Federatienieuws
6 minuten leestijd
Federatienieuws

Een gouden jubileum voor Verenso

Plaats een reactie

Verenso is de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde. Dit jaar viert de vereniging haar 50-jarig bestaan. ‘We zijn als Verenso al 50 jaar richtinggevend in de ouderengeneeskunde. Dat vieren we 1 en 2 juni tijdens ons jubileumcongres, maar daarbij richten we onze blik ook onverminderd op de toekomst. Want daar liggen grote uitdagingen voor de ouderenzorg in Nederland’, stelt Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso. Ze neemt ons mee door verleden, heden en toekomst van de beroepsvereniging.

Van verpleeghuisarts tot specialist ouderengeneeskunde

Voor de start van Verenso reizen we terug in de tijd, naar 1972. Toen werd de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuis­artsen (NVVA) opgericht, zijnde de voorloper van Verenso. In de beginjaren zette de vereniging zich vooral in voor de erkenning van de verpleeghuisarts. Vanwege de grote groei van het aantal verpleeghuizen en van de totale capaciteit van de verpleeghuiszorg eind jaren zestig was er veel vraag naar verpleeghuisartsen. Voor die tijd hadden de meeste artsen die in verpleeghuizen werkten een dubbelfunctie en heerste het idee dat het werk van de verpleeghuisarts erbij werd gedaan of begon als artsen een andere carrière achter de rug hadden.

Baanbrekend

Het werk van deze nieuwe artsen was echter vernieuwend en baanbrekend. De NVVA maakte zich hard om het unieke van de functie verpleeg­huisarts, verantwoordelijk voor het behandelen en adviseren over de behandeling van patiënten met complexe, multidisciplinaire problematiek, naar voren te brengen.

Bij de oprichting van de vereniging moest de verpleeghuisgeneeskunde nog systematisch opgebouwd worden. In deze pioniersfase speelde de NVVA een belangrijke rol in het zetten van de eerste stappen in de richting van een volwaardige medische discipline. Uiteindelijk kwam er in 1989, met de oprichting van een tweejarige opleiding tot verpleeghuisarts aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de officiële registratie, erkenning voor de nieuwe specialistische beroepsgroep. Later startte de beroepsopleiding ook in Nijmegen, Leiden, Maastricht en Groningen.

Van NVVA naar Verenso

Al in 1980 was de eerste universitaire leerstoel een feit. Verpleeghuisarts Michels werd aan de universiteit van Nijmegen bijzonder hoogleraar in de verpleeghuis­geneeskunde. In november 2005 fuseerde de NVVA en de NVSG (Nederlandse Vereniging voor Sociale Geriaters); hierbij bleef de naam NVVA behouden.

In 2009 ging de NVVA verder onder de naam Verenso. Aanleiding voor deze naamsverandering was de nieuwe naam voor de beroepsgroep: specialisten ouderengeneeskunde in plaats van verpleeghuisarts. De specialist ouderen­geneeskunde werkte immers niet meer alleen in het verpleeghuis, maar ook bij de patiënt thuis en in kleinschalige woonvormen. Sinds 15 juli 2009 is de term verpleeghuisarts geen beschermde titel meer en staan artsen met deze expertise ingeschreven als specialist ouderengeneeskunde.

Blik op de toekomst

Nederland vergrijst. En dat heeft grote invloed op de zorg, niet in het minst op de ouderenzorg. Want: er komen steeds meer ouderen bij én de beroepsbevolking zal de komende jaren krimpen. Er zijn dus ook minder handen aan het bed.

Hoe kunnen we kwetsbare ouderen en patiënten met een complexe zorgvraag ook dan de best-passende zorg blijven bieden? Verenso ontwikkelde de notitie Specialist Ouderengeneeskunde 2030 om voor te sorteren op de toekomst. En om duidelijke lijnen uit te zetten wat daarin nu nodig is. Voorzitter Jacqueline de Groot: ‘Als ik terugkijk in de tijd zie ik hoe stevig Verenso en het specialisme ouderen­geneeskunde door de decennia heen zijn geïntegreerd in de zorg. Maar voor de toekomst liggen er grote uitdagingen binnen de zorg voor kwetsbare ouderen; daar moeten we nu mee aan de slag.’

Handen en voeten

Om de toekomstvisie concreet handen en voeten te geven, heeft Verenso zes handelingsperspectieven geformuleerd: het belang van het promoten van het specialisme ouderengeneeskunde binnen de opleiding geneeskunde; het actief inzetten op lobby en promotie; de noodzaak van samenwerking en taakherschikking; actief leiderschap stimuleren; actief ontwikkelen van kwaliteit en normenkaders en ten slotte het stimuleren van de inzet van technologie.

‘Er moeten de komende jaren meer specialisten ouderengeneeskunde worden opgeleid om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. Op dit moment komen studenten er vaak pas laat achter dat ouderengeneeskunde een aantrekkelijk specialisme is en dat is jammer’, geeft De Groot aan. Verenso pleit daarom voor een vast coschap en meer ouderengeneeskunde in het basiscurriculum. Daarbij zou het bijvoorbeeld belangrijk zijn om een dagdeel mee te lopen met een specialist ouderengeneeskunde. ‘Onbekend maakt onbemind, dat kunnen we bijvoorbeeld ondervangen door studenten een kijkje in de keuken van het specialisme te geven.’

