Federatienieuws
5 minuten leestijd
Federatienieuws

Samen op weg naar een rookvrije generatie

Plaats een reactie

KNMG en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) hebben de handen ineen geslagen om bij te dragen aan het realiseren van een rookvrije generatie. En die rookvrije generatie begint in de zorg, als het aan René Héman, voorzitter van de KNMG en Gabriël Anthonio, voorzitter raad van bestuur van VNN ligt. Op 31 mei is er een symposium: ‘Maak de zorg rookvrij’; nu al geven zij hun visie.

Tabaksontmoedigingsbeleid vindt Héman vanzelfsprekend voor de KNMG. ‘De gezondheidszorg heeft een belangrijke voorbeeldfunctie te vervullen. Roken is een ernstige verslaving’, zegt Anthonio. ‘Maar wel één die je op iedere straathoek kunt kopen.’ Hoe belangrijk tabaksontmoedigingsbeleid is, blijkt uit de cijfers. Ongeveer 25 procent van de Nederlanders rookt. 20.000 mensen overlijden jaarlijks aan de gevolgen van roken. Ongeveer 32 procent van de jongeren tussen 18 en 25 rookt. Dat is meer dan enkele jaren geleden.

Een gezonde leefstijl bevorderen en dus het tegengaan van verslavingen is waar KNMG en VNN elkaar in vinden. Beide organisaties lopen ertegenaan dat veel mensen werkzaam in de gezondheidszorg zelf ook roken. Als in de verslavingszorg een arts zegt dat een flesje bier en tien sigaretten per dag wel meevalt, is dat een teken van hoezeer we verslavingen bagatelliseren, legt Anthonio uit. ‘Verslaafden zijn niet alleen – zoals velen denken – de klassieke junk op straat of de alcoholist in de wijk die altijd de gordijnen dicht heeft. “Verslaving” vind je door alle lagen van de bevolking heen en dus ook de ongezonde leefstijl: het zit in onze samenleving verweven. Ook onder artsen en andere zorgverleners komt het voor.’

Er zijn nog steeds instellingen met rookpauzes en de bekende vrijdagmiddagborrel. We houden in de verslavingszorg en ggz zelfs de sigaret in stand. We gunnen de patiënten hun sigaret. Anthonio wijst erop dat de verslavingszorg van oudsher tolerant is tegenover de sigaret. ‘Terwijl we uit verschillende onderzoeken weten dat de kans om verslaafd te blijven aan drank of drugs groter is, als je gewoon blijft doorroken. Een terugval in alcohol- of drugsgebruik treedt vaker op bij mensen die blijven roken.’ Bovendien zwakt tabak de werking van medicijnen voor psychiatrische patiënten af, waardoor zij een hogere dosering medicijnen nodig hebben. Ook Héman wijst erop dat de patiënt “een sigaret gunnen” niet normaal is. Héman: ‘We moeten ons er bewuster van zijn dat we mensen niet helpen met die ene sigaret.’

Kentering in het denken

Maar goed nieuws is er ook. Want er is sprake van een kentering in het denken over de sigaret in de zorg. Door wetgeving om de sigaret terug te dringen uit publieke ruimtes, door de maatschappelijke discussie daarover. Er is een beweging gaande waarin allerlei instanties op het vlak van onderzoek, onderwijs, politiek, zorgbestuurders en medici zich beijveren om Nederland rookvrij te maken. In zo’n beweging is er altijd een kopgroep. En die wordt langzamerhand groter. Héman: ‘Ook bij dokters is een bewustwordingsproces op gang gekomen dat je een heel belangrijke rol hebt in het stoppen met roken. Het advies van een dokter is zwaarwegend. Uit onderzoek blijkt dat het advies van dokters een substantiële bijdrage levert aan het stoppen met roken van de patiënt.’

