Federatienieuws
Sophie Querido
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Beroepskeuze belangrijker dan ooit

Plaats een reactie

Het is 2022 en Kees van Straten ligt op de grond in de badkamer van zijn aanleunwoning. Terwijl hij zeer benauwd begint te worden, voelt hij ook de pijn in zijn been. Er komt snel een verpleegkundige die hem helpt, maar voor verdere behandelingen moet Kees wachten op zijn arts. De specialist ouderengeneeskunde werkt vandaag niet op deze locatie en kan pas morgen komen.

Het is 2022 en Sanne Kragter meldt zich ziek. Na zeven weken heeft ze pas een afspraak met de bedrijfsarts die constateert dat ze met een herinrichting van haar werkplek direct weer aan het werk kan.

Het is 2022 en Joep Swarts is 5. Zijn ouders hebben bijna geen geld en er is altijd ruzie in huis. Af en toe wordt hij geslagen, soms heeft hij zelfs blauwe plekken. De verpleegkundige op het consultatiebureau signaleert de risicofactoren niet. Joep heeft pas over vier maanden een reguliere afspraak bij de jeugdgezondheidsarts.

Als deze praktijksituaties over tien jaar de realiteit zijn, dan vind ik dat een zorgelijke toekomst. Over tien jaar zijn er in sommige medische beroepen tekorten. Een tekort aan artsen die we echt nodig hebben om de hoge standaard van gezondheidszorg in ons land te handhaven.

Vorige maand schreef Han Hullen, voorzitter van de NVVG, in zijn column in Medisch Contact hier ook over. Hij riep op om te komen tot een gezamenlijk masterplan om de tekorten in psychiatrie, ouderengeneeskunde en sociale geneeskunde op te lossen. Daar kan ik mij goed in vinden. Studenten geneeskunde moeten zich realiseren dat niet iedereen chirurg of kinderarts kan worden, maar dat het grootste deel van de studenten huisarts, psychiater of sociaal geneeskundige wordt. In de woorden van Han Hullen: ‘Het is tijd voor een gemeenschappelijk masterplan, niet zozeer voor onszelf als arts, maar voor behoud van adequate zorg voor onze patiënten’.

Het is te verklaren hoe de tekorten in deze beroepen zijn ontstaan. Het imago van ouderengeneeskunde en sociale geneeskunde is niet aantrekkelijk genoeg. Vijfde- en zesdejaars studenten met wie ik spreek over deze beroepskeuzes, kijken mij met een verbaasd gezicht aan. Sommigen beginnen zelfs te lachen en vragen of ik serieus ben. Geneeskundestudenten maken nauwelijks kennis met deze richtingen. Ze worden vooral opgeleid volgens de traditionele indeling van het ziekenhuis (zoals oogheelkunde en chirurgie) en lopen daar hun coschappen. Zo blijven een aantal richtingen onbekend en onbemind. Behalve als de traditionele indeling op de schop gaat, zoals met het verplichte coschap ouderengeneeskunde in Nijmegen. Daar zien we als resultaat dat er meer studenten interesse krijgen in deze opleiding. Het kan dus wel degelijk!

En die lijn moeten we voortzetten. Ik steun Han Hullens voorstel om gezamenlijk hiermee aan de slag te gaan. Het is tijd om te praten over de beroepen en opleidingenstructuur van de zorg en naar een passende indeling van de coschappen te kijken. We moeten de medisch specialismen herverdelen rond de patiënt en zijn zorgvragen.

Laten we zorgen dat er over tien jaar voor Kees, Sanne en Joep goede en voldoende artsen in alle beroepsgroepen zijn. Het is tijd om de onbeminde vervolgopleidingen bemind te maken!


Sophie Querido, beleidsadviseur KNMG

Reageren kan op www.knmg.nl/columns.

Daar vindt u ook de voetnoten bij dit artikel.

Federatienieuws artsentekort
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.