Samenwerking

‘Om het belang van de specialist ouderen­genees­­kunde goed voor het voetlicht te brengen, zetten we onverminderd in op de samenwerking met andere relevante partijen in het veld, zoals brancheorganisaties, patiëntenorganisaties en de verschillende beroepsorganisaties’, vertelt De Groot. ‘Het is belangrijk om meer bekendheid voor het specialisme te genereren in de maatschappij. Landelijk, maar ook regionaal, juist op die onderdelen waar de specialist ouderengeneeskunde nu nog vaak alleen staat in de regio.’

Specialisten ouderengeneeskunde werken zowel binnen de muren van het verpleeghuis als daarbuiten, bijvoorbeeld in de eerste lijn. Om kwetsbare ouderen en patiënten met hun medisch complexe zorgvragen zo goed mogelijk te kunnen behandelen, is een multidisciplinaire samenwerking in de regio van groot belang. Uitgangspunt hierbij is dat de specialist ouderengeneeskunde zich vooral richt op de complexere medische zorgvragen, als de zorg de protocollen ontstijgt. Bovendien is er bij complexe zorg sprake van onzekerheid die gepaard gaat met het bepalen wat goed is. De Groot: ‘Het is dan niet meer in één oogopslag te zien wat de juiste behandeling is, omdat alles met elkaar samenhangt. Er is meestal sprake van multimorbiditeit. Het is van belang dat specialisten ouderengeneeskunde dit als collectief goed op het netvlies krijgen bij financiers en bij andere zorgverleners. In overleg met andere professionals overleggen zij over het herschikken van taken; maatwerk voor de patiënt staat daarbij centraal.’

In intramurale setting is de specialist ouderen­geneeskunde altijd een belangrijke gesprekspartner voor een raad van bestuur waarmee regelmatig wordt overlegd als er in de raad van bestuur nog geen specialist ouderengeneeskunde werkzaam is. De specialist ouderengeneeskunde kan bijvoorbeeld consequenties van beperkte middelen en bepaalde keuzes schetsen. ‘De wederzijdse taken en verantwoordelijkheden tussen bestuurder en specialist ouderen­geneeskunde moeten goed worden vast­gelegd. Hiermee zet je elkaar als bestuurder en specialist ouderengeneeskunde allebei in je kracht.’

De specialist ouderengeneeskunde

De specialist ouderengeneeskunde behandelt en begeleidt patiënten met complexe zorgvragen. Meestal zijn dat kwetsbare ouderen met complexe chronische aandoeningen, maar soms ook jongere patiënten. Specialisten ouderengeneeskunde kijken niet alleen naar het ziektebeeld, maar óók naar de gevolgen van de gezondheidsproblemen voor het dagelijks leven van de patiënt en zijn omgeving. Welke mogelijkheden heeft iemand nog om zo veel mogelijk uit het leven te blijven halen?

Bijdragen aan de kwaliteit van leven én de zelfredzaamheid en autonomie van de patiënt zijn de belangrijkste uitgangspunten in het werk van de specialist ouderengeneeskunde. Hij biedt een luisterend oor, geeft deskundig advies en respecteert de wensen van de patiënt. Als het levenseinde nabij is, kan de specialist ouderengeneeskunde palliatieve medische zorg verlenen en in de stervensfase ook terminale medische zorg. Het bieden van comfort in de laatste levensfase van de patiënt staat daarbij centraal.

Specialisten ouderengeneeskunde zijn te vinden in het verpleeghuis en kleinschalige woonvormen, maar ook bij de ouderen thuis. Als hoofdbehandelaar in het verpleeghuis werkt de specialist ouderengeneeskunde in een multidisciplinair team en voert hij de regie over de behandeling van de patiënt. In de eerste lijn kan hij of zij als consulent of medebehandelaar optreden naast de huisarts en bij de meest kwetsbaren (tijdelijk) regie nemen over de proactieve multidisciplinaire zorg en behandeling. Werken in multidisciplinaire teams waarbij de specialist ouderengeneeskunde de regie voert is essentieel om deze patiënten de meest optimale zorg en behandeling te kunnen bieden.

Wetenschap en technologie

Verenso is een wetenschappelijke vereniging. In de notitie Specialist ouderengeneeskunde 2030 gaat het daarom vanzelfsprekend ook over het ontwikkelen van kwaliteit en normenkaders. ‘Die kaders geven richting aan ons werk en kunnen dienen als basis voor andere partijen, zoals financiers. Via de richtlijnen kan bovendien inbreng en autonomie geborgd worden voor de specialist ouderengeneeskunde in de scenario’s waar daar minder sprake van is. Ook moet hier duidelijk uit blijken wat de specialist ouderengeneeskunde als specialist doet, zodat het voor samenwerkende partijen duidelijk is wat ze van een specialist ouderengeneeskunde kunnen verwachten.’

Kijkend naar de toekomst kunnen we niet om de inzet van technologie heen. ‘Zo kan technologie worden ingezet om de onderlinge communicatie tussen zorgprofessionals en patiënten te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het slim uitwisselen van patiënt­gegevens tussen professionals en een project als Eenheid van Taal. We zullen samen met onze leden kijken naar hun behoeften op dit terrein, en waar zij ondersteuning in willen’, besluit De Groot.

Federatienieuws ouderengeneeskunde
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.