Federatienieuws
GertJan Beens
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Keuzes

voorzitter nvab

1 reactie

Op 31 december eindigde mijn dienstverband. Nee, niet ontslagen en niet met vroegpensioen. Het is mijn eigen vrije keus. Ik wil de laatste tien werkende jaren verder als vrijgevestigd bedrijfsarts. Aan het leven als rijgsnoer van ervaringen miste ik deze kraal nog. Eentje die ik graag meepak. Zijpaden blijken vaak nieuwe hoofdwegen. Kennelijk was ik eraan toe.

Aan de reacties van (oud-)collega’s, vrienden en vakgenoten merk ik dat er zoals ook wel verwacht veel verschillende perspectieven zijn. Daarover van gedachten wisselen alleen al is verrijkend. Ik hoor een bloemlezing aan argumenten vóór en tegen zelfstandigheid en de aspecten die men daarbij betrekt. Bijvoorbeeld collegialiteit, samenwerking, kwaliteit van handelen, contractering, geld en persoonlijke vrijheid. Wat voor de één argumenten vóór zijn, ziet de ander juist als tegenargumenten. Daar is geen goed of fout over uit te spreken. Er zijn enkel keuzes.

Ik ben niet de eerste bedrijfsarts die kiest voor zelfstandigheid. Intussen werkt één op de drie bedrijfsartsen niet meer in loondienst. Voor arbodiensten – werkgever van en opleidingsinstelling voor de meeste bedrijfsartsen – een invoelbaar zorgelijke ontwikkeling. Ze investeren in werving, opleiding en begeleiding. Vertrek van vers opgeleide aanwas is dan zuur. Zeker gezien de forse capaciteitstekorten die al bestaan. In bestuurlijk overleg met brancheorganisatie OVAL en aan de Kwaliteitstafel Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde bespreekt de NVAB die situatie. Op collectief niveau is er een wederkerige afhankelijkheid tussen arbodienst en bedrijfsarts. De instroom in en uitvoering van de medische vervolgopleiding van bedrijfsartsen is namelijk sterk afhankelijk van arbodiensten, door ontbrekende overheidsfinanciering. En een arbodienst kan zonder bedrijfsarts niet gecertificeerd worden, maar ook niet voorzien in de (deels wettelijk verplichte) adviesbehoefte van opdrachtgevers.

Arbodienst en bedrijfsarts: een historisch huwelijk

Arbodienst en bedrijfsarts: een historisch huwelijk, gecompliceerd door de wetgever. De overheid heeft namelijk in 2005 bewust de vraag naar zelfstandig werkende professionals doen ontstaan. Al in 1989 werd de Europese Kaderrichtlijn 89/391/EEG vastgesteld. Die legde de verantwoordelijkheid voor gezond en veilig werken bij werkgever en werknemer. In 2005 werd de Arbowet in lijn gebracht met dat vertrekpunt. Dat hield vooral in dat de verplichte aansluiting bij een gecertificeerde arbodienst waarvan tot dat moment sprake was, in 2005 vervangen werd door een bóvenliggende maatwerkregeling. Daarin maken werkgever en werknemer afspraken over hoe ze beleid voeren èn welke deskundigen daarbij ingehuurd worden. Dat moet op bepaalde onderdelen tenminste een bedrijfsarts zijn. Het onderliggende ‘vangnet’ is de aansluiting bij een gecertificeerde arbodienst, als er geen maatwerkafspraak gemaakt wordt. En zo groeide de vraag in de markt naar zelfstandige bedrijfsartsen.

Er valt wat te kiezen. Werknemer of ondernemer, maar altijd eerst arts. Voor de NVAB is elke bedrijfsarts in de eerste plaats beroepsgenoot. Onze kernwaarden, standpunten en richtlijnen stellen we samen vast en ze gelden voor alle bedrijfsartsen, met een baan of een bedrijf. Niet de context van werken bepaalt de opbrengst, maar de kwaliteit van de vakuitoefening. Voor de beste arbeidsgerelateerde zorg voor werkenden en werkgevers in Nederland. En die keus maken we volgens mij allemaal.

Download het federatienieuws 09 - 2020 (pdf)

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, oud bedrijfsarts, Rotterdam

    Opvallende, maar ook tekenende keuze. Ook gij Brutus ?
    Een paar opmerkingen als ik zo vrij mag zijn.

    1. De marktomstandigheden voor deze keuze zijn op dit moment optimaal te noemen: ongekend hoge uur tarieven (>200 euro per uur en hoger) én een ...schreeuwend gebrek aan bedrijfsartsen. Kortom: qua te verwachten omzet zit het voor de NVAB voorzitter wel goed.

    2. Zo'n twintig jaar geleden (1999) maakte ik dezelfde keuze, maar toen waren de marktomstandigheden totaal anders. Loondienst was de standaard , gedwongen winkelnering de wettelijke norm

    Het aantal zelfstandige bedrijfsartsen was toen op twee handen te tellen, meestal met ruzie bij Bgd (voorloper van arbodienst) vertrokken met medeneming van aantal grote klanten/bedrijven.

    Ik heb in 1999 tegelijkertijd de voorloper van de ZFB opgericht en binnen paar maand waren we met zo'n zeventig bedrijfsartsen met als doel: 5% zzp-ers binnen 5 jaar.

    De bazen van de arbodiensten (onze geachte vroegere collega's) hadden hier zwaar de pee over in en vertelden ons dat ze alles zouden doen om dwars te zitten. Die afspraak zijn ze inderdaad nagekomen. Maar er was geen houden meer aan.

    Tien jaar jaar na dato was het percentage zzp bedrijfsartsen gegroeid naar zo'n 20%. Ver boven onze verwachtingen.

    Anno 2020 ligt het ergens rond de 35% en is nog steeds stijgende !

    3. Maar de belangrijkste reden voor het 'uitstappen' is/was niet- zoals Beens suggereert het overheidsbeleid - maar het falende interne functioneren van de arbodiensten (verbureaucratisering, klantonvriendelijkheid, en gebrek aan innovatie)

    4. Blijkbaar zijn arbodiensten anno 2020 nog steeds niet in staat tot het binden van talent.

    5. Maar er zit ook schaduwkant aan de zzp trend. Inhoudelijke vernieuwing is namelijk niet tot nauwelijks vanuit deze groep te verwachten, want te druk bezig met omzet/contract, is mijn wat pijnlijke ervaring.

    6.Want:teveel bedrijfsartsen blijven in een wvp uitvoeringsmodus staan. Innovatie is uiterst spaarzaam.




 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.