeskundestudenten neemt jaarlijks een enquête af bij hun doelgroep, over meerdere onderwerpen, waaronder aanspreekgedrag. De deelnemers krijgen vier situaties voorgelegd, waarin een medestudent wangedrag vertoont, bijvoorbeeld denigrerende opmerkingen maken over derden of in de trein herleidbare informatie over een patiënt delen. Vervolgens wordt onder meer gevraagd of de student de ander hierop zou aanspreken, of op heeft aangesproken (indien meegemaakt).

Bijna drieduizend studenten vulden de enquête volledig in. In vergelijking met de uitkomsten van 2013 zijn de studenten gemiddeld meer geneigd om een collega aan te spreken. Van de drie casussen die konden worden vergeleken, was de stijging gemiddeld 16 procent. Bijvoorbeeld: ongeveer een derde deel had meegemaakt dat een andere student nooit handen waste voorafgaand aan onderzoek. In 2013 zei 40 procent hier iemand op te hebben aangesproken, in 2017 was dat 63 procent. Nog steeds is er een flink verschil tussen wat studenten denken te doen (85% die een dergelijke situatie nooit meemaakte dacht iemand er wel op aan te spreken als hij of zij het zou zien) en wat er daadwerkelijk gebeurde (63% dus).

Eén op de vijf studenten weet niet waar onprofessioneel gedrag van een medestudent kan worden gemeld. Een derde deel vindt dat opleidingen dergelijk gedrag onvoldoende signaleren en/of aanpakken. De Geneeskundestudent adviseert dan ook meer aandacht hiervoor, en betere informatie over waar iemand terecht zou kunnen met zorgen over een medestudent. In 2016 stelde de vereniging zelf de handreiking ‘Professioneel gedrag’ op.