Federatienieuws
Mieke Draijer
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Voorzitter Verenso: AWBZ wordt LIZ

Plaats een reactie

De wet die in de plaats komt van de ‘kern-AWBZ’ krijgt de naam wet Langdurige Intensieve Zorg (LIZ). Staatssecretaris Martin van Rijn heeft gevraagd om reacties op het conceptwetsontwerp vanuit het veld. Verenso heeft hiervan graag gebruikgemaakt. We vinden het belangrijk dat je de zorg en behandeling kunt krijgen die je nodig hebt. Waar je ook verblijft.

Het is dus goed dat de Langdurig Intensieve Zorg (LIZ) beschikbaar blijft voor patiënten voor wie continue systematische langdurige multidisciplinaire zorg (CSLM-zorg) noodzakelijk is. Het staat de patiënt straks vrij te kiezen waar hij deze zorg wenst te ontvangen. LIZ-zorg is ook mogelijk in de thuissituatie. De langdurige intensieve zorg gaat op drie manieren geleverd worden: zorg met verblijf, zorg via een volledig pakket thuis en zorg thuis via pgb. Verenso vindt het een positieve ontwikkeling dat de deskundigheid en het multidisciplinaire karakter van de zorg vanuit het verpleeghuis ook wordt ingevoerd in de thuissituatie. Het is een grote stap voorwaarts als behandeling thuis aan dezelfde kwaliteitscriteria voldoet als de behandeling die wordt verleend in een verpleeghuis. Langdurige complexe zorg en behandeling is echt een vak apart.

Verenso is het eens met het voorstel de eindverantwoordelijkheid voor de CSLM-zorg in het verpleeghuis bij de specialist ouderengeneeskunde te leggen. Verenso gaat ervan uit dat bij een volledig pakket thuis de CSLM-zorg thuis wordt geleverd door een multidisciplinair team waarbij de regievoering bij de specialist ouderengeneeskunde ligt. Uit het wetsvoorstel maken wij op dat een dergelijk team vanuit het verpleeghuis de zorg thuis levert. Ik pleit ervoor dat deze multidisciplinair werkende teams onder leiding van een specialist ouderengeneeskunde ook door thuiszorgorganisaties opgezet kunnen gaan worden als deze voldoen aan de LIZ-kwaliteitseisen. Thuiszorgorganisaties leveren al jarenlang naar tevredenheid enkelvoudige zorg thuis en zijn hierin de specialist.

Ook de pgb-patiënt die geneeskundige zorg van specifieke aard nodig heeft (de huisarts blijft verantwoordelijk voor de geneeskundige zorg van algemeen medische aard), kan gebruikmaken van een multidisciplinair team onder verantwoordelijkheid van een specialist ouderengeneeskunde.

Welke keuze de patiënt ook maakt, in alle drie de situaties krijgt de CSLM-zorg onder regie van de specialist ouderengeneeskunde een plek. Dat is mooi. Ik denk dat veel breder dan nu, de specialist ouderengeneeskunde zich moet verbinden aan een verpleeghuis, thuiszorgorganisatie of gezondheidscentrum. Voor patiënten die nu nog vallen onder ZZP 1 t/m 4 en in een verzorgingshuis of thuis verblijven, zou er straks de mogelijkheid moeten zijn om in een vroeg stadium de specialist ouderengeneeskunde in te schakelen. Het gaat hierbij met name om patiënten met dementie die thuis wonen en die behoefte hebben aan (vroeg)diagnostiek en een meerjarig behandelplan.

De wet gaat duidelijk uit van CSLM-zorg en een regiefunctie door de specialist ouderen-geneeskunde. Eindelijk bepaalt niet het gebouw maar de zorgvraag de inzet van zorg en behandeling. De specialist ouderengeneeskunde is er klaar voor.

Mieke Draijer, voorzitter Verenso

<b>Download het federatienieuws uit nr. 44 (PDF)</b>
Federatienieuws verpleeghuizen ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.