Werk als waarde
Plaats een reactie
Wat is de primaire drijfveer voor Nederlandse artsen? Een net voor de zomer verschenen proefschrift van Myra van den Goor, gebaseerd op kwalitatief uitgevoerd onderzoek onder artsen zelf, geeft daar duidelijk antwoord op: voor artsen gaat het om in de eerste plaats toewijding aan de patiënt, de beste zorg willen leveren, ertoe doen voor de patiënt en zijn familie, én ten tweede om zorg leveren in teamverband, gebaseerd op vertrouwen, veiligheid en verantwoordelijkheid. Roeping en kameraadschap, dat stimuleert artsen tot optimaal presteren.
Het tweede deel, de kameraadschap, is goed op orde voor verzekeringsartsen werkzaam binnen de sociale zekerheid, zo blijkt uit een begin dit jaar gepubliceerd onderzoeksartikel van collega-verzekeringsarts Heike Jansen. En het blijkt ook uit de hoge organisatiegraad van jonge collega’s binnen het aiossen/aniossen-netwerk en LOSGIO, het Landelijk Overleg Sociaal-Geneeskundigen in Opleiding.
Maar helaas is het eerste deel, invulling geven aan onze roeping, c.q. een bijdrage leveren aan optimale arbeidsparticipatie naast goede beoordelingen verrichten, níet goed op orde. Dit blijkt uit de belangrijkste inhoudelijke redenen waarom jonge collega’s uit de sociale zekerheid vertrekken. Dit zijn respectievelijk 1) eigen werk (kwalitatief) niet goed kunnen verrichten door vanuit de organisatie gestelde prioriteiten, 2) onvoldoende betrokken kunnen zijn bij belangrijke beslissingen die het werk van de verzekeringsarts raken en 3) beperkt medisch-inhoudelijk bezig kunnen zijn (door onder meer: administratieve taken en ICT-problemen).
'Samen de sociale zekerheid overeind houden'
De NVVG vindt dat dit anders kan en moet, juist ook voor de cliënten die het betreft. De werkgroep ‘Toekomst’ heeft twee weken geleden een advies gepresenteerd gericht op het optimaliseren van arbeidsparticipatie van cliënten. Daarmee heeft dit advies ook sterk de potentie om het werk van verzekeringsartsen waardevoller te maken. Dit zou weer sterk unnen bijdragen aan het verminderen van de uitstroom van jonge collega’s binnen de sociale zekerheid. Belangrijke elementen uit dit advies zijn: geef de regie terug aan de verzekeringsarts die ook de eindverantwoordelijkheid draagt binnen een team. Doe dit zo efficiënt mogelijk, allereerst met administratieve ondersteuning en waar mogelijk en op indicatie van de verzekeringsarts met ondersteuning middels taakdelegatie. Verbeter de samenwerking verzekeringsarts-curatieve arts juist ook vanuit de ‘netwerkgeneeskunde’-gedachte. Zorg dat bij belangrijke wet- en beleidsbeslissingen die raken aan ons werk, inbreng is vanuit verzekeringsgeneeskundig perspectief conform de professionele standaard. Ook wetswijzigingen ten aanzien van o.a. de IVA-regeling en beoordelen causaliteit bij zwangerschap zouden plaats dienen te vinden zodat verzekeringsartsen en cliënten verlost worden van onnodige (her)beoordelingen, die de waarde van het werk ook niet ten goede komen.
Daarbij zou het goed zijn als de adviezen vanuit de kwaliteitstafel ter hand worden genomen teneinde de beroepsuitoefening van verzekeringsartsen kwalitatief te borgen nu en in de toekomst. Voorbeelden van hoe werk van waarde kan zijn voor verzekeringsarts, cliënt én maatschappij en wat daar allemaal voor nodig is, waaronder een kennisagenda, zijn hier te vinden.
Daarom een oproep aan SZW, UWV en natuurlijk ook aan alle collega-verzekeringsartsen die het dienen uit te voeren: doen jullie mee om sámen de sociale zekerheid overeind te houden?
- Er zijn nog geen reacties
