Federatienieuws
Wies Bontje
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Een verplichte cursus grappen maken

Voorzitter De Geneeskundestudent

Plaats een reactie

‘Ik wil dat zij mij een massage geeft’, zegt de patiënt terwijl hij mij aankijkt. Ik sta in de hoek van de traumakamer, de patiënt is net overgetild vanaf de brancard. Met mijn notitieblokje in de aanslag kijk ik naar de patiënt die aan de monitor wordt gelegd en vraag me af of deze ongebruikelijke vraag onbeschoft te noemen is.

Bijna een halfjaar heb ik mij over de vraag gebogen ‘wat is onbeschoft gedrag?’ Op de afdeling Medische ethiek deed ik onderzoek naar onbeschoft gedrag in de zorg. De laatste weken denk ik vaak aan die tijd door het in Medisch Contact gepubliceerde artikel met het #MeToo-onderzoek onder artsen en coassistenten (MC 23/2018: 14). In de discussies die ik naar aanleiding daarvan heb gevoerd, komt vaak de vraag naar voren: waar ligt de grens? In een aantal voorbeelden is het duidelijk, de grens is overschreden: aanranding, opsturen van foto’s van geslachtsdelen. Maar hoe zit het met de schuine grapjes en de misplaatste complimentjes? Daar is de grens niet altijd even duidelijk. Ook ‘foute grappen’ kunnen niet, dat was de titel van de column van René Héman. Maar wat maakt een grap fout?

Voor mijn onderzoek naar onbeschoft gedrag las ik verschillende boeken, talloze artikelen en tientallen interviews met hulpverleners waarin ik probeerde uit te zoeken wat onbeschoft gedrag dan precies is. Conclusie: het definiëren van onbeschoft gedrag is niet eenvoudig. Het heeft te maken met de context, geldende gedragsregels én de (potentiële) schade die het gedrag kan aanrichten. En dat laatste is de essentie. Gedrag wordt grensoverschrijdend als het schade kan aanrichten. En dat geldt precies zo voor seksuele intimidatie, inclusief de foute grappen. Zo kan een goed bedoeld grapje emotionele gevolgen hebben voor het slachtoffer, het kan je uit balans brengen en het kan de onderlinge relatie verstoren. Als je in een kwetsbare positie bent, is de kans op schade altijd groter. Als coassistent ben je wat dat betreft ongewapend. Je staat tegenover een specialist altijd een paar punten achter. Je bent jonger, nieuw en je moet nog beoordeeld worden. Het is dus zorgwekkend dat juist deze groep vaker het slachtoffer is van seksuele intimidatie.

Een van de oplossingen heeft te maken met grenzen stellen. Maar als het definiëren van grenzen al een uitdaging is, dan is iemand aanspreken op het overschrijden van deze grenzen helemaal niet eenvoudig. Uit de enquête van Medisch Contact komt naar voren dat in het merendeel van de gevallen waarbij een coassistent te maken had met seksuele intimidatie, het de specialist was die het grensoverschrijdende gedrag vertoonde. Ga jij dan als coassistent vertellen aan je opleider dat het grapje toch niet helemaal geplaatst was…..?

Een andere oplossing is natuurlijk voorkómen dat er een situatie van grensoverschrijdend gedrag optreedt. Voorkomen is immers beter dan genezen. Maar hoe voorkom je een foute grap? Geen grappen maken? Dat is misschien wel het meest effectief want dan het ook niet misgaan. Maar ik hoop dat we toch tot een betere oplossing kunnen komen. De Geneeskundestudent zal de komende tijd met onder andere de KNMG en zijn federatiepartners verder kijken naar oplossingen voor het probleem rondom seksuele intimidatie. Misschien is een verplichte cursus ‘goede’ grappen maken een oplossing.

Wies Bontje, voorzitter De Geneeskundestudent

federatienieuws, 24 -2018 (pdf)

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.