Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: gebruik van overblijvend AstraZeneca

Plaats een reactie

De afgelopen weken is er veel onduidelijkheid ontstaan door het besluit van de minister van VWS om mensen onder de 60 jaar niet meer te vaccineren met AstraZeneca. Hoewel het EMA het vaccin ook voor deze doelgroep heeft goedgekeurd en toegelaten, besloot de minister dit op basis van een advies van de Gezondheidsraad stop te zetten.

Door berichtgeving van verzekeraars (VvAA) ontstond onder artsen onrust over de dekking van aan­sprakelijk­heids- en rechtsbijstandsverzekeringen van artsen bij het gebruik van AstraZeneca bij mensen van onder de zestig. Maatschappelijk is er onrust door berichten van artsen die aan het eind van een prikdag noodgedwongen AstraZeneca vaccins moeten weggooien. De KNMG vindt deze onrust, onduidelijkheid en verspilling zeer onwenselijk. De KNMG vindt het in uitzonderlijke gevallen weloverwogen gebruiken van overblijvend AstraZeneca ­behoren tot ‘goede zorg’ waarvoor artsen ­verzekerd dienen te zijn. De KNMG heeft de afgelopen weken uitvoerig hierover overlegd met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), het ministerie van VWS en VvAA ­teneinde ­duidelijkheid te creëren.

Goedgekeurd vaccin

Voor de KNMG werd duidelijk dat het op zichzelf niet verboden is om AstraZeneca te geven aan mensen onder de zestig jaar. Het betreft immers een vaccin dat door het EMA is goedgekeurd en toegelaten voor mensen vanaf 18 jaar. Wel moeten artsen de vaccinatiestrategie zoveel mogelijk volgen. Dat betekent dat artsen AstraZeneca aan mensen onder de zestig kunnen geven, maar alléén in uitzonderlijke gevallen. Daarbij is het uiteraard essen­tieel dat er voldoende aandacht is voor goede voorlichting over mogelijke bijwerkingen en dat er uitdrukkelijk ‘informed consent’ is.

Goede zorg

Het is onderdeel van de professionele standaard van artsen om in uitzonderingsgevallen een eigen afweging te maken. De KNMG stelt zich daarom op het standpunt dat als een individuele patiënt van jonger dan zestig jaar om medische of sociale redenen verzoekt zo snel mogelijk en welbewust toch gevaccineerd te worden met AstraZeneca en niet op korte termijn in aanmerking komt voor een ander vaccin, de arts overblijvend vaccin (zogeheten ‘spillage’) hiervoor kan gebruiken. Voorwaarde is dat er een uitdrukkelijk informed consent ligt, dat wil zeggen dat de patiënt daar na goede voorlichting en een gezamenlijke afweging van voor- en nadelen welbewust voor kiest, en dat de arts de visie deelt dat vaccinatie om medische of sociale redenen gewenst is. De arts moet kunnen onderbouwen waarom de keus is gemaakt. Die keus past volgens de KNMG in zo’n geval óók bij goede zorg door een arts. De kans op aansprakelijkheid vanwege zo’n keuze acht de KNMG gering. VvAA heeft inmiddels aan de KNMG aange­geven haar standpunt te zullen herzien.

Vaccinatiestrategie volgen

Als gezegd dienen artsen zich wel te blijven houden aan de vaccinatiestrategie van de rijksoverheid. Dit betekent dat vaccins zoveel mogelijk moeten worden gebruikt voor de doelgroepen waarvoor ze zijn bestemd. Het gebruik van AstraZeneca voor genoemde individuele uitzonderingsgevallen, is dan ook alléen mogelijk met vaccins die anders aan het eind van de dag zouden moeten worden weggegooid. Overschotten in de voorraad dienen te worden geretourneerd aan het RIVM/de GGD of bewaard te worden voor een ‘tweede prik’-ronde.

Federatienieuws KNMG vaccinatie vaccineren covid-19
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.