Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Inbreng KNMG Wet Zeggenschap Lichaamsmateriaal

Plaats een reactie

Lichaamsmateriaal is van steeds grotere waarde voor wetenschappelijk onderzoek en kwaliteitsbewaking. Het is goed dat de zeggenschap van de patiënt en nabestaanden hierover wordt versterkt in wetgeving.

In 2017 is onze inbreng gehoord: het beroepsgeheim moet te allen tijde van kracht zijn bij omgang met lichaamsmateriaal van patiënten. Het nieuwe voorstel bevestigt dit. Maar er blijven nog drie knelpunten over.

De KNMG heeft de volgende zorgen ten aanzien van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer aangekaart:

1. De mogelijkheid voor justitie en politie om in specifieke gevallen zonder toestemming van de patiënt lichaamsmateriaal te mogen gebruiken, zal alle patiënten terughoudender maken in het afstaan van lichaams­materiaal voor behandeling en wetenschappelijk onderzoek.

Het wetsvoorstel bevat als hoofdregel dat toestemming van de patiënt nodig is voor het gebruik van bewaard lichaamsmateriaal. Maar voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten geldt een uitzondering. Het Openbaar Ministerie mag onder bepaalde voorwaarden zonder toestemming reeds afgenomen lichaamsmateriaal in beslag nemen. Deze regel dient justitieel onderzoek in zeer specifieke gevallen mogelijk te maken, maar heeft gevolgen voor de bescherming van het lichaamsmateriaal van iedere patiënt. Wij vinden het belangrijk dat patiënten zich veilig voelen in de zorg en dat er goed wetenschappelijk onderzoek kan worden gedaan. Daarom willen wij voorkomen dat patiënten straks de zorg niet meer vertrouwen en minder bereid zijn om lichaamsmateriaal af te staan en te laten bewaren. Wij hebben de minister gevraagd om deze uitzondering uit het wetsvoorstel te halen.

2. Waarom wordt dit wetsvoorstel niet opgenomen in de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO)?

De kern van hoe artsen moeten omgaan met lichaams­materiaal is geregeld in de WMO. De KNMG wil dat de aanvullende regels uit dit wetsvoorstel straks ook opgenomen worden in de WMO. Dit om versnippering tegen te gaan met zeggenschap in de ene wet en overige handelingen in de WMO.

3. Extra administratieve lasten, niet op de goede plek belegd

Het wetsvoorstel verplicht ‘beheerders van lichaams­materiaal’ om patiënten goed te informeren over hun privacy en zeggenschap over hun lichaamsmateriaal. Maar in de praktijk zal de arts vaker dan het ziekenhuis of de biobank rechtstreeks contact hebben met de patiënt. Wij vinden het niet wenselijk dat er extra (administratieve) lasten bij artsen komen te liggen. Bovendien zal een behandelend arts in een ziekenhuis op het moment dat hij de patiënt informeert niet altijd paraat hebben voor welke doelen (wetenschappelijke onder­zoeken, kwaliteitsonderzoeken) het lichaamsmateriaal bewaard gaat worden. Wij snappen wel dat artsen een logische schakel vormen tussen patiënt en bewaarplaats van lichaams­materiaal en hebben de minister daarom gevraagd om de admini­stratieve lasten voor artsen voortvloeiend uit dit wets­voorstel tot een minimum te beperken.

Politiek vervolg

Onlangs zijn de Tweede Kamerleden inhoudelijk bijgepraat door het ministerie van VWS over het wetsvoorstel (technische briefing). Op vrijdag 8 oktober hadden Tweede Kamerleden de mogelijkheid om schriftelijke vragen te stellen aan de minister, waarvoor wij bovenstaande input hebben aangeleverd. Na de schriftelijke beantwoording van vragen door de minister, bepaalt de Tweede Kamer hoe het vervolg van de wetsbehandeling in de Tweede Kamer eruit gaat zien.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.