Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Het jaar van de waarheid

2 reacties

Zo’n eerste column van het jaar is een goede aanleiding om vooruit te blikken op het komende jaar. Voor de huisartsenzorg durf ik 2020 wel het jaar van de waarheid te noemen. Het jaar waarin moet blijken dat de signalen van huisartsen serieus worden genomen, dat afspraken worden nagekomen over hoe we de zorg gaan verbeteren en dat alles op alles wordt gezet om het vak voor nu en de toekomst aantrekkelijk te houden.

Terugkijkend op 2019 stel ik vast dat het zo niet langer gaat. Te veel huisartsen hebben het veel te druk. Ik zie gelukkig nog steeds veel huisartsen vol passie hun vak uitoefenen en jonge artsen die met overtuiging voor dit vak kiezen. Maar we moeten zorgen dat dat niet verloren gaat.

Geregeld hoor ik jonge huisartsen zeggen dat ze (nog) geen praktijkhouder willen worden, omdat het te veel sores geeft. Nu is er niks mis mee om op een andere manier als huisarts te werken dan als praktijkhouder, maar we weten ook dat de wens van velen is om uiteindelijk wel als praktijkhouder te gaan werken. De opdracht is dus om de sores te verminderen. Die sores is divers, van patiënten niet doorverwezen krijgen via administratie lasten tot de druk van de avond-, nacht- en weekenddiensten.

We moeten de sores verminderen

Dat kunnen we niet als sector allemaal zelf oplossen. Er moeten grotere stappen worden gezet, in het systeem en in hoe het werk georganiseerd is, overdag en in de diensturen. Daarbij moeten we ook de ongebaande paden niet schuwen. Als we dit jaar geen verlichting voor de huisartsen zien, dan komt het hele zorgstelsel ter discussie te staan, waaronder de marktwerking en de verhouding tussen zorgverzekeraars en huisartsen die daaruit voortvloeit.

De huisartsenzorg moet beter georganiseerd en beter ondersteund worden. Op het niveau van de praktijk, de wijk/plaats en de regio. De zorg is gebaat bij investering en ondersteuning zowel van de individuele huisarts en huisartsenpraktijk als van de lokale en regionale organisaties van die huisartsen.

Op praktijkniveau kennen we het aantoonbare succes van de aanpak van ‘Meer tijd voor de patiënt’: minder verwijzingen naar de tweede lijn (dus besparing zorgkosten) en meer tevredenheid onder patiënten en huisartsen. En toch blijft het sleuren om te zorgen dat meer huisartsen daar ruimte, financiering en ondersteuning voor krijgen. Onbegrijpelijk.

Er kan daarnaast een hoop verbeteren als huisartsen regionaal meer organisatiekracht krijgen. Denk aan de nodige afstemming op wijk-, plaats- en regionaal niveau met andere zorgverleners in de wijk, de gemeente, het ziekenhuis en de ggz. Je kunt niet verwachten dat huisartsen dat allemaal nog in hun avonduren erbij gaan doen. Dat kan beter in gezamenlijke opdracht gebeuren. Dat schept ook weer meer tijd voor huisartsen voor de patiëntenzorg. Dus investeringen op dat vlak zijn hard nodig.

Als vereniging blijven wij natuurlijk doen wat we kunnen om huisartsen te ondersteunen om onder deze omstandigheden hun werk goed te blijven doen én om de omstandigheden te verbeteren. Maar we kunnen het niet alleen. Dus mijn oproep voor 2020 aan politiek, overheid en verzekeraars: een tandje erbij graag!


Download het federatienieuws (PDF)

Federatienieuws LHV
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • E.B. van Veen

    , huisarts

    Een tandje erbij...
    Tot nu toe doet VWS niets om de crisis in de huisartsenzorg te bezweren.
    Dus; een tandje waarbij?
    Ik dacht dat 2019 'het jaar van de waarheid' was met de Tweede Woudschotenconferentie. Dat was een jaar geleden. Er is sindsdien ...niets veranderd. De LHV heeft niets gedaan, staat er bij en kijkt ernaar.
    Maar met kijken los je niets op. En met tandeloze oproepen aan VWS ook niet.
    Ik heb de sterke indruk dat ZN en de NZa het wel prima vinden, hoe de Nederlandse huisartsen zorg verlenen.
    Niet klagen maar dragen. En de LHV zorgt voor ons.

  • Tessa Versteegde

    huisarts np, bestuur actiegroep HABZ (Herregistratie Artsen bij Ziekte), Mook

    In haar voorzitterscolumn in het medisch contact van 23 januari 2020 schrijft Ella Kalsbeek dat 2020 het jaar van de waarheid wordt: “We moeten de sores verminderen”. Als voorbeeld noemt zij onder andere de druk van de avond-, nacht- en weekenddienst...en. Als niet praktiserend huisarts, waarbij ik mijn registratie verloor vanwege ziekte, raakt mij dit. De huisartsgeneeskunde is het enige medisch specialisme wat een urennorm hanteert voor ANW diensten. Diensten die zoals onze voorzitter beschrijft ook door gezonde collegae als belastend worden ervaren en maken dat de situatie onhoudbaar is. Ik begrijp de wens tot solidariteit en ook het belang van het up-to-date houden van je kennis en vaardigheden in de spoedzorg. Echter in een werkveld wat zo onder druk staat, is het jammer als goede krachten verloren gaan, doordat er geen maatwerk mogelijk is in de herregistratie.

    Daarom pleit de actiegroep Herregistratie Artsen bij Ziekte voor aanpassing van deze regels. Onder andere voor maatwerk ten aanzien van het urencriterium voor de ANW diensten van huisartsen. Het is van belang dat artsen die hun registratie inmiddels zijn verloren, op een goede manier terug kunnen keren in hun vak. Los van het persoonlijk verlies voor de betrokkenen, is het kapitaalvernietiging om niet met maatwerk te zoeken naar wat iemand wel nog kan. Als dokter-patiënt breng je een waardevolle ervaring mee die een je een andere dokter maakt. Als er ruimte is om met mijn fysieke beperkingen opnieuw te herregistreren, zou ik me met liefde weer inzetten in de huisartsenzorg.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.