Federatienieuws
GertJan Beens
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Supervisie, superbelangrijk

Voorzitter NVAB

1 reactie

‘De bedrijfsarts is steeds vaker een niet gespecialieerde basisarts, en dat gaat niet altijd goed’ was de kop van een artikel in Trouw. Mijn eerste gedachte was: een bedrijfsarts is als specialist toch nooit basisarts? Maar de strekking was anders. Er kwam een mevrouw aan het woord die twee jaar lang dacht door een bedrijfsarts begeleid te zijn, maar dat bleek een basisarts.

Die had zich kennelijk al die tijd niet als basisarts bekendgemaakt, of misschien wel de verhullende term ‘arbo-arts’ gebruikt. Er ging ook nog wat fout in de advisering bij deze mevrouw. Met uiteindelijk een tuchtrechtelijke klacht tot gevolg, waarin ze gelijk kreeg. Rode draad van het stuk was dat arbodiensten (maar ook het UWV) veel basisartsen inzetten. En dat daar dingen misgaan. Er werd gemeld dat landelijk zo’n 600 basisartsen bij arbodiensten worden ingezet vanwege het tekort aan bedrijfsartsen. Dat klonk als een probleem. Maar is het dat ook? Zou die inzet van basisartsen niet mogen of kunnen?

Ik werk zelf bij een arbodienst. En daar werken naast bedrijfsartsen inderdaad basisartsen. Soms in opleiding, soms (nog) niet. Maar altijd onder een vorm van supervisie. Dat gaat gewoon over goede, verantwoorde zorg. In de setting waarin bedrijfsartsen werken, komen mensen meestal naar het spreekuur omdat er afspraken zijn tussen werkgever en werknemer over begeleiding bij arbeidsongeschiktheid. Daar zit een zekere onvrijwilligheid in. Je kiest niet zelf je bedrijfsarts, maar krijgt er één vanuit het contract dat je werkgever sluit. Dat is een kwetsbare setting die extra aandacht vraagt voor aspecten van goede zorg.

Er zijn kennelijk nog 600 basisartsen werkzaam bij arbodiensten

Natuurlijk mogen basisartsen ingezet worden binnen het werkgebied van een specialist. Sterker nog, het is de basis van een professionele leeromgeving, waarin ruimte wordt geboden om nieuwe ervaring op te doen. Ervaring die iets toevoegt aan het al bereikte kennis- en bekwaamheidsniveau. Dat gebeurt binnen de bedrijfsgezondheidszorg en binnen de curatieve sector. Die inzet moet wel goed worden begeleid en ondersteund. Juist daarom werkt de NVAB op dit moment aan een standpunt Supervisie. Aanleiding is de toenemende instroom (hoera!) van jonge artsen, aiossen en aniossen in onze sector. Daarbij bestaan er voor bedrijfsartsen nogal uiteenlopende uitvoeringspraktijken en samenwerkingsconstructies. Duidelijke kaders voor supervisie zijn dan belangrijk. Het draagt bij aan het bewaken van verantwoorde zorg èn aan goede opleidings- en ontwikkeltrajecten. De basis van dit (concept)standpunt is dat elke aios of anios die werkzaam is in ons vakgebied altijd onder een vorm van supervisie staat. De mate van toezicht is afhankelijk van de bekwaamheid van de gesuperviseerde arts, en wordt vastgesteld door diens supervisor. Dat toezicht kent een getrapt verloop bij het opdoen van meer kennis en ervaring. Eigenlijk allemaal volkomen logisch, maar in de praktijk niet altijd goed geregeld, blijkt uit het krantenartikel.

Instroom van nieuwe collega’s is in onze sector nog steeds hard nodig. Tekorten zijn voelbaar. De instroom door opleiding heeft een aantal jaren bijna stilgestaan. Die achterstand zou maar zo opgelopen kunnen zijn tot – laten we zeggen – 600 bedrijfsartsen. Er zijn kennelijk nog 600 basisartsen werkzaam bij arbodiensten. Ik zie een oplossing. Maar dan wel met goede supervisie. Superbelangrijk!

Gertjan Beens, voorzitter NVAB

download het federatienieuws 18 - 2019

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, oud bedrijfsarts, Rotterdam

    De voorzitter van de NVAB moet een onverbeterlijke optimist zijn en/of over buitengewoon zonnig karakter beschikken, maar ik kijk aanzienlijk somberder tegen het tekort aan bedrijfsartsen aan.

    Is dat een probleem dan ? Ja, behoorlijk groot dus. Co...ncreet voorbeeld:

    Het verzuim bij de grootste werkgever van Nederland- de Nationale Politie - 57-60.000 m/v sterk schommelt al jaren rond de 7 % (!). In 2014 bracht TNO een alarmerend rapport over het langdurige verzuim bij de politie uit. De sociaal medische begeleiding van langdurige zieke politie medewerkers schoot vergaand tekort. Een paar honderd dossiers waren 'gewoonweg zoek', en de Politie betaalde vele miljoenen euro's aan boete op basis van loonsancties aan het UWV wegens structurele tekortkomingen.

    En ondanks vele pogingen waaronder Kamervragen, moties, task forces is het NIET gelukt dit binnen een periode van 5 jaar (!) structureel onder de 6 procent te krijgen. Deels veroorzaak door gebrek aan bedrijfsartsen én goed gestructureerde sturing op dit soort ingewikkelde processen.

    Vorig jaar (april 2018) is er een nieuw plan gelanceerd. Vol goede bedoelingen. Dit keer met zeven sporen aanpak. Spoor zes betreft de noodzaak de bedrijfsartsen capaciteit met 13 extra bedrijfsartsen uit te breiden, waarbij de workload van 1:5200 naar 1:2500 zou gaan.

    Drie keer raden of dat gelukt is ?

    Het tekort aan bedrijfsartsen is - naar mijn stellige overtuiging - NIET (MEER ) oplosbaar met supervisie, taak delegatie en of - herschikking. Standaard dienstverlening zoals het nu (ook wettelijk)geregeld is - is dan ook niet meer houdbaar.

    Dat is de olifant in de kamer in dit debat. Hetzelfde geldt voor de verzekeringsartsen ( bij het UWV). En het zou dus beter zijn als de voorzitters van de NVAB en NVVG dit eens hardop zouden (durven te) zeggen. Dan kunnen we echt aan de slag.


    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2018/04/26/tk-bijlage-plan-van-aanpak-verzuim-definitief

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.