Een groot deel van de rokers zegt te willen stoppen. Een deel van hen lukt dat zonder hulp. Een ander deel heeft enige behandeling nodig, variërend van een ondersteunend gesprek met de arts tot medicijnen. Een laatste deel, dat het niet redt heeft aanvullende gespecialiseerde hulp nodig. Bij deze groep is vaak sprake van comorbiditeit zoals een combinatie met een trauma of depressie. Hoe kan de arts de patiënt begeleiden in het stopproces? Benader het als ziekte, benadrukt Héman. ‘Dat moeten we scherp op het netvlies hebben. Bij het behandelen van een ziekte kijk je altijd naar wat deze patiënt nodig heeft. Matched cure dus. De een heeft een andere behoefte dan de ander.’

Naast het dringende maar effectieve advies om te stoppen met roken van de dokter aan zijn patiënt, is het belangrijk dat alle medische instellingen rookvrij worden, vinden Héman en Anthonio. Inclusief het terrein eromheen. Geen rokende patiënten en medewerkers bij de ingang van het gebouw dus meer. ‘Tegelijkertijd’, zegt Anthonio. ‘moet je ondersteuning bieden bij het stoppen met roken. Iedereen die wil stoppen, moet je faciliteren. Een verslaving, ook roken, is een ernstige ziekte, maar dat wil niet zeggen dat de wil is uitgeschakeld. De wilsvraag: daarin heb je een keuze, maar niet iedereen kan gewoon stoppen.’ Verslaving houdt een verstoord beloningssysteem in, legt hij uit. Tabaksverslaving belonen we met een gezellig moment, een pauze. Stop je met roken, dan ben je ook dat verzetje kwijt. Het is ingewikkeld om dat zomaar achter je te laten. Anthonio: ‘Je moet er iets anders voor inzetten. Denk aan een gezellige louncheruimte waar medewerkers kunnen pauzeren, ter compensatie van een rookverbod. Verbieden te roken binnen een instelling en op het terrein is een belangrijk onderdeel van het traject naar een rookvrije zorg. Het beloningsmechanisme veranderen, doet de rest.’

Benoem ambassadeurs

Als organisatie het gebouw en het terrein eromheen rookvrij maken, is al een belangrijke stap. Benoem ook ambassadeurs binnen de organisatie die uitdragen hoe het hun leven heeft verrijkt nu ze niet meer roken, zegt Anthonio. Neem Ben, een wandelende pak shag bij VNN. Op een gegeven moment had hij naar eigen zeggen door dat hij hetzelfde gedrag vertoonde als een dealer of een foute kroegbaas die blijft schenken, door een collega of patiënt uit te nodigen om even een sigaretje te roken; zo draag je immers bij aan de verslaving van de ander. Dat Ben stopte en als ervaringsdeskundige de organisatie zijn verhaal vertelde, had nog een ander effect op zijn collega’s en patiënten, zegt Anthonio: ‘Men dacht, als een verstokte roker als Ben kan stoppen, kan ik het ook.’ Maar je moet mensen wel voortdurend uitnodigen en stimuleren om te stoppen. Blijvende aandacht voor het thema is noodzakelijk, onderstreept Anthonio: ‘Als organisatie meedoen aan Stoptober bijvoorbeeld, maar ook campagnes als de “(S)topper van de maand” waarin we mensen die zijn gestopt in het zonnetje zetten.’

Voor artsen die willen bijdragen aan een rookvrije samenleving, te beginnen in de zorg, is er op 31 mei een congres in Domus Medica, Utrecht: “Maak de zorg rookvrij”. Een belangrijke partner van de KNMG en de VNN is de VVGN hierin. Tegen artsen die nog twijfelen of stoppen met roken wel een primaire taak is van het vak, zegt Héman: ‘Roken is een verslaving en daarmee een ziekte en dus is het behandelen ervan een medische taak. Voor iedere huisarts, jeugdarts, bedrijfsarts en medisch specialist. Er is altijd wel een aanknopingspunt om het bespreekbaar te maken.’ Dat nog steeds een op de vier Nederlanders rookt, vraagt hij ten slotte retorisch: ‘Dat moeten we toch niet meer willen?’

pdf federatienieuws

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.